(1)
a x / S p e c i a l e m o d i
K a a r t o r m a a t
4
X
• U kunt het getal ook met de toetsen
• Het verzendformaat wordt automatisch geselecteerd op basis van het origineelformaat dat u hebt ingevoerd.
• Nadat u Kaart Formaat hebt geselecteerd, kunt u de toets [Origineel] in het basisscherm indrukken om het scanformaat van het origineel of het
verzendformaat te wijzigen. In dit geval verschijnt het scherm van stap 3 als u de toets scanformaat indrukt. Raadpleeg
van het origineel
Druk op de toets [START] om de voorkant van de kaart te scannen.
5
Om het scannen te annuleren...
Druk op de toets [STOP] (
Draai de kaart om zodat de achterkant kan worden gescand en druk op de toets [START] om de
achterkant van de kaart te scannen.
6
Voordat u de achterkant van de kaart scant, kunt u op de toets [Configureren] drukken in het aanraakscherm om de belichting te wijzigen.
Om het scannen te annuleren...
Druk op de toets [STOP] (
(A)
(B)
(2)
O K
O K
A n n u l e r e n
( 2 5 ~ 2 1 0 ) m m
A a n p . a a n
( 2 5 ~ 2 1 0 ) m m
o r m a a t h e r s t e l l e n
Y
wijzigen.
opgeven" (pagina 4-53) voor de procedure voor het instellen van het verzendformaat.
).
).
Geef het formaat van het origineel op.
(1) Voer het formaat van het origineel in.
• Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) en voer de breedte
in.
• Druk op de cijferweergavetoets voor Y (hoogte) en voer de hoogte
in.
(A) Druk op [Formaat Herstellen] om het origineelformaat weer op het
standaardformaat in te stellen.
(B) Druk op de [Passend om te zenden]-toets om het formaat van de
afbeelding automatisch te vergroten of te verkleinen en deze aan
te passen aan het verzendformaat. Gebruik deze toets niet de
wanneer u het origineel wilt scannen op het formaat dat u hebt
ingevoerd.
(2) Tik op de toets [OK].
4-85
FAX
"Het verzendformaat
Inhoudsopgave