EEN BESTAND SELECTEREN
Dit gedeelte legt uit hoe u het bestand dat u wilt gebruiken kunt selecteren.
(2)
KOPIE
BEELD
VERZENDEN
Best. ophalen
Scannen naar schijf Status vaste schijf
Mapselectie
Hoofdmap
1
Gebruiker 1
Gebruiker 3
Gebruiker 5
Gebruiker 7
Gebruiker 9
Alle mappen
ABCD
Hoofdmap
Bestandsnaam
Bestand-01
bestand-02
bestand-03.tiff
bestand-04
bestand-05.tiff
Alle Bestanden
Weergave wijzigen
2
• Druk op de toets [Weergave wijzigen] om de toetsen van een bepaalde modus zoals de kopieer- of scanmodus weer te geven, of om
miniatuurafbeeldingen van de bestanden weer te geven.
Met de toets [Weergave wijzigen] kunt u snel een bestand vinden.
• U kunt op de toets [Bestandsnaam], de toets [Gebr. Naam] of de toets [Datum] drukken om de weergavevolgorde van de bestanden te
wijzigen.
• Druk op de toets [Multi-afdruk] om meerdere bestanden in een map te selecteren om af te drukken.
☞
MULTI-FILE PRINTEN
• Als "Display only the Files of Logged-in Users" is ingeschakeld bij Systeeminstellingen (Beheerder): Lijst van autoriteitsgroepen (Document
Archivering), dan worden alleen de bestanden weergegeven die zijn opgeslagen door de gebruiker die op dat moment is aangemeld.
(1)
DOCUMENT-
ARCHIVERING
Ex.datatoegang
Zoeken
Snelmap
Gebruiker 2
Gebruiker 4
Gebruiker 6
Gebruiker 8
Gebruiker 10
EFGHI
JKLMN
OPQRST
UVWXYZ
Zoeken
Vorige
Gebruikersnaam
Datum
Naam 1
04/04/2012
Naam 2
04/04/2012
Naam 3
04/04/2012
Naam 4
04/04/2012
Naam 5
04/04/2012
Meerdere bestanden
afdrukken
(pagina 6-33)
Selecteer de map die het bestand bevat dat u wilt
gebruiken.
(1) Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING].
Het mapselectiescherm verschijnt. Als er een ander tabblad verschijnt,
druk dan op het tabblad [Best. ophalen].
Wanneer de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld en "Mijn map" is
geconfigureerd in "Gebruikerslijst" in de systeeminstellingen, wordt de
1
aangepaste map opgegeven als "Mijn map" wordt geopend. Druk op de
2
toets [Vorige] om het mapselectiescherm te openen.
(2) Druk op de toets van de map waarin het gewenste
bestand zich bevindt.
Als er een wachtwoord is ingesteld voor de geselecteerde map,
verschijnt een wachtwoordinvoerscherm.
Voer het wachtwoord (5 tot 8 cijfers) in met de cijfertoetsen en druk op
[OK].
Druk op de toets voor het gewenste bestand.
Als er een wachtwoord is ingesteld voor de geselecteerde map, verschijnt een
wachtwoordinvoerscherm.
1
2
Voer het wachtwoord (5 tot 8 cijfers) in met de cijfertoetsen en druk op [OK].
6-29
DOCUMENTOPSLAG
Inhoudsopgave