Pagina 1
BEDIENINGSHANDLEIDING Zoeken op basis van wat Zoeken op basis van wat Zoeken met de Zoeken met de u wilt doen u wilt doen inhoudsopgave inhoudsopgave VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT KOPIEERMACHINE PRINTER EEN KOPIE MAKEN EEN DOCUMENT AFDRUKKEN EEN FAX VERZENDEN SCANNER / INTERNETFAX DOCUMENTARCHIVERING SYSTEEMINSTELLINGEN...
Pagina 2
EEN KOPIE MAKEN Besparen Kopieerfouten Een kopie van dit type Een kopie op dit type verminderen originelen maken papier maken Datum of De uitvoer paginanummers samenvoegen toevoegen tot een brochure Andere handige functies...
Pagina 3
Besparen Op beide zijden van papier Meerdere pagina's op één zijde kopiëren van een vel papier kopiëren Op voor- en achterzijde van een kaart kopiëren...
Pagina 4
Kopieerfouten verminderen Een set kopieën afdrukken om te Het aantal gescande pagina's proeflezen controleren vóór het kopiëren...
Pagina 5
Een kopie van dit soort originelen maken Meer originelen dan in één keer Originelen van verschillend geladen kunnen worden formaat Dikke originelen (aan de randen Gebonden origineel zoals een verschijnen schaduwen) boek (een pagina per keer) Boek of brochure (tegenoverlig- gende pagina's kopiëren)
Pagina 6
Een kopie op dit type papier maken Enveloppen en andere speciale Tabpapier media Transparant...
Pagina 7
Datum of paginanummers toevoegen Datum toevoegen Stempel toevoegen Paginanummer toevoegen Tekst toevoegen...
Pagina 8
De uitvoer samenvoegen tot een brochure Een geniete brochure maken Geniete uitvoer Een blanco marge maken...
Pagina 9
Andere handige functies Functies voor specifieke doeleinden Een kopie van gerangschikte foto's maken Een grote poster maken Een gespiegelde kopie maken Op midden van papier kopiëren Een negatieve kopie maken Handige functies Twee machines tegelijk gebruiken Prioriteit geven aan een kopieeropdracht Status van een opdracht in de wachtrij controleren Omslagbladen/inlegvellen invoegen in kopieeruitvoer Een dun origineel kopiëren...
Pagina 10
EEN DOCUMENT AFDRUKKEN Besparen Afdrukken zonder Aantrekkelijke uitvoer De uitvoer samenvoe- computer afdrukken gen tot een brochure Afdrukken op dit type Tekst of een papier afbeelding toevoegen Andere handige functies...
Pagina 11
Besparen Op beide zijden van papier Meerdere pagina's op één afdrukken papierzijde afdrukken...
Pagina 12
Afdrukken zonder computer F T P Een FTP-bestand afdrukken Een bestand op een USB- geheugenapparaat afdrukken Een bestand in een netwerkmap Een bestand dat in de machine afdrukken is opgeslagen afdrukken...
Pagina 13
Aantrekkelijke uitvoer afdrukken Afdruk aan papierformaat Helderheid en contrast aanpassen aanpassen Lijndikte aanpassen bij Vage tekst en regels afdrukken van een bestand zoals verscherpen CAD-gegevens De afdrukmodus selecteren...
Pagina 14
De uitvoer samenvoegen tot een brochure Een geniete brochure maken Geniete uitvoer Een blanco marge maken Bepaalde pagina's op voorzijde van papier afdrukken...
Pagina 15
Afdrukken op dit type papier Enveloppen Tabpapier Transparant Bepaalde pagina's op ander papier afdrukken De afbeelding 180 graden draaien...
Pagina 16
Tekst of een afbeelding toevoegen Een watermerk aan de Een afbeelding over de afdrukgegevens toevoegen afdrukgegevens plakken Een vaste vorm over de afdrukgegevens plakken...
Pagina 17
Andere handige functies Formaat of afdrukstand van de afdrukgegevens corrigeren Afdrukbeeld vergroten of verkleinen Een gespiegelde afbeelding afdrukken Veiligheid is van belang Vertrouwelijk afdrukken Een versleuteld PDF-bestand afdrukken Functies voor specifieke doeleinden Een "kopiefactuur" afdrukken Een grote poster maken Handige functies Prioriteit geven aan een afdrukopdracht Twee machines tegelijk gebruiken Veel gebruikte afdrukinstellingen opslaan...
Pagina 18
EEN FAX VERZENDEN Besparen Dit type document Verzending naar de verkeerde Zend een duidelijk verzenden bestemming voorkomen document Werk besparen Veiligheid is van belang Andere handige functies...
Pagina 19
Besparen Verzend als het laagste tarief Controleer ontvangen gegevens geldt vóór het afdrukken Stuur twee originelen als één Geef een verzending door via pagina een bijkantoor...
Pagina 20
Dit type document verzenden Dikke originelen (aan de randen Gebonden origineel zoals een verschijnen schaduwen) boek (een pagina per keer) Meer originelen dan in één keer Originelen van verschillend geladen kunnen worden formaat Aan beide zijden bedrukt Identiteitskaart of andere kaart origineel...
Pagina 21
Verzending naar de verkeerde bestemming voorkomen Controleer de bestemming Controleer het resultaat van de nogmaals voor verzending verzending Controleer het logboek van Bestempel gescande originelen vorige verzendingen...
Pagina 22
Zend een duidelijk document Pas de belichting aan Pas de kwaliteit van de afbeelding aan Geef het formaat op vóór Zonder schaduwen aan de verzending randen verzenden...
Pagina 23
Werk besparen Veel gebruikte instellingen Naar meerdere bestemmingen opslaan verzenden X X X X - 6 7 8 9 X X X X - 6 7 8 9 X X X X - 9 8 7 4 Het verzendlogboek bekijken Gemakkelijk een adres X X X X - 9 8 7 4 X X X X - 4 5 6 7...
Pagina 24
Veiligheid is van belang Controleer de bestemming Vertrouwelijk verzenden nogmaals voor verzending Ontvangst van een document Afdrukbeveiligde van een zendende machine ontvangstgegevens starten Een document op verzoek van een andere machine verzenden...
Pagina 25
Andere handige functies Handige beheerfuncties Een ontvangen fax naar een netwerkadres doorsturen Een adressenlijst afdrukken Handige functies Een dun origineel verzenden Een verzendbestemming selecteren uit een globaal adresboek Prioriteit geven aan een verzending Een telefoontoestel gebruiken...
Pagina 26
EEN AFBEELDING SCANNEN / EEN INTERNETFAX VERZENDEN Een duidelijke Dit type document Verzending naar de verkeerde Een kleiner bestand afbeelding verzenden verzenden bestemming voorkomen verzenden Werk besparen Scannen van computer Andere handige functies...
Pagina 27
Een duidelijke afbeelding verzenden Het contrast of de beeldkwaliteit De resolutie aanpassen vóór aanpassen verzending Zonder schaduwen aan de De achtergrond van een verzon- randen verzenden den document onderdrukken...
Pagina 28
Dit type document verzenden Dikke originelen (aan de randen Gebonden origineel zoals een verschijnen schaduwen) boek (een pagina per keer) Meer originelen dan in één keer Originelen van verschillend geladen kunnen worden formaat Aan beide zijden bedrukt Origineel met achtergrond origineel...
Pagina 29
Verzending naar de verkeerde bestemming voorkomen Controleer het resultaat van de Controleer het logboek van verzending vorige verzendingen Bestempel gescande originelen...
Pagina 30
Een kleiner bestand verzenden Met een lagere resolutie Een bestand comprimeren vóór verzenden verzending Een afbeelding verkleinen vóór Een afbeelding in zwart-wit verzending verzenden Stuur twee originelen als één Identiteitskaart of andere kaart pagina...
Pagina 31
Werk besparen Veel gebruikte instellingen Naar meerdere bestemmingen opslaan verzenden a a a @ a a . a a . c a a a @ a a . a a . c o b b b @ b b . b b . Het verzendlogboek bekijken Gemakkelijk een adres b b b @ b b .
Pagina 32
Andere handige functies Handige beheerfuncties Een ontvangen fax naar een netwerkadres doorsturen Een lijst verzendbestemmingen afdrukken Handige functies Een dun origineel scannen Een verzendbestemming selecteren uit een globaal adresboek Op een specifiek tijdstip verzenden Prioriteit geven aan een verzending In USB-geheugenmodus verzenden...
Pagina 33
EEN OPDRACHT OPSLAAN EN LATER OPNIEUW GEBRUIKEN Een bestand zoeken Mijn bestanden Een belangrijk Een groep bestanden ordenen document opslaan afdrukken...
Pagina 34
Een bestand zoeken Een bestand zoeken met een Zoeken door de inhoud van trefwoord bestanden te controleren...
Pagina 35
Mijn bestanden ordenen Een bestand verwijderen Alle bestanden verwijderen Regelmatig bestanden Van map wisselen verwijderen...
Pagina 36
DE MACHINE ONDERHOUDEN De machine Een tonercartridge De nietcartridge De nietcartridge schoonmaken vervangen vervangen vervangen...
Pagina 37
De machine schoonmaken De glasplaat en de automatische De aanvoerrol van de originelen documentinvoereenheid schoonmaken schoonmaken De aanvoerrol van de handinvoer schoonmaken...
Pagina 38
OVER DE BEDIENINGSHANDLEIDING U kunt op twee manieren naar een onderwerp zoeken in deze handleiding: u kunt een menu "Ik wil..." gebruiken, of de normale inhoudsopgave. Bij de volgende uitleg wordt uitgegaan van het gebruik van Adobe Reader 8.0. (Sommige knoppen worden niet weergegeven in de standaardstatus.) Terug naar de eerste pagina ( Terug naar de laatst weergegeven pagina ( Zoeken op basis...
Pagina 39
DE HANDLEIDING GEBRUIKEN Klik op een van onderstaande knoppen om naar de pagina te gaan die u wil weergeven. (1) (2) (3) VO O R D A T U D E M A C H I N E G EB R U I K T VO O R D A T U D E M A C H I N E G EB R U I K T D i t hoof dst uk bi edt basi si nf or m at i e over het appar aat .
Pagina 40
MET HET APPARAAT MEEGELEVERDE HANDLEIDINGEN Handleidingen in PDF-indeling (deze handleiding) De handleidingen in PDF-indeling bieden uitgebreide beschrijvingen van procedures voor gebruik van de machine in elke modus. De PDF-handleidingen bevinden zich op de cd-rom die wordt meegeleverd bij de machine.. 1.
Pagina 41
• Behoudens voorzover wettelijk vereist kan SHARP niet aansprakelijk worden gesteld voor defecten die optreden gedurende het gebruik van het product of zijn opties, of defecten die het gevolg zijn van een onjuiste bediening van het product en zijn opties, of andere defecten, of voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van het product.
Pagina 43
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het apparaat. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. ONDERDELEN EN FUNCTIES BUITENZIJDE (3) (4) Wanneer een uitvoerlade is geïnstalleerd Wanneer een afwerkingeenheid is geïnstalleerd Sorteerlade (bovenste lade)*...
Pagina 44
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Wanneer een toetsenbord is geïnstalleerd (10) (11) (12) (13) (14) USB-aansluiting (A-type) (11) Papierlade 1 Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed). Hierin wordt papier geplaatst. ☞ Deze wordt gebruikt om een USB-toestel of een USB-geheugen op het PAPIERLADE-INSTELLINGEN VOOR PAPIERLADE 1 TOT 4 apparaat aan te sluiten.
Pagina 45
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT BINNENZIJDE (15) (16) (17) (18) (19) (20) (21) (22) (23) (24) (15) Tonercartridges (22) Rechterklep van papierlade (wanneer een papierlade is geïnstalleerd)* Deze bevat toner voor het afdrukken. Wanneer de toner in een Open deze klep om papier dat is vastgelopen in lade 3 of lade 4 te cartridge opraakt, moet de cartridge worden vervangen.
Pagina 46
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER EN GLASPLAAT Automatische origineelinvoer Papierinvoerrol Scangebied Deze rol draait zodat het origineel automatisch wordt ingevoerd. Hier worden originelen gescand die in de automatische origineelinvoer zijn geplaatst. Klep origineelinvoergedeelte ☞ REGELMATIG ONDERHOUD (pagina 1-48) Open deze klep om een vastgelopen origineel te verwijderen of de Detector origineelformaat papierinvoerrol te reinigen.
Pagina 47
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ZIJDE EN ACHTER Aansluiting voor onderhoudsdoeleinden Wanneer de faxuitbreidingskit is geïnstalleerd Let op Deze aansluiting dient alleen voor gebruik door onderhoudstechnici. Als u een kabel aansluit op deze aansluiting, kan het apparaat storingen gaan vertonen. Belangrijke informatie voor onderhoudstechnici: De kabel voor de onderhoudsaansluiting mag niet langer zijn dan 3 meter (118").
Pagina 48
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT BEDIENINGSPANEEL AFDRUKKEN OPDRACHT STATUS GEREED DATA SYSTEEM- BEELD INSTELLINGEN VERZENDEN LIJN DATA BEGIN LOGOUT Tiptoetsenpaneel Numerieke toetsen Op het aanraakscherm worden meldingen en toetsen weergegeven. Deze toetsen worden gebruikt om het aantal kopieën, faxnummers en Druk op de weergegeven toetsen om de gewenste functies te andere cijfers in te voeren.
Pagina 49
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT (10) (11) (12) AFDRUKKEN OPDRACHT STATUS GEREED DATA SYSTEEM- BEELD INSTELLINGEN VERZENDEN LIJN DATA BEGIN LOGOUT (13) (14) (16) (15) (17) (10) Toets [STOP] ( (15) [START] toets Druk op deze toets om een kopieer- of scanopdracht te stoppen. Druk op deze toets om een origineel te kopiëen of scannen.
Pagina 50
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AANRAAKSCHERM Dit gedeelte legt het gebruik van het aanraakpaneel uit. • Zie voor het invoeren van tekst "TEKST INVOEREN" (pagina 1-55). • Zie "Algemene handelingsmethoden" (pagina 7-4) in "7. SYSTEEMINSTELLINGEN" voor informatie over de schermen en procedures voor het gebruik van de systeeminstellingen.
Pagina 51
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Voorbeeld 4 Overzicht van functie Speciale Functies Margeverschuiving Verschuiving:Rechts Tweezijdig Voorzijde:10mm/Achterzijde:10mm kopiëren Normaal Wissen Rand:10mm Uitvoer Midden:10mm Belichting Kaften/ Voorkant:Dubbelzijdig/Achterkant:Plaats insteekvel Auto Bestand Insteekvellen A:10 Pagina/B:10 Pagina Snelbestand Papierformaat Kopieerfactor Origineel Auto Auto A4 Normaal 100% Voorbeeldweergave Als u ten minste één speciale functie selecteert, verschijnt de...
Pagina 52
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT STATUSWEERGAVE Als het basisscherm van een functie verschijnt, wordt aan de rechterkant van het aanraakscherm de machinestatus weergegeven. De getoonde informatie wordt hieronder uitgelegd. Voorbeeld: Basisscherm van de kopierfunctie Bezig met maken van kopieën vanaf lade 1. Opdracht Status Opdracht Status Onderbreken...
Pagina 53
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SYSTEEMBALK De systeembalk verschijnt onderaan het aanraakscherm. Hieronder wordt uitleg gegeven over de items in de systeembalk. MFP-status Speciale Functies 020/015 Tweezijdig Kopiëren kopiëren Normaal Uitvoer 020/015 Belichting Wachten Auto Bestand 020/015 Snelbestand Wachten Papierformaat Kopieerfactor Origineel Auto...
Pagina 54
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dit verschijnt wanneer de gegevensbeveiligingskit wordt gebruikt. Dit pictogram verschijnt wanneer de machine wordt verbonden met externe toepassingen. Toets Helderheid aanpassen Druk op deze toets om de helderheid van het aanraakscherm aan te passen. Zodra u het hebt aangeraakt verschijnt het volgende scherm naast de toets.
Pagina 55
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN Het apparaat is voorzien van twee voedingsschakelaars. De hoofdschakelaar bevindt links achteraan. De andere stroomschakelaar is de toets [AAN] ( ) rechts bovenaan op het bedieningspaneel. Hoofdschakelaar Toets [AAN] Als de hoofdvoedingsschakelaar is ingeschakeld, brandt de hoofdvoedingsindicator op het bedieningspaneel.
Pagina 56
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ENERGIEBESPARENDE FUNCTIES Dit product is voorzien van de volgende twee energiebesparende functies die voldoen aan Energy Star-richtlijnen om te helpen bij de instandhouding van onze natuurlijke energiebronnen en het terugdringen van de milieuvervuiling. Voorverwarmingsmodus (Verminderd energieverbruik) Deze functie verlaagt automatisch de temperatuur van de fuser voor een verminderd stroomverbruik wanneer het apparaat gedurende een onder "Instelling Voorverwarmingsfunctie"...
Pagina 57
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT GEBRUIKERSAUTHENTICATIE Met gebruikersauthenticatie wordt het gebruik van de machine beperkt tot gebruikers die geregistreerd zijn. De functies die iedere gebruiker mag gebruiken, kunnen worden opgegeven, zodat de machine kan worden aangepast aan de behoeften van uw werkplek. Wanneer de beheerder van de machine de gebruikersauthenticatie heeft inschakeld, moet elke gebruiker inloggen om de machine te gebruiken.
Pagina 58
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Tik op de toets [OK]. Gebruikersauthenticatie Nadat het ingevoerde gebruikersnummer is geauthenticeerd, wordt kort het aantallenscherm weergegeven. Gebruiksstatus: gebruikte/resterende pagina's Zwart-wit: 87,654,321/12,345,678 Aanm. beheer. Het aantal resterende pagina's verschijnt wanneer paginalimieten zijn ingesteld in "Lijst van paginalimietgroepen" in de systeeminstellingen (beheerder).
Pagina 59
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AUTHENTICATIE OP BASIS VAN LOGINNAAM / WACHTWOORD Volg de onderstaande procedure om in te loggen met een van de beheerder van het apparaat of de beheerder van de LDAP-server ontvangen loginnaam of wachtwoord. Voor de LDAP-certificatie is de harde schijf vereist. Gebruikersauthenticatie Loginnaam Gebruikersnaam...
Pagina 60
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Druk op de toets [Wachtwoord]. Gebruikersauthenticatie Er verschijnt een tekstinvoerscherm voor het invoeren van het wachtwoord. Voer uw wachtwoord in zoals opgeslagen onder "Gebruikerslijst" in de Loginnaam systeeminstellingen (beheerder). Gebruikersnaam Gebruiker 0001 Als u inlogt op een LDAP-server, voer dan het wachtwoord in dat is Wachtwoord opgeslagen bij uw loginnaam voor de LDAP-server.
Pagina 61
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Tik op de toets [OK]. Gebruikersauthenticatie Nadat de ingevoerde loginnaam en het ingevoerde wachtwoord zijn geauthenticeerd, wordt kort het aantallenscherm weergegeven. Loginnaam Gebruiker 0001 Gebruikersnaam Gebruiksstatus: gebruikte/resterende pagina's Wachtwoord Zwart-wit: 87,654,321/12,345,678 Lokaal aanmelden Verif. bij: (Als LDAP-authenticatie wordt gebruikt, worden andere items in het Het aantal resterende pagina's verschijnt wanneer paginalimieten zijn scherm weergegeven.)
Pagina 62
Titel Gebruik deze toetsen om tussen de functies kopieren, beeld Dit geeft de titel van het scherm mijn menu weer. verzenden, documentarchivering en Sharp OSA te schakelen. Sneltoets Toetsnamen en afbeeldingen kunnen worden gewijzigd. (Alleen eerste Een geregistreerde functie verschijnt als sneltoets.
Pagina 63
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT EXTERNE BEDIENING VAN DE MACHINE Met de functie externe bediening kunt u de machine vanuit uw computer bedienen. Als deze functie is toegevoegd, verschijnt hetzelfde scherm als het bedieningspaneelscherm op uw computer. Daarmee kunt u de machine vanaf uw computer op dezelfde manier bedienen alsof u voor de machine staat.
Pagina 64
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT OPGESLAGEN ITEMS IN HET OPDRACHTLOGBOEK Voor deze functie is de harde schijf vereist. De machine slaat de uitgevoerde opdrachten op in het opdrachtlogboek. De belangrijkste informatie die wordt opgeslagen in het opdrachtlogboek wordt hieronder beschreven. •...
Pagina 65
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Itemnaam Beschrijving Onderwerp betreffende Uitvoer De uitvoermodus van een afdrukopdracht. afdrukopdracht Nieten De nietstatus. Aantal nietjes Het aantal nietjes. Printertint De gebruikte tint voor een afdrukopdracht. Onderwerp betreffende Direct Adres Adres van een beeldverzendopdracht. afbeelding verzenden Naam afzender Naam van de afzender van een beeldverzendopdracht.
Pagina 66
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Itemnaam Beschrijving Apparaatitem Modelnaam Geeft de modelnaam van de machine aan. Serienummer Geeft het serienummer van de machine aan. Naam Geeft de op de webpagina's ingestelde naam van de machine aan. Macinelocatie Geeft de op de webpagina's ingestelde locatie van de machine aan. *In sommige omgevingen wordt dit niet opgeslagen.
Pagina 67
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT OVER DE WEBPAGINA'S VAN DEZE MACHINE Deze machine beschikt over een webserver waar u toegang tot hebt vanaf uw computer om de machine te configureren. U kunt deze handleiding ook downloaden vanaf de webpagina. IP-adres controleren U kunt het IP-adres controleren door een lijst met alle instellingen af te drukken vanaf de systeeminstellingen van deze machine.
Pagina 68
Gebruik uitsluitend producten van SHARP als tonercartridges, nietcartridges voor de afwerkeenheid en transparantenfolie. Voor het beste kopieerresultaat raden wij u aan uitsluitend Sharp Genuine Supplies te gebruiken die zijn ontworpen, gemaakt en getest onder levensduur en de prestaties van Sharp producten te maximaliseren. Let op het Genuine Supplies-etiket op de tonerverpakking.
Pagina 69
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIER LADEN BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER Dit hoofdstuk bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u papier in de papierladen laadt. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u papier laadt. NAAM EN PLAATS VAN DE LADEN De benaming van de laden is als volgt: Handinvoerlade Papierlade 1...
Pagina 70
Normaal papier dat kan worden gebruikt • Normaal SHARP-standaardpapier (80 g/m (21 lbs.)). Raadpleeg de specificaties in de Beknopte bedieningshandleiding voor papierspecificaties. • Ander normaal papier dan SHARP-standaard papier (60 g/m tot 105 g/m (16 lbs. tot 28 lbs.)) Gerecycled paper, gekleurd paper, reeds geperforeerd paper, voorbedrukt papier en briefpapier moeten voldoen aan dezelfde specificaties als normaal papier.
Pagina 71
• De beeldkwaliteit en geschiktheid voor fusing van het papier wisselt mogelijk naargelang de omgeving, bedrijfssituatie en papiereigenschappen. De afbeeldingkwaliteit is dan minder dan u zou verkrijgen op SHARP standaardpapier. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger als u advies wilt over het gebruik van deze soorten papier.
Pagina 72
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIERLADE-INSTELLINGEN VOOR PAPIERLADE 1 TOT 4 PAPIER LADEN EN PAPIERFORMAAT WIJZIGEN Er kunnen maximaal 500 vellen papier van formaat B5R tot A3 (8-1/2" x 11R tot formaat 11" x 17") in lade 1 tot 4 worden geladen. Trek de papierlade naar buiten.
Pagina 73
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Duw de papierlade rustig terug in het apparaat. Druk stevig tegen de lade totdat deze volledig in het apparaat zit. Als u een ander type of formaat papier hebt geladen dan ervoor, vergeet dan niet de "Papierlade-Instellingen" in de systeeminstellingen te wijzigen.
Pagina 74
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIER LADEN IN DE HANDINVOERLADE De handinvoer kan worden gebruikt voor het afdrukken op gewoon papier, enveloppen, etikettenvellen, tabpapier en andere speciale media. Er kunnen maximaal 100 vellen papier worden geladen (maximaal 40 vellen zwaar papier) voor ononderbroken afdrukken zoals met de andere laden. Open de handinvoerlade.
Pagina 75
HANDINVOERLADE • Bij het gebruik van ander gewoon papier dan het SHARP-standaardpapier of andere speciale media dan de door SHARP aanbevolen transparanten, of wanneer u afdrukt op de achterkant van eerder gebruikt papier, moet het papier met één vel tegelijk worden geladen. Als u meerdere vellen tegelijk laadt, zal het apparaat vastlopen.
Pagina 76
• Druk niet op beide zijden van een envelop af. Dit kan leiden tot vastlopen van het apparaat of een slechte afdrukkwaliteit. • Voor sommige typen enveloppen gelden beperkingen. Neem voor meer informatie contact op met een SHARP-onderhoudstechnicus. • In sommige bedieningsomgevingen kunnen smeren, strepen, vastlopen van het papier, slechte tonerfusing of apparaatstoringen optreden.
Pagina 77
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ORIGINELEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische origineelinvoer en op de glasplaat plaatst. HET ORIGINEEL PLAATSEN ORIGINELEN IN DE AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER PLAATSEN In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische origineelinvoer plaatst. Toegestane formaten voor originelen Minimaal formaat origineel Maximaal formaat origineel...
Pagina 78
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Zorg dat uw originelen niet op de glasplaat achterblijven. Open de automatische origineelinvoer, controleer of er geen origineel op de glasplaat aanwezig is en sluit de automatische origineelinvoer weer. Stel de origineelgeleiders af op de breedte van de originelen.
Pagina 79
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT HET ORIGINEEL OP DE GLASPLAAT PLAATSEN In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een origineel op de glasplaat plaatst. Toegestane formaten voor originelen Als het origineel van niet-standaardformaat is, zie dan de betreffende Maximaal formaat origineel onderstaande uitleg voor de door u gebruikte functie.
Pagina 80
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Sluit de automatische origineelinvoer. Nadat u het origineel op zijn plaats hebt gelegd, moet u de automatische origineelinvoer sluiten. Als die open blijft, zullen de delen die buiten het origineel vallen zwart worden gekopieerd, waardoor te veel toner zou worden verbruikt.
Pagina 81
RANDAPPARATUUR In dit gedeelte wordt de randapparatuur beschreven die samen met het apparaat kan worden gebruikt en wordt het gebruik uitgelegd van de afwerkingeenheid en de Sharp OSA (applicatie-communicatiemodule en module voor externe accounts). RANDAPPARATUUR Het apparaat kan worden voorzien van randapparatuur voor extra functionaliteit.
Pagina 82
Sharpdesk 10 LICENTIEKIT MX-US10 computerbestanden mogelijk. Sharpdesk 50 LICENTIEKIT MX-US50 Sharpdesk 100 LICENTIEKIT MX-USA0 Sharp OSA-netwerkscanner 1 licentiekit MX-UN01A Sharp OSA-netwerkscanner 5 licentiekit MX-UN05A Dit is een toepassing om scangerelateerde taken efficiënter te maken door Sharp OSA-netwerkscanner 10 licentiekit MX-UN10A gescande gegevens automatisch te sorteren in mappen, enz.
Pagina 83
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AFWERKINGEENHEID De afwerkingeenheid is voorzien van de staffelfunctie, die elke nieuwe uitvoer los van de vorige set neerlegt. Daarnaast kan iedere set gesorteerde uitvoer worden geniet. ONDERDEELNAMEN Als de afwerkingmodule openstaat, hebt u toegang tot de volgende onderdelen. (3) (4) Uitvoerlade Nietjesmagazijn...
Pagina 84
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ONDERHOUD VAN DE AFWERKINGEENHEID Wanneer de nietjes in de nietjespatroon op zijn, verschijnt er een melding op het bedieningspaneel. Volg onderstaande stappen om de nietjespatroon te vervangen. De nietjespatroon vervangen Open het deksel. Druk de hendel naar links en schuif de afwerkingeenheid naar links totdat deze niet meer verdergaat.
Pagina 85
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Plaats de nieteenheid terug. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat dit vastklikt. Schuif de afwerkingeenheid terug naar rechts. Schuif de afwerkingeenheid terug naar rechts totdat deze op zijn oorspronkelijke plaats vastklikt. Sluit de klep. Maak een testafdruk in de modus nietsorteren om te controleren of het apparaat correct niet. 1-44 Inhoudsopgave...
Pagina 86
Voor deze functie is de harde schijf vereist. Sharp OSA (Open Systems Architecture) is een standaard die het mogelijk maakt om informatie te delen en te distribueren op een dusdanig geavanceerde wijze zoals voorheen niet mogelijk was op een digitale multifunctionele machine zelf.
Pagina 87
De twee modi voor het gebruik van een externe account-applicatie worden hieronder uitgelegd. Externe authenticatiemodus Wanneer het selectievakje [Authenticatie door externe server inschakelen] wordt geselecteerd in "Instellingen extern account" van "Sharp OSA-instellingen" in de systeeminstellingen (beheerder), gaat de machine de externe authenticatiemodus in. Als de machine wordt aangezet in externe authenticatiemodus, opent de machine de externe account-applicatie en verschijnt het inlogscherm.
Pagina 88
UITSCHAKELEN" (pagina 1-14). Externe telmodus Wanneer enkel de instelling [Extern accountbeheer] wordt ingeschakeld in "Instellingen extern account" van "Sharp OSA-instellingen" in de systeeminstellingen (beheerder), gaat de machine de externe telmodus in. Anders dan bij de externe authenticatiemodus, wordt het inlogscherm van de externe account-applicatie niet weergegeven als de machine in de externe telmodus wordt gestart.
Pagina 89
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ONDERHOUD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het apparaat reinigt en hoe u de tonercartridge en de stempelcassette vervangt. REGELMATIG ONDERHOUD Om te waarborgen dat het apparaat optimale prestaties levert, moet het regelmatig worden gereinigd. Waarschuwing Gebruik geen ontvlambare sprays voor het reinigen van het apparaat.
Pagina 90
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Open de automatische origineelinvoer en verwijder het glasreinigingsmiddel. Reinig het automatische scangedeelte op de glasplaat met de glasreiniger. Plaats het glasreinigingsmiddel weer terug. 1-49 Inhoudsopgave...
Pagina 91
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE INVOERROL VAN DE HANDINVOERLADE REINIGEN Als het papier vaak vastloopt bij het laden van enveloppen of zwaar papier via de handinvoer, veeg dan het oppervlak van de invoerrol schoon met een schone zachte doek die is bevochtigd met water of een mild reinigingsmiddel. DE INVOERROL VAN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOER REINIGEN Als er bij gebruik van de automatische documentinvoer lijnen of vuil op het gescande origineel verschijnen, veeg het oppervlak van de rol dan...
Pagina 92
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN Let erop dat u de tonercartridge vervangt zodra de melding "Vervang de tonercartridge." verschijnt. In kopieermodus Gereed voor scannen kopie. (Zorg voor een nieuwe toner.) Gereed voor scannen kopie. (Tonerniveau is laag.) Als u de machine blijft gebruiken zonder de cartridge te vervangen, verschijnt het volgende bericht zodra de toner op is.
Pagina 93
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Open de voorplaat. Druk op de ontgrendelingshendel, plaats uw andere hand op de tonercartridge en trek deze eruit. Trek de tonercartridge voorzichtig horizontaal naar u toe. Ontgrendelingshendel Als u de cartridge te hardhandig uittrekt, lekt er misschien toner. Houd de tonercartridge met beide handen vast zoals aangegeven en trek deze uit het apparaat.
Pagina 94
• Als een tonercartridge rechtop wordt bewaard, kan de toner hard worden en is hij niet langer bruikbaar. Bewaar tonercartridges altijd liggend op hun zijkant. • Als u een andere tonercartridge gebruikt dan door SHARP aanbevolen, krijgt u misschien geen optimale kwaliteit, terwijl het apparaat mogelijk wordt beschadigd. Gebruik een door SHARP aanbevolen tonercartridge.
Pagina 95
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE STEMPELCASSETTE VERVANGEN Wanneer een stempeleenheid op de automatische origineelinvoer (AR-SU1) is geïnstalleerd en de stempel wordt vaag, vervang dan de stempelcassette (AR-SV1). Verbruiksgoederen Stempelcassette (2 per pak) AR-SV1 Open de lade van de origineelinvoer Verwijder de stempelcartridge terwijl u hem naar beneden duwt Installeer een nieuwe stempelcassette.
Pagina 96
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT TEKST INVOEREN In dit gedeelte wordt de werking van het tekstinvoerscherm uitgelegd. FUNCTIES VAN DE BELANGRIJKSTE TOETSEN Toets Beschrijving Hiermee wordt het tekstinvoerscherm gewisseld van het scherm voor kleine letters naar het scherm voor hoofdletters. Het scherm Caps voor hoofdletters wordt weergegeven totdat opnieuw op de toets [Caps] wordt gedrukt, zodat deze niet langer is gemarkeerd.
Pagina 97
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Toets Beschrijving Toont uitleg van elke toets. Help Toetsmanager Hiermee voert u eerder opgeslagen tekstreeksen in zoals ".com". .com .net .org Tekstreeksen worden in de systeeminstellingen opgeslagen. ☞ .biz .info http: 7. SYSTEEMINSTELLINGEN "Instelling sjabloon aanraaktoetsenbord"...
Pagina 98
De indeling van de toetsen in het tekstinvoerscherm op het aanraakscherm verschilt enigszins van de indeling van de toetsen op het externe toetsenbord. Gebruik een extern toetsenbord dat wordt aanbevolen door SHARP. Neem contact op met uw dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger voor de aanbevolen toetsenborden.
Pagina 99
HOOFDSTUK 2 KOPIEERMACHINE In dit hoofdstuk vindt u uitgebreide uitleg over de procedures voor het gebruik van de kopieerfunctie. UITVOER ......... . . 2-31 VOORDAT U DE MACHINE ALS KOPIEERMACHINE •...
Pagina 100
KOPIEERMACHINE BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART KOPIËREN OP ÉÉN HANDIGE KOPIEERFUNCTIES VEL PAPIER (Kaart Formaat) ......2-77 EEN KOPIEERSESSIE ONDERBREKEN (kopiëren DE DATUM OF EEN STEMPEL AFDRUKKEN OP onderbreken).
Pagina 101
KOPIEERMACHINE VOORDAT U DE MACHINE ALS KOPIEERMACHINE GEBRUIKT Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een kopieermachine gebruikt. BASISSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE Druk op de toets [KOPIEREN] om het basisscherm van de kopieermodus te openen. Het basisscherm geeft berichten en toetsen voor het kopiëren weer en instellingen die zijn geselecteerd.
Pagina 102
KOPIEERMACHINE Weergave Papierformaat (13) Aangepaste toetsen Deze laat zien welk formaat papier er is geladen in elke lade. U kunt de toetsen die hier verschijnen wijzigen, zodat ze instellingen of Voor de handinvoerlade verschijnt de papiersoort boven het functies van uw voorkeur aangeven. ☞...
Pagina 103
KOPIEERMACHINE Aangepaste toetsen tonen Speciale functietoetsen en andere toetsen kunnen worden weergegeven in het basisscherm. Door vaak gebruikte functies aan deze toetsen toe te kennen, beschikt u met één druk op de toets over deze functies. U kunt "Toetsinstelling aanpassen" op de webpagina's gebruiken om de functie die aan een toets is toegekend te veranderen.
Pagina 104
KOPIEERMACHINE KOPIEERPROCEDURE Deze sectie legt de basisprocedure uit voor het kopiëren. Selecteer instellingen in de onderstaande volgorde, zodat het kopiëren soepel verloopt. Zie de uitleg over elke instelling in dit hoofdstuk voor uitgebreide procedures voor het selecteren van instellingen. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de invoerlade van de automatische origineelinvoer of op de glasplaat.
Pagina 105
KOPIEERMACHINE Uitvoerinstellingen Selecteer de kopieeruitvoerinstellingen. De hoofdinstellingen zijn de volgende: U i t v o e r ☞ • Sorteerfunctie Sorteerfunctie (pagina 2-32) S t a f f e l l a d e R e c h t e r l a d e ☞...
Pagina 106
KOPIEERMACHINE • Indien een of meer speciale functies zijn geselecteerd, verschijnt de toets in het basisscherm. Druk op de toets om een lijst van de geselecteerde speciale functies weer te geven. Zo kunt u controleren welke speciale functies zijn geselecteerd en welke instellingen daarvoor gelden. ☞...
Pagina 107
KOPIEERMACHINE ORIGINELEN FORMAAT ORIGINEEL CONTROLEREN Wanneer [Auto] verschijnt in de toets [Origineel], wordt het formaat van het geplaatste origineel automatisch herkend. Bij plaatsing van het origineel wordt het formaat automatisch door de machine waargenomen en wordt het formaat weergegeven in de toets [Origineel] op het basisscherm. Voorbeeld van basisscherm Het origineelformaat wordt weergegeven.
Pagina 108
KOPIEERMACHINE Standaard richting om het origineel te plaatsen Plaats originelen zo in de origineelinvoerlade of op het documentglas dat de boven- en onderrand van het origineel liggen als aangegeven in de illustratie. In geval het origineel niet op de juiste manier is geplaatst en er een functie zoals nieten is geselecteerd, kan het zijn dat de nietposities niet correct zijn.
Pagina 109
KOPIEERMACHINE PAPIERLADEN De machine is ingesteld om automatisch een lade te selecteren die hetzelfde papierformaat heeft als het formaat van het geplaatste origineel (automatische papierladeselectie). U kunt de papierlade handmatig selecteren als het juiste papierformaat niet is geselecteerd of als u het papierformaat wilt wijzigen. Druk op de toets [Papierformaat].
Pagina 110
KOPIEERMACHINE BASISPROCEDURE OM KOPIEËN TE MAKEN In dit gedeelte worden de basisprocedures uitgelegd voor het maken van kopieën, inclusief de keuze van de kopieerfactor en andere kopieerinstellingen. KOPIEËN MAKEN KOPIEËN MAKEN MET DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kopieën maakt (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) met de automatische documentinvoer. Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de documentinvoerlade met de vellen Indicatiestreep...
Pagina 111
KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. Speciale Functies 2-zijdige kopie Normaal • U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen. • U kunt één kopie maken, ook al verschijnt "0" voor het aantal kopieën. Als het aantal kopieën niet juist is ingesteld... Druk op de toets [WISSEN] ( ) en voer het juiste aantal in.
Pagina 112
KOPIEERMACHINE EEN KOPIE MAKEN MET DE GLASPLAAT Als u een kopie wilt maken van een boek of ander dik origineel dat niet met de automatische documentinvoer gescand kan worden, opent u de automatische documentinvoer en plaatst u het origineel op de glasplaat. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een kopie maakt (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) met de glasplaat.
Pagina 113
KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. Speciale Functies 2-zijdige kopie Normaal • U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen. • U kunt één kopie maken, ook al verschijnt "0" voor het aantal kopieën. Als het aantal kopieën niet juist is ingesteld... Druk op de toets [WISSEN] ( ) en voer het juiste aantal in.
Pagina 114
KOPIEERMACHINE AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN 2-ZIJDIGE KOPIEËN MAKEN MET DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID Originelen Kopieën Originelen Originelen Kopieën Kopieën Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige Automatisch 2-zijdig kopiëren van 2-zijdige 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen originelen originelen Als u op beide zijden van een vel kopieert, bespaart u papier. Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de documentinvoerlade met de vellen Indicatiestreep...
Pagina 115
KOPIEERMACHINE Controleer het te gebruiken papier. Speciale Functies Verzeker u ervan dat het gewenste papier (lade) is geselecteerd. 2-zijdige kopie Normaal • Druk op de toets [Papierformaat] als u het papier (en lade) wilt wijzigen. ☞ Uitvoer PAPIERLADEN (pagina 2-11) Belichting Auto Bestand...
Pagina 116
KOPIEERMACHINE AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN MET DE GLASPLAAT Originelen Kopieën Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen Open de documentinvoer, plaats het origineel met de bovenzijde naar beneden op de glasplaat en Detector sluit voorzichtig de documentinvoer. origineelformaat Schaalaanduiding van de glasplaat Schaalaanduiding van de glasplaat merkteken merkteken...
Pagina 117
KOPIEERMACHINE Selecteer de modus 2-zijdig kopiëren. (1) Druk op de toets [1-zijdig naar 2-zijdig]. 2 - z i j d i g e k o p i e (2) Tik op de toets [OK]. R u g w i j z i g i n g •...
Pagina 118
KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Lezen Klaar]. P l a a t s v o l g e n d e o r i g i n e e l . D r u k o p [ S t a r t ] . W a n n e e r u k l a a r b e n t , d r u k t u o p [ i n d e l e z e n ] .
Pagina 119
KOPIEERMACHINE BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN U kunt het belichtingsniveau en het type origineel beeld selecteren, zodat u een duidelijke kopie krijgt. BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD AUTOMATISCH AANPASSEN Standaard worden het belichtingsniveau en het origineeltype automatisch aangepast aan het origineel dat u kopieert. ("Auto" wordt weergegeven.) Deze functie past het beeld automatisch aan om de meeste geschikte kopie te verkrijgen.
Pagina 120
KOPIEERMACHINE Pas het belichtingsniveau aan. B e l i c h t i n g Druk op de toets om de kopie donkerder te maken. A u t o Druk op de toets om de kopie lichter te maken. H a n d m a t i g O r i g i n e e l b e e l d t y p e T e k s t / A f g e d .
Pagina 121
KOPIEERMACHINE VERGROTEN/VERKLEINEN/ZOOM KOPIEERFACTOR AUTOMATISCH SELECTEREN (Auto Image) In dit gedeelte wordt de functie kopieerfactor automatisch selecteren (Auto Image) uitgelegd. Hiermee wordt automatisch de kopieerfactor geselecteerd die overeenkomt met het papierformaat. De toets [Auto Image] verschijnt in het basisscherm van de kopieermodus als de papierlade handmatig wordt verwisseld. Druk op [Auto Image] om de vergroot- of verkleinfactor automatisch te selecteren op basis van het origineelformaat en het geselecteerde papierformaat.
Pagina 122
KOPIEERMACHINE KOPIEERFACTOR HANDMATIG SELECTEREN (Vaste kopieerfactor/Zoom) Druk op [Kopieerfactor] in het basisscherm van de kopieermodus om een van de vijf vooraf ingestelde vergrootfactoren of vijf vooraf ingestelde verkleiningsfactoren (maximum 400%, minimum 25%) te selecteren. Bovendien kunt u met de zoomtoetsen elke kopieerfactor tussen 25% en 400% selecteren in stappen van 1%. Stel de kopieerfactor in.
Pagina 123
KOPIEERMACHINE Tik op de toets [OK]. Kopieerfactor Nadat u op [OK] hebt gedrukt, controleert u of een papierformaat is geselecteerd dat geschikt is voor die kopieerfactor. 115% Zoom 122% 141% 100% Auto Image XY-zoom Wanneer de automatische documentinvoer wordt gebruikt, varieert de selecteerbare verhouding van 25% tot 200%. Als u de kopieerfactor wilt terugzetten op 100%...
Pagina 124
KOPIEERMACHINE DE LENGTE EN BREEDTE AFZONDERLIJK VERGROTEN/VERKLEINEN (X-y zoom) Met de functie X-y zoom kunt u de horizontale en verticale kopieerfactor afzonderlijk wijzigen. Zowel de horizontale als de verticale kopieerfactor kunt u in stappen van 1% instellen tussen 25% en 400%. Druk op [Kopieerfactor] in het basisscherm van de kopieermodus en volg de onderstaande stappen.
Pagina 125
KOPIEERMACHINE FORMATEN ORIGINEEL FORMAAT ORIGINEEL OPGEVEN Als het origineel geen standaardformaat heeft of niet juist wordt gedetecteerd, geeft u het formaat van het origineel handmatig op. Druk op [Origineel] in het basisscherm van de kopieermodus en volg de onderstaande stappen. Het origineelformaat opgeven met het AB-systeem (1) Druk op de betreffende toets voor het origineelformaat.
Pagina 126
KOPIEERMACHINE Voer het formaat van het origineel in. (1) Geef de X (horizontale) afmeting van het origineel op. Origineel Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) om een Formaat invoer Annuleren cijferinvoerscherm te openen. Voer de breedte van het origineel met de cijfertoetsen in, en druk op [OK] in het cijferinvoerscherm.
Pagina 127
KOPIEERMACHINE Sla het formaat van het origineel op. Origineel Aangepast Formaat (1) Druk op de tab [Opslaan/Wissen]. (2) Druk op een toets om een aangepast formaat op te X254 Y210 slaan. Druk op een toets die geen formaat aangeeft ( Opslaan/ Opnieuw bellen Verwijderen...
Pagina 128
KOPIEERMACHINE Een opgeslagen origineelformaat oproepen Druk op [Origineel] in het basisscherm van de kopieermodus en volg de onderstaande stappen om een opgeslagen origineelformaat op te roepen. Druk op de toets [Aangepast Form]. O r i g i n e e l u t o H a n d m a t i g B 5 R...
Pagina 129
KOPIEERMACHINE UITVOER Als u uitvoerfuncties en de uitvoerlade wilt selecteren, drukt u op de toets [Uitvoer] in het basisscherm van de kopieermodus. U kunt de volgende uitvoerfuncties selecteren: sorteren, groeperen, staffelen en nietsorteren. Bij de uitleg van de onderstaande instellingen wordt ervan uitgegaan dat er een afwerkheid is geïnstalleerd.
Pagina 130
KOPIEERMACHINE UITVOERFUNCTIES In dit gedeelte worden alle uitvoerfuncties uitgelegd. Sorteerfunctie Groepeerfunctie Hiermee sorteert u uitvoer tot sets. Met deze functie groepeert u kopieën per pagina. Voorbeeld: De uitvoer sorteren in 5 sets Voorbeeld: Groepen van 5 kopieën van elke pagina Originelen Uitvoer Originelen...
Pagina 131
KOPIEERMACHINE Functie Nietsorteren Met de nietsorteerfunctie wordt de uitvoer gesorteerd tot sets en elke set wordt geniet en naar de lade gezonden. Hieronder ziet u een overzicht van het verband tussen nietpositie, papierstand, toegestane papierformaten om te nieten en het aantal vellen dat kan worden geniet.
Pagina 132
KOPIEERMACHINE Plaatsingsrichting origineel (voor nietsorteren) Wanneer u de functie nietsorteren gebruikt, moet u het origineel plaatsen zoals hieronder aangegeven. Dan kan het papier op de juiste plaats worden geniet. Nietsorteren Glasplaat Lade origineelinvoer Eén nietje (boven) 2-34 Inhoudsopgave...
Pagina 133
KOPIEERMACHINE KOPIEËN MAKEN MET DE HANDINVOER Naast normaal papier kunt u met de handinvoer ook kopieën maken op transparanten, enveloppen, tabpapier en andere speciale media. Zie voor meer informatie over papier dat in de handinvoerlade kan worden geplaatst, "BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER"...
Pagina 134
KOPIEERMACHINE Controleer de instelling voor het papierformaat a p i e r f o r m a a t van de handinvoerlade. Druk op de papierformaattoets als u de instelling moet a p i e r l a d e H a n d i n v o e r N o r m a a l wijzigen.
Pagina 135
KOPIEERMACHINE Selecteer de handinvoer. (1) Druk op de papierformaattoets van de handinvoerlade. a p i e r f o r m a a t (2) Tik op de toets [OK]. a p i e r l a d e H a n d i n v o e r N o r m a a l N o r m a a l 2 .
Pagina 136
KOPIEERMACHINE SPECIALE FUNCTIES Dit hoofdstuk geeft uitleg over Kantlijn Verschuiving, Wissen, Dubbelz. kopie en andere speciale functies. SPECIALE FUNCTIES Het menuscherm voor speciale functies verschijnt als in het basisscherm de toets [Spec. Functies] wordt ingedrukt. Het menu van speciale functies bestaat uit twee sch ermen.
Pagina 137
KOPIEERMACHINE Menu voor speciale functies (tweede scherm) p e c i a l e F u n c t i e s c h e r p t e t e m p e l B e e l d b e w e r k e n B e s t a n d n e l b e s t a n d P r o e f k o p i e...
Pagina 138
KOPIEERMACHINE De toets [OK] en de toets [Annuleren] In sommige gevallen verschijnen er in de schermen voor speciale functies twee toetsen [OK] en één toets [Annuleren]. De toetsen worden op de volgende manier gebruikt: Speciale Functies Margeverschuiving Annuleren Rechts Links Omlaag Zijde 1 Zijde 2...
Pagina 139
KOPIEERMACHINE MARGES TOEVOEGEN (kantlijnverschuiving) Met deze functie verschuift u de gekopieerde afbeelding naar rechts, links, omhoog of omlaag om de kantlijn aan te passen. Dit is handig wanneer u de kopieën wilt binden met een touwtje of in een band. Door de afbeelding naar rechts te verschuiven kunt u de kopieën aan de linkerrand binden met een touwtje.
Pagina 140
KOPIEERMACHINE Druk op [START]. Het kopiëren begint. Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang de originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar]. Als u het scannen van het origineel en het kopiëren wilt annuleren...
Pagina 141
KOPIEERMACHINE RANDSCHADUWEN WISSEN (wissen) De functie Wissen wordt gebruikt om schaduwen te voorkomen die aan de randen van afbeeldingen kunnen optreden bij het kopiëren van dikke originelen of boeken. Als u een dik boek kopieert... Zonder de wisfunctie Met de wisfunctie Hier vormen zich schaduwranden Er verschijnen schaduwranden Er verschijnen geen...
Pagina 142
KOPIEERMACHINE Selecteer de wisinstellingen. (1) Druk op de gewenste wisfunctie. Speciale Functies Selecteer een van de vier posities. Wissen Annuleren Raak de toets [Zijkant wissen] aan om het volgende scherm te openen. Rand Wissen Midden Rand + midden Rand Midden W i s s e n Wissen wissen...
Pagina 143
KOPIEERMACHINE NAAST ELKAAR LIGGENDE PAGINA'S VAN EEN INGEBONDEN DOCUMENT KOPIËREN (dubbelzijdige kopie) Met de functie dubbelzijdige kopie krijgt u afzonderlijke kopieën van twee documentpagina's die u naast elkaar op de glasplaat plaatst. Deze functie is nuttig wanneer u kopieën maakt van de naast elkaar liggende pagina's van een boek of ander ingebonden document. De naast elkaar liggende pagina's van een boek of ingebonden document kopiëren Boek of ingebonden document De naast elkaar liggende pagina's...
Pagina 144
KOPIEERMACHINE Selecteer Dubbelz. Kopie. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. p e c i a l e F u n c t i e s ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 2-38) D u b b e l z . M a r g e v e r s c h u i v i n g W i s s e n (2) Druk op de toets [Dubbelz.
Pagina 145
KOPIEERMACHINE KOPIEËN MAKEN VOOR BOEKJE (Inbindkopie) Met deze functie kopieert u twee origineelpagina's op de voorkant en twee origineelpagina's op de achterkant van elk vel papier, zodat u de kopieën op de middellijn kunt vouwen tot een boekje. Deze functie is handig om kopieën te combineren tot een aantrekkelijk boekje of brochure. Inbindkopie met acht origineelpagina's Originelen Als boekje...
Pagina 146
KOPIEERMACHINE Selecteer de inbindkopie kopieerinstellingen. p e c i a l e F u n c t i e s (1) Druk op de toets [1-Zijdig] als het origineel 1-zijdig is. I n b i n d k o p i e A n n u l e r e n Druk op de toets [2-Zijdig] als het origineel 2-zijdig is.
Pagina 147
KOPIEERMACHINE Tik op de toets [OK]. p e c i a l e F u n c t i e s U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. I n b i n d k o p i e A n n u l e r e n O r i g i n e e l R u g l i n k s...
Pagina 148
KOPIEERMACHINE EEN GROOT AANTAL ORIGINELEN TEGELIJK KOPIËREN (opdracht samenstellen) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Als u een groot aantal originelen kopieert, kunt u met deze functie de originelen in sets verdelen om vervolgens elke set afzonderlijk in de automatische documentinvoerlade te plaatsen.
Pagina 149
KOPIEERMACHINE Druk op de toets [START] om de eerste set originelen te scannen. Het scannen begint. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Plaats de volgende set originelen en druk op de toets [START]. Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand. De kopieerinstellingen (alleen Belichting, Papierformaat en Kopieerfactor) kunnen voor iedere set originelen worden gewijzigd.
Pagina 150
KOPIEERMACHINE De kopieerinstellingen wijzigen voor elke set originelen De kopieerinstellingen (alleen Belichting, Papierformaat en Kopieerfactor) kunnen voor iedere set originelen worden gewijzigd. Voer onderstaande stap uit voordat u op de [Start]-toets drukt om de originelen in stap 4 hierboven te scannen. Druk op [Wijzigen].
Pagina 151
KOPIEERMACHINE EEN GROOT AANTAL KOPIEËN MAKEN MET TWEE MACHINES (tandemkopie) Voor deze functie is de harde schijf vereist. Voor deze functie moet de harde schijf uitbreidingskit zijn geïnstalleerd. Een grote kopieeropdracht kunt u verdelen over twee apparaten die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk. Op elk apparaat wordt de helft van de kopieën afgedrukt, zodat minder tijd nodig is voor de opdracht.
Pagina 152
KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen. Wanneer u drukt op de toets [START], worden de kopieën automatisch verdeeld tussen de master- en slave-apparaten. Als u een oneven aantal kopieën instelt, wordt de extra set afgedrukt door het master-apparaat.
Pagina 153
KOPIEERMACHINE In deze situatie... Als het papier van het apparaat op raakt Als het papier van het master-apparaat of het slave-apparaat opraakt, wordt de opdracht opgeschort in het apparaat waar het papier op is, terwijl het apparaat dat nog papier bevat, doorgaat. Wanneer het papier wordt bijgevuld op het apparaat waar het op was, wordt de opdracht hervat. Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op het master-apparaat: tandem-kopie is mogelijk.
Pagina 154
KOPIEERMACHINE ANDER SOORT PAPIER GEBRUIKEN VOOR OMSLAGEN (Kaften/Insteekvellen) Voor deze functie is de automatische documentinvoer vereist. Als u de automatische documentinvoer gebruikt, kunt u andere soorten papier invoegen als voor- en achterkaft van een kopieeropdracht. Ook kunt u een ander soort papier toevoegen als insteekvel op gespecificeerde pagina's. Voorbeeld van het toevoegen van kaften Voorbeeld van het toevoegen van insteekvellen Originelen...
Pagina 155
KOPIEERMACHINE KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEN (kaftinstellingen) Voor deze functie is de automatische documentinvoer vereist. U kunt een ander soort papier invoegen op plaatsen die overeenkomen met de voorkaft en de achterkaft van een kopieeropdracht. Dit is nuttig om documenten in aantrekkelijke vorm te ordenen en om een ander soort papier te gebruiken als kaft op een ramingspagina of een vergelijkbaar document.
Pagina 156
KOPIEERMACHINE Selecteer de instellingen voor de kaft. (1) Als u wilt kopiëren op de kaft, drukt u op de toets [Ja]. a f t e n / I n s t e e k v e l l e n Druk anders op de toets [Nee].
Pagina 157
KOPIEERMACHINE Tik op de toets [OK]. p e c i a l e F u n c t i e s U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. K a f t e n / I n s t e e k v e l l e n A n n u l e r e n Druk op de toets [Invoeg-Type A] of de toets [Invoeg-Type B] om K a f t i n s t e l l i n g...
Pagina 158
KOPIEERMACHINE INSTEEKVELLEN INVOEGEN IN KOPIEËN (Invoeginstellingen) Voor deze functie is de automatische documentinvoer vereist. U kunt op opgegeven pagina's van kopieën automatisch een ander soort papier invoegen. U kunt twee soorten papier gebruiken als insteekvellen, en de insteekposities voor beide afzonderlijk opgeven. U kunt kaften gebruiken in combinatie met insteekvellen.
Pagina 159
KOPIEERMACHINE Selecteer de instellingen voor invoegen. (1) Druk op [Ja] als u op het insteekvel wilt kopiëren. Druk a f t e n / I n s t e e k v e l l e n anders op de toets [Nee]. I n v o e g i n g T y p e A I n s t e l l i n g e n A n n u l e r e n Als de toets [Nee] is ingedrukt, wordt alleen het invoeren van een...
Pagina 160
KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Invoeginstell.]. p e c i a l e F u n c t i e s K a f t e n / I n s t e e k v e l l e n A n n u l e r e n I n s t e l l i n g i n s t e e k v e l l e n K a f t i n s t e l l i n g...
Pagina 161
KOPIEERMACHINE Tik op de toets [OK]. p e c i a l e F u n c t i e s U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. K a f t e n / I n s t e e k v e l l e n A n n u l e r e n Druk op de toets [Voorkaft] of de toets [Achterkaft] om de kaftinstellingen te K a f t i n s t e l l i n g...
Pagina 162
KOPIEERMACHINE KAFT/INSTEEKVELINSTELLINGEN WIJZIGEN (paginaopmaak) Voor deze functie is de automatische documentinvoer vereist. U kunt kaft- en insteekvelinstellingen combineren. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u instellingen voor voltooide kaften en insteekvellen controleert, en insteekvellen wijzigt of wist. Insteekvel A wijzigen van pagina 4 tot pagina 5 Pagina 4, insteekvel A Pagina 5, insteekvel A Pagina 7, insteekvel B...
Pagina 163
KOPIEERMACHINE Druk op de toets voor de pagina die u wilt wissen Voorbeeld: Druk op insteekvel A op pagina 4. of wijzigen. a f t e n / I n s t e e k v e l l e n Als u de instelling niet hoeft te wijzigen, druk dan op [OK] en ga verder met P a g i n a o p m a a k stap 6.
Pagina 164
KOPIEERMACHINE Wijzig de instellingen voor invoegtype A/B. Kaften/Insteekvellen De instellingen worden op dezelfde manier gewijzigd zoals ze aanvankelijk Invoeging wijzigen waren geconfigureerd. Zie stap 7 van "INSTEEKVELLEN INVOEGEN IN KOPIEËN (Invoeginstellingen)" (pagina 2-60) om de instellingen voor Invoegpagina insteekvellen te wijzigen. Invoeging Invoeging Type A...
Pagina 165
KOPIEERMACHINE INSTEEKVELLEN TOEVOEGEN BIJ KOPIËREN OP TRANSPARANTEN (Transparant-insteekvellen) Wanneer u kopieert op transparanten, blijven de vellen mogelijk aan elkaar plakken door de statische elektriciteit. Met de functie transparant-insteekvellen kunt u automatisch een vel papier invoegen tussen elk vel transparant, zodat u de transparanten gemakkelijk kunt pakken. Ook kunt u kopiëren op de insteekvellen.
Pagina 166
KOPIEERMACHINE Selecteer de instellingen voor invoegen. (1) Selecteer of er wordt gekopieerd op het insteekpapier: p e c i a l e F u n c t i e s ([Ja] of [Nee]). T r a n s p a r a n t - i n s t e e k v e l l e n A n n u l e r e n (2) Tik op de toets [OK].
Pagina 167
KOPIEERMACHINE MEERDERE ORIGINELEN OP ÉÉN VEL KOPIËREN (Multishot) U kunt meerdere origineelpagina's in één uniforme lay-out kopiëren op één vel papier. Selecteer 2-in-1 als u twee origineelpagina's wilt kopiëren op één vel, of 4-in-1 om vier origineelpagina's te kopiëren op één vel. Deze functie is handig als u meerdere pagina's compact wilt presenteren of een overzicht wilt geven van alle pagina's in een document.
Pagina 168
KOPIEERMACHINE Selecteer het aantal originelen dat u wilt kopiëren op één vel papier, de lay-out en de rand. p e c i a l e F u n c t i e s (1) Druk op de toets [2-in-1] of [4-in-1]. M u l t i s h o t A n n u l e r e n Zo nodig worden de afbeeldingen gedraaid.
Pagina 169
KOPIEERMACHINE EEN BOEKJE KOPIËREN (boekkopie) Met deze functie maakt u een kopie van de twee naast elkaar liggende pagina's van een open boek of ander ingebonden document. Met deze functie maakt u kopieën die u op de middellijn kunt vouwen om een boekje te maken. Deze functie is handig om kopieën te combineren tot een aantrekkelijk boekje of brochure.
Pagina 170
KOPIEERMACHINE Selecteer de inbindkopie kopieerinstellingen. (1) Selecteer de inbindpositie ([Rug Links] of [Rug p e c i a l e F u n c t i e s Rechts]). B o e k k o p i e A n n u l e r e n (2) Druk op de toets [Kaftinstelling] om een kaft in te voegen.
Pagina 171
KOPIEERMACHINE Tik op de toets [OK]. p e c i a l e F u n c t i e s U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. B o e k k o p i e A n n u l e r e n R u g l i n k s R u g r e c h t s K a f t i n s t e l l i n g...
Pagina 172
KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Lezen Klaar]. Het kopiëren begint. P l a a t s v o l g e n d e o r i g i n e e l . D r u k o p [ S t a r t ] . W a n n e e r u k l a a r b e n t , d r u k t u o p [ i n d e l e z e n ] .
Pagina 173
KOPIEERMACHINE OPSCHRIFTEN KOPIËREN OP TABBLADEN (tabkopie) U kunt opschriften kopiëren op de tabs van tabbladen. Maak de juiste originelen voor de opschriften. Tabkopie is mogelijk via de handinvoerlade. Maak originelen die De afbeelding wordt overeenkomen met de posities verschoven door de breedte VERHOUDING TUSSEN ORIGINELEN EN HET TABPAPIER Tabkopie maken met rug links Originelen...
Pagina 174
KOPIEERMACHINE Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. (2) Druk op de toets [Tabkopie]. ☞...
Pagina 175
KOPIEERMACHINE BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART KOPIËREN OP ÉÉN VEL PAPIER (Kaart Formaat) Wanneer u een kaart kopieert, kunt u met deze functie de voor- en achterkant samen kopiëren op één vel papier. Deze functie is handig om kopieën te maken ter identificatie en om papier te sparen. Kopieën Originelen Voorzijde...
Pagina 176
KOPIEERMACHINE Selecteer instellingen Kaart Formaat. (1) Voer het formaat van het origineel in. Speciale Functies Terwijl de toets [X] is gemarkeerd, voert u de horizontale afmeting (X) Kaart Formaat Annuleren van het origineel in met de toetsen Druk op de toets [Y] en voer de verticale afmeting (Y) van het origineel in met de toetsen (25~210) mm Aanpassen...
Pagina 177
KOPIEERMACHINE • U moet het origineel op de glasplaat plaatsen. • U kunt alleen kopiëren op papier van standaardformaat. • X-y zoom kunt u niet gebruiken wanneer u deze functie gebruikt. • U kunt de afbeelding niet draaien wanneer u deze functie gebruikt. Kaart Formaat annuleren...
Pagina 178
KOPIEERMACHINE DE DATUM OF EEN STEMPEL AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Stempel) Met deze functie drukt u de datum, een stempel, het paginanummer of tekst af op kopieën. Bovendien is het mogelijk om bepaalde tekst als watermerk aan een kopie toe te voegen. (Watermerk) Er zijn zes afdrukposities beschikbaar: linksboven, middenboven, rechtsboven, linksonder, middenonder en rechtsonder.
Pagina 179
KOPIEERMACHINE ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL Volg de onderstaande stappen om stempelinstellingen te selecteren. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
Pagina 180
KOPIEERMACHINE Selecteer Stempel. S p e c i a l e F u n c t i e s Lees de volgende secties voor meer gedetailleerde informatie over alle S t e m p e l A n n u l e r e n stempelitems: Datum: DATUM TOEVOEGEN AAN KOPIEËN (Datum)
Pagina 181
KOPIEERMACHINE Druk op [START]. Het kopiëren begint. Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang de originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar]. Als u scannen en kopiëren wilt annuleren...
Pagina 182
KOPIEERMACHINE DATUM TOEVOEGEN AAN KOPIEËN (Datum) U kunt de datum afdrukken op kopieën. U kunt de positie van de datum, de kleur, de notatie en pagina (alleen eerste pagina of alle pagina's) selecteren. Voorbeeld: 04.04.12 in de rechterbovenhoek van het papier afdrukken. 04/APR/2012 Druk de toets [Datum] keuzescherm voor de stempel.
Pagina 183
KOPIEERMACHINE Selecteer de pagina's waarop de datum wordt S t e m p e l afgedrukt en druk op [OK]. a t u m A n n u l e r e n U kunt kiezen uit: alleen op de eerste pagina afdrukken, of afdrukken op alle E e r s t e p a g i n a pagina's.
Pagina 184
KOPIEERMACHINE KOPIEËN STEMPELEN (Stempel) Een tekst als "VERTROUWELIJK" kunt u wit afdrukken op een donkere achtergrond als "stempel" op kopieën. Voor een stempel kunt u de positie, de kleur, het formaat, de dichtheid en pagina's (alleen eerste pagina of alle pagina's) selecteren. "VERTROUWELIJK"...
Pagina 185
KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Belichting] en selecteer de kleur S t e m p e l en dichtheid. S t e m p e l n n u l e r e n Als u de geselecteerde belichting donkerder wilt maken, drukt u op de toets V E R T R O U W E L I J K P R I O R I T E I T E e r s t e p a g i n a...
Pagina 186
KOPIEERMACHINE PAGINANUMMERS AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Paginanummering) U kunt paginanummers afdrukken op kopieën. U kunt de positie, de notatie en een paginanummer selecteren voor paginanummering. Paginanummer afdrukken middenonder op het papier. Druk de toets [Paginanummering] keuzescherm voor de stempel. Zie stappen 1 tot 4 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL"...
Pagina 187
KOPIEERMACHINE Als u uw paginanummeringsinstelling wilt Stempel configureren, drukt u op de toets Pagina Nummering Annuleren [Paginanummer]. Notatie paginanummering Als u geen paginanummeringsinstellingen hoeft te configureren, ga dan naar Totaal pagina's 1,2,3.. (1),(2),(3).. Auto de stap 9. -1-,-2-,-3-.. P.1,P.2,P.3.. Handmatig <1>,<2>,<3>..
Pagina 188
KOPIEERMACHINE Druk op elk item dat u wilt meetellen in de paginanummers, zodat een vinkje verschijnt S t e m p e l Druk vervolgens op de toets [OK]. K a f t e n / I n s t e e k v e l l e n t e l l e n Items met een vinkje worden weergegeven in de afdrukafbeelding rechts op het scherm.
Pagina 189
KOPIEERMACHINE • Als Paginanummering is geselecteerd, kunt u niet kopiëren met de groepfunctie. De functie verandert automatisch in sorteerfunctie. • Als de afdrukpositie van het paginanummer is ingesteld op de rechts of links, en u gebruikt inbindkopie of boekkopie, wordt de afdrukpositie gewijzigd, zodat de paginanummers altijd verschijnen op de buitenkant van elke geopende pagina (de linker- en rechterkant van de geopende pagina's).
Pagina 190
KOPIEERMACHINE TEKST AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Tekst) U kunt ingevoerde tekst afdrukken op kopieën. U kunt maximaal 30 veel gebruikte tekstreeksen opslaan. Voorbeeld: "April 2012 Planningbespreking" afdrukken linksboven op het papier april 2012 Planning vergadering Druk de toets [Tekst] keuzescherm voor de stempel. Zie stappen 1 tot 4 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL"...
Pagina 191
KOPIEERMACHINE Selecteer de pagina's waarop afgedrukt moet Stempel worden en druk op [OK]. Tekst Annuleren U kunt kiezen uit: alleen op de eerste pagina afdrukken, of afdrukken op alle Eerste pagina AAA AAA pagina's. Nadat u op [OK] hebt gedrukt, gaat u verder vanaf stap 5 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL"...
Pagina 192
KOPIEERMACHINE Tekstreeksen opslaan, bewerken en wissen Druk de toets [Tekst] keuzescherm voor de stempel. Zie stappen 1 tot 4 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL" (pagina 2-81). Druk op de toets [Opslaan/Verwijderen]. Stempel Tekst Annuleren Eerste pagina Voorinstelling Alle pagina's Opnieuw bellen...
Pagina 193
KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Vorige]. S t e m p e l S t e m p e l U keert terug naar het scherm van stap 2. T e k s t T e k s t V o r i g e Ga om te kopiëren met behulp van een opgeslagen tekst verder vanaf stap 2 "TEKST AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Tekst)"...
Pagina 194
KOPIEERMACHINE STEMPELLAY-OUT CONTROLEREN (Lay-out) Nadat de stempelitems zijn geselecteerd kunt u de afdruklay-out controleren, de afdrukpositie wijzigen en stempelitems wissen. Druk op de toets [Opmaak]. S p e c i a l e F u n c t i e s S p e c i a l e F u n c t i e s A n n u l e r e n S t e m p e l...
Pagina 195
KOPIEERMACHINE Druk op de toets van de gewenste doelpositie. t e m p e l De positietoets waarop u hebt gedrukt, wordt gemarkeerd en de afdrukpositie V e r p l a a t s e n verandert. e l e c t e e r d e l o c a t i e w a a r n a a r u h e t g e s e l e c t e e r d e i t e m w i l t v e r p l a a t s e n . De toetsen die de afdrukposities aangeven, verschijnen als volgt naargelang de instellingen.
Pagina 196
KOPIEERMACHINE EEN WATERMERK AAN EEN KOPIE TOEVOEGEN (Watermerk) Voor deze functie is de harde schijf vereist. Tijdens het kopiëren is het mogelijk om bepaalde tekst als watermerk aan de kopie toe te voegen. Voor een watermerk kunt u de dichtheid, hoek en pagina's (alleen eerste pagina of alle pagina's) selecteren.
Pagina 197
KOPIEERMACHINE Tik op de toetsen om de hoek van het Stempel watermerk in te stellen. Watermerk Annuleren VERTROUWELIJK PRIORITEIT Belichting Eerste pagina TER INFORMATIE NIET KOPIËREN DRINGEND PROEFDRUK Hoek Alle pagina's (+90 -90) VOORLOPIG DEFINITIEF BELANGRIJK KOPIE TOPGEHEIM ANTWOORD AUB Selecteer de pagina's waarop het watermerk Stempel wordt afgedrukt en tik op [OK].
Pagina 198
KOPIEERMACHINE TOETS [Beeld bewerken] Wanneer u op de toets [Beeld bewerken] in het tweede menuscherm voor speciale functies drukt, wordt het menuscherm voor beeldbewerking geopend. Menuscherm Beeld bewerken S p e c i a l e F u n c t i e s S p e c i a l e F u n c t i e s B e e l d b e w e r k e n S c h e r p t e...
Pagina 199
KOPIEERMACHINE FOTO'S HERHALEN OP EEN KOPIE (Foto herhalen) Met Foto herhalen maakt u herhaalde afbeeldingen van een origineel van fotoformaat (130 mm x 90 mm, 100 mm x 150 mm, 70 mm x 100 mm, 65 mm x 70 mm of 57 mm x 100 mm (3" x 5", 5" x 7" formaat, 2-1/2" x 4", 2-1/2" x 2-1/2" of 2-1/8" x 3-5/8")) op één vel kopieerpapier zoals u hieronder ziet.
Pagina 200
KOPIEERMACHINE Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de toets [Beeld bewerken]. (4) Druk op de toets [Foto herhalen]. ☞ TOETS [Beeld bewerken] (pagina 2-100) Selecteer de instellingen voor Foto herhalen.
Pagina 201
KOPIEERMACHINE EEN GROTE POSTER MAKEN (Vergrot. over meerdere pag.) Met deze functie vergroot u een origineelafbeelding en drukt u deze als samengestelde afbeelding af op meerdere vellen papier. Origineel (Formaat A4 (8-1/2" x 11")) Kopie (vergrote afbeelding op acht vellen A3 (11" x 17") papier) Speciale functies selecteren.
Pagina 202
KOPIEERMACHINE Stel het vergrotingformaat en het origineelformaat e r e e d v o o r s c a n n e n k o p i e . K o p i e ë n w o r d e n g e l e v e r d i n 2 d e l e n . (1) Selecteer het formaatsysteem dat u wilt gebruiken B e e l d b e w e r k e n voor de vergrote afbeelding op meerdere pagina's.
Pagina 203
KOPIEERMACHINE Tik op de toets [OK]. B e e l d b e w e r k e n U keert terug naar het scherm Speciale Functies. Druk op [OK] om naar het R a n d a f d r u k k e n A n n u l e r e n V e r g r o t .
Pagina 204
KOPIEERMACHINE DE AFBEELDING SPIEGELEN (Spiegelbeeld) Met deze functie maakt u op de kopie een spiegelbeeld van het origineel. Origineel Gespiegelde kopie Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
Pagina 205
KOPIEERMACHINE KOPIËREN IN HET MIDDEN VAN HET PAPIER (Centreren) Met deze toets centreert u de gekopieerde afbeelding op het papier. Hiermee kunt u de afbeelding midden in het papier plaatsen wanneer het origineelformaat kleiner is dan het papierformaat of wanneer u de afbeelding verkleint.
Pagina 206
KOPIEERMACHINE WIT EN ZWART OMDRAAIEN OP DE KOPIE (Z/W Omgekeerd) Met deze functie keert u zwart en wit om op de kopie, zodat een negatieve afbeelding ontstaat. U kunt deze toets alleen gebruiken voor zwart-witkopiëren. Originelen met grote zwarte vlakken (waarvoor veel toner nodig is) kunt u kopiëren met Z/W Omgekeerd, zodat u minder toner verbruikt. Originelen Kopie Z/W Omgekeerd Plaats het origineel.
Pagina 207
KOPIEERMACHINE DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN (Scherpte) Met deze toets maakt u een afbeelding scherper of zachter. Zacht Scherp Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
Pagina 208
KOPIEERMACHINE KOPIEËN CONTROLEREN ALVORENS AF TE DRUKKEN (Proefafdruk) Voor deze functie is de harde schijf vereist. Met deze functie drukt u slechts één set kopieën af, ongeacht het aantal sets dat u hebt opgegeven. Wanneer de eerste set is gecontroleerd op fouten, kunt u de overige sets afdrukken.
Pagina 209
KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. Als u de glasplaat gaat gebruiken om meerdere originelen de kopiëren, Speciale Functies schakel dan na deze stap over op de sorteerfunctie. ☞ Sorteerfunctie (pagina 2-32) 2-zijdige kopie Normaal U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen.
Pagina 210
KOPIEERMACHINE Wijzig de instellingen. (1) Druk op de toets voor de instelling die u wilt wijzigen. P r o e f k o p i e Het instellingenscherm van de ingedrukte toets wordt geopend. Wijzig de instelling in en druk op [OK]. (2) Tik op de toets [OK].
Pagina 211
KOPIEERMACHINE HET AANTAL INGESCANDE ORIGINELE VELLEN CONTROLEREN ALVORENS TE KOPIËREN (Aantal originelen) Het aantal ingescande originele vellen kan worden geteld en weergegeven voordat wordt gestart met kopiëren. Aangezien u het aantal ingescande originele vellen kunt controleren, zullen er minder kopieerfouten optreden. Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de documentinvoer.
Pagina 212
KOPIEERMACHINE ORIGINELEN VAN VERSCHILLENDE FORMATEN KOPIËREN (Origineel gem. form.) Voor deze functie is de automatische documentinvoer vereist. Zelfs wanneer B4 (8-1/2" x 14") originelen gemengd worden met A3 (11" x 17") originelen, kunnen alle originelen in een keer worden afgedrukt. Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel en kiest daarbij het geschikte papierformaat.
Pagina 213
KOPIEERMACHINE Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de documentinvoer. ● Wanneer u "Zelfde breedte" gebruikt Plaatst u de zijden met dezelfde lengte links uitgelijnd. Plaatst u de originelen met de zijden van dezelfde lengte links uitgelijnd. Plaats de originelen op één lijn ●...
Pagina 214
KOPIEERMACHINE • Wanneer [Afwijkende breedte] geselecteerd is, kan automatisch tweezijdig kopiëren niet worden gebruikt. • Wanneer u [Afwijkende breedte] heeft geselecteerd, kunt u de nietfunctie niet gebruiken. • De functie origineel van gemengd formaat kan niet worden gebruikt om originelen van hetzelfde formaat de kopiëren; deze originelen worden in verschillende posities geplaatst (A4 en A4R (8-1/2"...
Pagina 215
KOPIEERMACHINE KOPIËREN VAN DUNNE ORIGINELEN (Langzame scanmodus) Voor deze functie is de automatische documentinvoer vereist. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de documentinvoer.
Pagina 216
KOPIEERMACHINE U kunt de functies "2-zijdig naar 2-zijdig" en "2-zijdig naar 1-zijdig" van automatisch 2-zijdig kopiëren niet gebruiken. Als u de functie Langzame scanmodus wilt annuleren... Druk op [Langzame scanmodus] in het scherm van stap 2 zodat de toets niet wordt gemarkeerd. Systeeminstellingen (Beheerder): Invoermodus origineel Hiermee wordt altijd op langzame snelheid gescand.
Pagina 217
KOPIEERMACHINE HANDIGE KOPIEERFUNCTIES In dit gedeelte worden handige kopieerfuncties uitgelegd, zoals het onderbreken van een kopieersessie, het wijzigen van de volgorde van gereserveerde kopieeropdrachten en het opslaan van kopieerinstellingen in een programma. EEN KOPIEERSESSIE ONDERBREKEN (kopiëren onderbreken) Wanneer u dringend een kopie moet maken terwijl een lange kopieersessie of andere opdracht aan de gang is, kunt u de functie Kopiëren onderbreken gebruiken.
Pagina 218
KOPIEERMACHINE • Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, verschijnt het loginscherm wanneer u op de toets [Onderbreken] drukt. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op om in te loggen. Het aantal kopieën dat u maakt wordt opgeteld bij dat van de gebruiker die heeft ingelogd. •...
Pagina 219
KOPIEERMACHINE EEN AFDRUKVOORBEELD VAN EEN KOPIE CONTROLEREN (Voorbeeld) Voor deze functie is de harde schijf vereist. U kunt op de toets [Voorbeeld] tikken zodat deze op het basisscherm wordt gemarkeerd en dan het origineel scannen om een afdrukvoorbeeld van de kopie op het aanraakscherm te controleren voordat u de kopie afdrukt. Plaats het origineel.
Pagina 220
KOPIEERMACHINE Als u de bewerking wilt annuleren... Druk op de toets [ALLES WISSEN] ( Systeeminstellingen (Beheerder): Standaard voorbeeld U kunt de toets [Voorbeeld] standaard instellen op altijd aan (gemarkeerd). Schakel deze instelling in als u altijd een afdrukvoorbeeld wilt controleren bij het kopiëren.
Pagina 221
KOPIEERMACHINE VOORBEELDSCHERM Het voorbeeldscherm wordt hieronder uitgelegd. Opnieuw instellen Voorbeeldweergave Uitvoer weergeven Overzicht functie Weergave draaien Start kopiëren /0010 0001 Voorvertoning Toets [Output weerg.] Er verschijnt een afbeelding van de geselecteerde ontvangen Tik hierop om de geselecteerde functies en instellingen als afbeeldingen.
Pagina 222
KOPIEERMACHINE OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer. Als u op de toets [OPDRACHT STATUS] drukt, wordt het opdrachtstatusscherm weergegeven van de modus die u gebruikte voordat u op de toets drukte.
Pagina 223
KOPIEERMACHINE SCHERM OPDRACHTWACHTRIJ EN SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm omvat het scherm opdrachtwachtrij (waarin wordt aangegeven welke kopieer- en afdrukopdrachten wachten om te worden afgedrukt, en de opdracht die momenteel wordt uitgevoerd), en het scherm uitgevoerde opdrachten (waarin de uitgevoerde opdracht worden aangegeven, het spool scherm (met opdrachten die zijn gespoold) en encrypted PDF-opdrachten die wachten op de invoer van een wachtwoord.
Pagina 224
KOPIEERMACHINE Weergave opdrachttoetsen Elke opdrachttoets geeft de positie van de opdracht in de opdrachtwachtrij en de huidige status van de opdracht weer. Kopieren 002/000 Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de wachtrij aan. Status Als de opdracht die momenteel wordt afgedrukt voltooid is, schuift de Geeft de opdrachtstatus weer.
Pagina 225
KOPIEERMACHINE EEN OPDRACHT IN DE WACHTRIJ ANNULEREN Een kopieeropdracht die op afdrukken wacht, kan worden geannuleerd. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Annuleer de taak. (1) Druk op de tab [Afdrukopdr.]. A f d r u k o p d r a c h t S c a n n a a r F a x o p d r a c h t I n t e r n e t f a x...
Pagina 226
KOPIEERMACHINE EEN OPDRACHT IN DE WACHTRIJ PRIORITEIT GEVEN Als er met een kopieeropdracht wordt begonnen terwijl zich reeds meerdere opdrachten in de wachtrij bevinden, verschijnt de kopieeropdracht aan het eind van de wachtrij. Hebt u echter een dringende opdracht, dan kunt u deze prioriteit geven zodat hij eerst wordt uitgevoerd. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS].
Pagina 227
KOPIEERMACHINE INFORMATIE CONTROLEREN OVER EEN KOPIEEROPDRACHT IN DE WACHTRIJ U kunt uitvoerige informatie weergeven over een kopieeropdracht in de wachtrij. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Opdrachtgegevens controleren (1) Druk op de tab [Afdrukopdr.]. A f d r u k o p d r a c h t S c a n n a a r F a x o p d r a c h t I n t e r n e t f a x...
Pagina 228
KOPIEERMACHINE KOPIEERBEWERKINGEN OPSLAAN (opdrachtprogramma's) Een opdrachtprogramma is een groep kopieerinstellingen die u samen opslaat. Als u kopieerinstellingen opslaat in een opdrachtprogramma, kunt u met een eenvoudige handeling de instellingen oproepen en gebruiken voor een kopieeropdracht. Stel dat u CAD-tekeningen van formaat A3 (11" x 17") eenmaal per maand voor het archief kopieert met de volgende instellingen: (1) De CAD-tekeningen van formaat A3 (11"...
Pagina 229
KOPIEERMACHINE OPDRACHTPROGRAMMA OPSLAAN (BEWERKEN/WISSEN) Hieronder wordt uitgelegd hoe u kopieerinstellingen in een opdrachtprogramma opslaat en hoe u een opdrachtprogramma wist. Druk op de toets [#/P] ( LOGOUT Druk op de tab [Opslaan/Wissen]. T a a k p r o g r a m m a ' s A f s l u i t e n D r u k o p p r o g r a m m a n u m m e r .
Pagina 230
KOPIEERMACHINE Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt opslaan Maak voor het opslaan uw keuzes en druk op [OK]. Annuleren Druk op [Annuleren] om te verwijderen. in het opdrachtprogramma en druk op de toets Speciale Functies [OK]. 2-zijdige kopie Normaal Als u een naam wilt toekennen aan het programma, drukt u op de toets Uitvoer [Programmanaam].
Pagina 231
KOPIEERMACHINE BIJLAGE Voorbeelden van kaften en insteekvellen Op de volgende pagina's ziet u de verhouding tussen de originelen en kopieën wanneer kaften en insteekvellen worden ingevoegd. Kaften • 1-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen • 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen • 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen •...
Pagina 232
KOPIEERMACHINE Kaften (1-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen) 1-zijdige kopieën worden van de volgende 1-zijdige originelen gemaakt. Tweede Eerste pagina Derde pagina Vierde pagina Vijfde pagina Zesde pagina pagina Kaftkopieersituatie Resulterende kopieën Voorkaft Achterkaft Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig kopiëren Niet kopiëren 2-zijdig kopiëren Niet kopiëren Niet kopiëren...
Pagina 233
KOPIEERMACHINE Kaften (2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen) 2-zijdige kopieën worden van de volgende 1-zijdige originelen gemaakt. Tweede Eerste pagina Derde pagina Vierde pagina Vijfde pagina Zesde pagina pagina Kaftkopieersituatie Resulterende kopieën Voorkaft Achterkaft Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig kopiëren Niet kopiëren 2-zijdig kopiëren Niet kopiëren Niet kopiëren...
Pagina 234
KOPIEERMACHINE Kaften (1-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen) 1-zijdige kopieën worden van de volgende 2-zijdige originelen gemaakt. Tweede Eerste pagina Derde pagina pagina Kaftkopieersituatie Resulterende kopieën Voorkaft Achterkaft Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig kopiëren Niet kopiëren 2-zijdig kopiëren Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig kopiëren Niet kopiëren 2-zijdig kopiëren...
Pagina 235
KOPIEERMACHINE Kaften (2-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen) 2-zijdige kopieën worden van de volgende 2-zijdige originelen gemaakt. Tweede Eerste pagina Derde pagina pagina Kaftkopieersituatie Resulterende kopieën Voorkaft Achterkaft Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig kopiëren Niet kopiëren 2-zijdig kopiëren Niet kopiëren Niet kopiëren 1-zijdig kopiëren Niet kopiëren 2-zijdig kopiëren...
Pagina 236
KOPIEERMACHINE Insteekvellen (kopiëren van 1-zijdige originelen) 1-zijdig en 2-zijdig kopiëren van de volgende 1-zijdige originelen. Er wordt een voorbeeld gegeven van het toevoegen van een insteekvel op het derde vel. (Wanneer "Insteekpagina" is ingesteld op "3" in de insteekvelinstellingen van de insteekinstellingen in de speciale functies.) Tweede Eerste pagina Derde pagina...
Pagina 237
HOOFDSTUK 3 PRINTER In dit hoofdstuk vindt u uitgebreide uitleg over de procedures voor het gebruik van de printerfunctie. PRINTERFUNCTIE VAN DE MACHINE ....3-3 HANDIGE AFDRUKFUNCTIES AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN...
Pagina 238
PRINTER AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN ..3-45 DE AFDRUKSTATUS CONTROLEREN • GESPECIFICEERDE PAGINA'S OP ANDER OPDRACHTSTATUSSCHERM ......3-65 PAPIER AFDRUKKEN (Ander papier).
Pagina 239
PRINTER PRINTERFUNCTIE VAN DE MACHINE Om te kunnen afdrukken vanuit uw computer moet een printerdriver zijn geïnstalleerd. Stel met behulp van de onderstaande tabel vast welke printerdriver bij uw omgeving past. Omgeving Printerstuurprogrammatype Bijzonderheden PCL6 Kan worden gebruikt in de Het apparaat ondersteunt de Hewlett-Packard PCL6-printerbesturingstalen.
Pagina 240
PRINTER AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "WordPad", een standaardonderdeel van Windows. Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand] van WordPad. Als u Windows 7 gebruikt, klik dan op de knop Het menu om af te drukken varieert mogelijk naargelang de softwareapplicatie.
Pagina 241
PRINTER Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Klik op het tabblad [Papier]. (2) Selecteer het papierformaat. Als u instellingen op andere tabbladen wilt wijzigen, klikt u op het gewenste tabblad en kiest u vervolgens de instellingen. (3) Klik op de toets [OK]. •...
Pagina 242
PRINTER HET PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instelling "Papierkeuze" configureert op het tabblad [Papier] van het instelvenster van de printerdriver. Controleer voordat u gaat afdrukken het papiertype en -formaat en de aanwezige hoeveelheid papier in de laden van het apparaat.
Pagina 243
PRINTER AFDRUKKEN OP ENVELOPPEN Met de handinvoerlade kunt u op speciale media zoals enveloppen afdrukken. De procedure voor het afdrukken op een envelop vanuit het eigenschappenscherm van de printerdriver wordt hieronder beschreven. Voor de soorten papier die in de handinvoerlade kunnen worden gebruikt, zie "BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER"...
Pagina 244
PRINTER AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE- FUNCTIE IS INGESCHAKELD Als de functie gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de systeeminstellingen van het apparaat (beheerder), moet u uw gebruikersinformatie (loginnaam, wachtwoord enz.) invoeren in het eigenschappenvenster van de printerdriver voordat u kunt afdrukken. De in te voeren informatie varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode, dus neem contact op met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
Pagina 245
PRINTER Voer uw loginnaam en wachtwoord in. (1) Klik op het tabblad [Taakverwerking]. (2) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie plaatsvindt via loginnaam/wachtwoord Schakel de selectievakjes [Loginnaam] en [Wachtwoord] in zodat er vinkjes in verschijnen en voer uw loginnaam en wachtwoord in.
Pagina 246
PRINTER • Wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kunt u afdrukken zonder gebruikersgegevens in te voeren. Het aantal afgedrukte pagina's wordt opgeteld bij de telling van "Andere gebruiker". In dit geval gelden voor andere afdrukfuncties mogelijk beperkingen. Vraag uw beheerder om meer informatie. •...
Pagina 247
PRINTER DE HELP-FUNCTIE VAN DE PRINTERDRIVER WEERGEVEN Wanneer u de instellingen voor de printerdriver configureert, kunt u de Help-functie weergeven voor uitleg over de verschillende opties. Open het eigenschappenvenster voor de printerdriver vanuit het afdrukvenster van de softwaretoepassing. (1) Selecteer het printerstuurprogramma van het apparaat.
Pagina 248
PRINTER VEELGEBRUIKTE AFDRUKINSTELLINGEN OPSLAAN Instellingen die bij het afdrukken op alle tabbladen zijn geconfigureerd kunnen als gebruikersinstellingen worden opgeslagen. Het opslaan van vaak gebruikte instellingen of complexe instellingen vereenvoudigt de selectie van die instellingen wanneer u ze nogmaals wenst te gebruiken. INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad van het instelvenster van de printerdriver.
Pagina 249
PRINTER Controleer de instellingen en sla deze op. (1) Controleer de weergegeven instellingen. (2) Voer een naam voor de instellingen in (maximaal 20 tekens). (3) Klik op de toets [OK]. Klik op de toets [OK]. Begin met afdrukken. • Er kunnen maximaal 30 sets gebruikersinstellingen worden opgeslagen. •...
Pagina 250
PRINTER OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN Open het eigenschappenvenster voor de printerdriver vanuit het afdrukvenster van de softwaretoepassing. (1) Selecteer het printerstuurprogramma van het apparaat. (2) Klik op de knop [Voorkeursinstellingen]. De knop die wordt gebruikt om het instelvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschappen] of [Voorkeursinstellingen]) kan variëren naargelang de gebruikte software.
Pagina 251
PRINTER DE STANDAARDINSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER WIJZIGEN U kunt de standaardinstellingen van de printerdriver wijzigen volgens de onderstaande procedure. De hier geselecteerde instellingen worden opgeslagen en als standaardinstellingen gebruikt wanneer met het apparaat wordt afgedrukt vanuit een softwaretoepassing. (Instellingen die u in het instelvenster van de printerdriver hebt geselecteerd bij het afdrukken vanuit een softwaretoepassing blijven geldig zolang de toepassing wordt gebruikt.) Klik op de toets [Start] (...
Pagina 252
PRINTER Configureer de instellingen en klik op [OK]. Zie voor meer informatie over de instellingen de Help van de printerdriver. 3-16 Inhoudsopgave...
Pagina 253
PRINTER AFDRUKKEN VANAF EEN MACINTOSH-COMPUTER BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN In het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "Teksteditor" in Mac OS X. Als u de machine wilt gebruiken als een printer voor de Macintosh, moet de PS3-uitbreidingskit in de machine geïnstalleerd zijn en moet de machine verbonden zijn met een netwerk.
Pagina 254
PRINTER AFDRUKKEN Selecteer [Druk af] in het menu [Archief] van TextEdit. Het menu om af te drukken varieert mogelijk naargelang de softwareapplicatie. Controleer of de juiste printer is geselecteerd. De naam van het apparaat dat verschijnt in het menu "Printer" is normaal gezien [SCxxxxxx]. ("xxxxxx" is een reeks tekens die varieert naargelang het model van het apparaat.) Selecteer de afdrukinstellingen.
Pagina 255
PRINTER HET PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte worden de instellingen van [Papierinvoer] in het venster met de afdrukinstellingen uitgelegd. • Als [Automatische keuze] is geselecteerd Een lade met normaal of gerecycled papier (standaard fabrieksinstelling is alleen normaal papier) van het formaat dat is opgegeven in "Papierformaat"...
Pagina 256
PRINTER AFDRUKKEN OP ENVELOPPEN Met de handinvoerlade kunt u op speciale media zoals enveloppen afdrukken. De procedure voor het afdrukken op een envelop vanuit het eigenschappenscherm van de printerdriver wordt hieronder beschreven. Voor de soorten papier die in de handinvoerlade kunnen worden gebruikt, zie "BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER"...
Pagina 257
PRINTER AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE- FUNCTIE IS INGESCHAKELD Als de functie gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de systeeminstellingen van het apparaat (beheerder) moet u uw gebruikersinformatie (loginnaam, wachtwoord enz.) invoeren voordat u kunt afdrukken. De in te voeren informatie varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode, dus neem contact op met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
Pagina 258
PRINTER Begin met afdrukken. (1) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie plaatsvindt via loginnaam/wachtwoord Voer uw gebruikersnaam in bij "Loginnaam" en uw wachtwoord bij "Wachtwoord" (1 tot 32 tekens). • Als de authenticatie plaatsvindt op gebruikersnummer Voer uw gebruikersnummer (5 tot 8 cijfers) in bij "Gebruikersnummer".
Pagina 259
PRINTER VEEL GEBRUIKTE FUNCTIES In dit gedeelte worden veel gebruikte functies uitgelegd. • EEN INSTELLING VOOR DE AFDRUKMODUS SELECTEREN • DE AFBEELDING AANPASSEN AAN HET PAPIER (pagina 3-27) (pagina 3-24) • MEERDERE PAGINA'S OP ÉÉN PAGINA AFDRUKKEN (pagina 3-28) • 2-ZIJDIG AFDRUKKEN (pagina 3-25) •...
Pagina 260
PRINTER EEN INSTELLING VOOR DE AFDRUKMODUS SELECTEREN In dit gedeelte wordt de procedure voor het selecteren van selecteren van een afdrukmodusinstelling uitgelegd. De "Instellingen afdrukmodus" bestaan uit de volgende twee items: Normaal: Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gewone tekst of tabellen. Fijn: De afdrukkwaliteit van kleurenfoto's en tekst is hoog.
Pagina 261
PRINTER 2-ZIJDIG AFDRUKKEN Het apparaat kan op beide zijden van het papier afdrukken. Deze functie komt bij veel afdruktaken van pas en is vooral handig wanneer u een eenvoudig boekje wilt afdrukken. 2-zijdig afdrukken bespaart bovendien papier. Papierstand Afdrukresultaten Windows Macintosh Windows Macintosh...
Pagina 262
PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Lay-out]. (2) Selecteer [Lange kant binden] of [Korte kant binden]. 3-26 Inhoudsopgave...
Pagina 263
PRINTER DE AFBEELDING AANPASSEN AAN HET PAPIER Deze functie wordt gebruikt om de grootte van de afbeelding automatisch aan te passen aan het formaat van het in het apparaat geladen papier. Dit is handig als u bijvoorbeeld een document van het formaat A4 of letterformaat wilt vergroten tot het formaat A3 of Ledgerformaat om dit eenvoudiger leesbaar te maken of toch afdrukken wilt maken als er geen papier van het juiste formaat in het apparaat is geladen.
Pagina 264
PRINTER MEERDERE PAGINA'S OP ÉÉN PAGINA AFDRUKKEN Met deze functie kunt u de afdrukafbeelding verkleinen en meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Dit is handig als u meerdere afbeeldingen zoals foto's op één pagina wilt afdrukken of als u papier wilt besparen. Deze functie kan ook worden gecombineerd met 2-zijdig afdrukken voor een maximale papierbesparing.
Pagina 265
PRINTER Windows (1) Configureer de instellingen op het tabblad [Algemeen]. (2) Selecteer het aantal pagina's per vel. (3) Als u randen wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje [Rand] in zodat er een vinkje verschijnt. (4) Selecteer de volgorde van de pagina's. (2) (3) Macintosh (1) Selecteer [Lay-out].
Pagina 266
PRINTER GENIETE UITVOER Nietfunctie De nietfunctie kan worden gebruikt om afdrukken te nieten. Deze functie biedt een aanzienlijke tijdsbesparing bij het maken van handouts voor een vergadering of ander geniet materiaal. De nietfunctie kan ook worden gecombineerd met 2-zijdig afdrukken voor het maken van verzorgd ogende materialen. Nietjes Links 1 nietje*...
Pagina 267
PRINTER Windows (1) Configureer de instellingen op het tabblad [Algemeen]. (2) Selecteer de "Zijde voor inbinden". Deze instelling werkt alleen voor pamfletstijl. (3) Selecteer de nietfunctie. • Selecteer bij gebruik van de nietfunctie het aantal nietjes in het menu "Nieten". Macintosh (1) Selecteer [Printerfuncties].
Pagina 268
PRINTER HANDIGE AFDRUKFUNCTIES In dit gedeelte worden handige functies voor specifieke afdrukdoeleinden uitgelegd. • HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN BOEKJES EN • FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST EN POSTERS AFBEELDINGEN (pagina 3-42) • FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET FORMAAT EN •...
Pagina 269
PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer de "Zijde voor inbinden". (3) Selecteer [Pamfletten naast elkaar] of [Twee op één pamflet]. 3-33 Inhoudsopgave...
Pagina 270
PRINTER DE MARGE VERGROTEN (Margeverschuiving) Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding te verschuiven zodat de marge rechts, links of boven aan het vel wordt vergroot. Dit is handig wanneer u de afdrukken wilt nieten, maar de inbindstrook de tekst overlapt.
Pagina 271
PRINTER EEN POSTER MAKEN (Poster afdrukken) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt een pagina met afdrukgegevens vergroten en afdrukken door meerdere vellen papier te gebruiken (4 vellen (2x2), 9 vellen (3x3) of 16 vellen (4x4)). De vellen kunnen dan samengevoegd worden om een grotere poster te maken.
Pagina 272
PRINTER FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET FORMAAT EN DE STAND VAN DE AFBEELDING HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN (180 graden draaien) Met deze functie kunt u de afbeelding 180 graden draaien zodat deze correct kan worden afgedrukt op papier dat maar in één richting kan worden geladen (zoals enveloppen of geperforeerde vellen).
Pagina 273
PRINTER HET AFDRUKBEELD VERGROTEN/VERKLEINEN (Zoom/XY-zoom) Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding met een geselecteerd percentage te vergroten of verkleinen. Zo kunt u een kleine afbeelding vergroten of marges toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen. Als u de PS-printerdriver (Windows) van het apparaat gebruikt, kunt u de breedte- en lengtepercentages afzonderlijk instellen om de verhoudingen van de afbeelding te wijzigen.
Pagina 274
Als de gegevens lijnen van verschillende dikte bevat, kunt u ook alle lijnen op de minimale breedte afdrukken. Windows (Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-, Sharp Advanced Printing Language-c-printerstuurprogramma worden gebruikt.) (1) Klik op het tabblad [Geavanceerd]. (2) Lijndikte aanpassen.
Pagina 275
PRINTER DE AFBEELDING SPIEGELEN (Spiegelbeeld) De afbeelding kan zodanig worden gedraaid dat een spiegelbeeld ontstaat. Deze functie kan worden gebruikt om een sjabloon te maken voor houtbewerking of een ander afdrukmedium. Windows (Voor deze functie is de PS-printerdriver vereist.) (1) Klik op het tabblad [Geavanceerd]. (2) Selecteer de instelling voor een gespiegelde afbeelding.
Pagina 276
PRINTER FUNCTIE VOOR AANPASSING VAN AFBEELDING HELDERHEID EN CONTRAST VAN DE AFBEELDING AANPASSEN (Aanpassing van afbeelding) Bij het afdrukken van een foto of andere afbeelding kunnen de helderheid en het contrast worden ingesteld in de afdrukinstellingen. Deze instellingen kunnen worden gebruikt voor eenvoudige correcties wanneer er geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd. Windows (1) Klik op het tabblad [Geavanceerde instellingen].
Pagina 277
PRINTER ONDUIDELIJKE TEKST EN LIJNEN IN ZWART AFDRUKKEN (Tekst naar zwart/Vector naar zwart) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Bij het afdrukken van een afbeelding in grijstinten kunnen kleurentekst en vage lijnen worden afgedrukt in zwart. (Rastergegevens zoals ABCD ABCD bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.) Hierdoor kunt u kleurentekst en vage lijnen die bij afdrukken in grijstinten moeilijk te...
Pagina 278
PRINTER FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN EEN WATERMERK TOEVOEGEN AAN AFDRUKKEN (Watermerk) U kunt lichte, schaduwachtige tekst toevoegen aan de achtergrond van de afgedrukte afbeelding, als een watermerk. De grootte, hoek en positie van het watermerk kan worden aangepast. De tekst kan worden geselecteerd uit een standaardlijst of worden ingevoerd om een persoonlijk watermerk te maken.
Pagina 279
PRINTER EEN AFBEELDING OVER DE AFDRUKGEGEVENS AFDRUKKEN (Afbeeldingsstempel) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt een op uw computer opgeslagen bitmap- of JPEG-afbeelding afdrukken over de afdrukgegevens. Het formaat, de positie en de hoek van de afbeelding kunnen worden ingesteld. Deze functie kan worden gebruikt om de afdrukgegevens te "merken"...
Pagina 280
PRINTER OVERLAYS MAKEN VOOR AFDRUKGEGEVENS (Overlays) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt afdrukgegevens afdrukken in een eerder gemaakte overlay. XXXX XXXX Door tabellijnen of een decoratieve rand te maken in een andere toepassing dan het tekstbestand en deze gegevens te registreren als 1 100 1 100 overlaybestand kunt u eenvoudig een aantrekkelijk afdrukresultaat...
Pagina 281
PRINTER AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN GESPECIFICEERDE PAGINA'S OP ANDER PAPIER AFDRUKKEN (Ander papier) • Deze functie in een Windows-omgeving gebruiken De voor- en achterkaft en bepaalde pagina's van een document kunnen op ander papier worden gedrukt dan de andere pagina's. Gebruik deze functie als u de voor- en achterkaft op zwaar papier wilt afdrukken, of gekleurd papier of een andere papiersoort bij bepaalde pagina's wilt tussenvoegen.
Pagina 282
PRINTER Macintosh (Deze functie kan alleen in Mac OS X v10.4.11, v10.5 tot 10.5.8, 10.6 tot 10.6.8 en 10.7 tot 10.7.2 worden gebruikt.) (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Ander papier]. (3) Selecteer de instellingen voor het invoegen van kaften. Selecteer de afdrukinstelling, papierlade en papiersoort voor de kaftpagina en de laatste pagina.
Pagina 283
PRINTER INVOEGVELLEN TOEVOEGEN BIJ HET AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN (Transparant-insteekvellen) Bij het afdrukken op transparanten voorkomt deze functie dat de transparanten aan elkaar plakken door een vel papier tussen elke twee transparanten te voegen. Het is ook mogelijk om de inhoud van elk transparant af te drukken op het bijbehorende invoegvel.
Pagina 284
PRINTER EEN CARBONAFDRUK MAKEN (Carbonafdruk) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Deze functie wordt gebruikt om een extra afdruk van de afbeelding te maken op papier van hetzelfde formaat maar uit een andere papierlade. Als u bijvoorbeeld carbonafdruk selecteert wanneer standaardpapier is geladen in papierlade 1 en gekleurd papier in papierlade 2, kan een op een carbondoorslag gelijkend afdrukresultaat worden verkregen door slechts eenmaal de afdrukopdracht te selecteren.
Pagina 285
PRINTER TEKST AFDRUKKEN OP TABS VAN TABPAPIER (Afdrukken op tabpapier/Tabpapierinstellingen) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Deze functie wordt gebruikt om tekst af te drukken op de tabs van tabpapier. Afdrukken op tabpapier (alleen PCL6) Het is mogelijk om op elk vel tabpapier af te drukken dat u op de gewenste paginapositie invoegt.
Pagina 286
PRINTER Afdrukken op tabpapier Open de gegevens die u op het tabpapier wilt afdrukken en selecteer dan de instellingen. (Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt.) (1) Klik op het tabblad [Speciale modus]. (2) Selecteer [Afdrukken op tabpapier] en klik op de knop [Instellingen].
Pagina 287
PRINTER TWEEZIJDIG AFDRUKKEN WAARBIJ BEPAALDE PAGINA'S OP DE VOORZIJDE WORDEN AFGEDRUKT (Hoofdstukinvoegingen) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt bepaalde pagina's op de voorzijde van het papier laten Voorbeeld: afdrukken. Wanneer pagina's 4 en 8 als pagina-instellingen bepaald zijn. Wanneer een pagina (bijvoorbeeld de eerste pagina van een hoofdstuk) wordt opgegeven als voorzijdepagina, wordt de pagina op de voorzijde van het papier afgedrukt ook al zou hij...
Pagina 288
PRINTER HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEE MACHINES GEBRUIKEN OM EEN GROTE AFDRUKTAAK UIT TE VOEREN (Tandemafdruk) Voor deze functie is de harde schijf vereist. Voorbeeld: 4 sets kopieën afdrukken Voor het gebruik van deze functie zijn twee machines vereist. Tandemafdruk stelt u in staat om een grote afdruktaak te laten uitvoeren door twee machines die op uw netwerk zijn aangesloten.
Pagina 289
PRINTER AFDRUKBESTANDEN OPSLAAN EN GEBRUIKEN (Vasthouden/Documentarchivering) Voor deze functie is de harde schijf vereist. Deze functie wordt gebruikt om een afdruktaak als bestand op te slaan op de harde schijf van het apparaat, zodat de taak wanneer nodig kan worden afgedrukt via het bedieningspaneel. U kunt een locatie selecteren voor het opslaan van een bestand om te voorkomen dat het bestand wordt samengevoegd bij de bestanden van andere gebruikers.
Pagina 290
PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Taakverwerking]. (2) Selecteer de instelling voor vasthouden. Schakel het selectievakje [Vasthouden] in . Selecteer de methode van vasthouden in "Vasthouden instellingen". Om de handeling te vereenvoudigen wanneer u de volgende keer hetzelfde wachtwoord instelt, kunt u op de toets (vergrendelen) klikken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd (5 tot 8 cijfers).
Pagina 291
PRINTER AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Wanneer de printerdriver niet is geïnstalleerd op uw computer, of wanneer de applicatie om een af te drukken bestand te openen niet beschikbaar is, kunt u direct op het apparaat afdrukken zonder de printerdriver. Hieronder ziet u de bestandstypen (en overeenkomstige extensies) die u direct kunt afdrukken. PDF/ Bestandstype TIFF...
Pagina 292
PRINTER DIRECT AFDRUKKEN VAN EEN BESTAND OP EEN FTP-SERVER Wanneer een FTP-server is gekoppeld aan de webpagina's van het apparaat, kunt u een bestand op de FTP-server specificeren en afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat. Hierdoor hoeft u het bestand niet meer te downloaden en af te drukken vanaf een computer. Zie " OVER DE "...
Pagina 293
PRINTER Druk het geselecteerde bestand af. Annuleren Printen Bestand-01.tiff (1) Selecteer afdrukvoorwaarden. Als u in stap 3 een bestand (PCL of PS) hebt geselecteerd dat Papierformaat afdrukinstellingen bevat, worden deze instellingen toegepast. Aantal afdrukken Auto (1 999) (2) Druk op de toets [Afdrukken]. Uitvoer Aanpassen aan pagina Het printen begint.
Pagina 294
PRINTER Open het USB-geheugen. (1) Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING]. KOPIE BEELD DOCUMENT- VERZENDEN ARCHIVERING (2) Druk op de tab [Ex.datatoegang]. Scannen naar schijf Status vaste schijf Best. ophalen Ex.datatoegang (3) Druk op de toets [USB-geheugen]. Externe gegevenstoegang USB-geheugen Netwerkmap Systeeminstellingen (Beheerder): Uitschakelen Rechtstreeks afdrukken USB-geheugen Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van bestanden van een USB-geheugen te blokkeren.
Pagina 295
PRINTER Verwijder het USB-geheugen van het apparaat. Als u een PDF-bestand selecteert waarvoor een wachtwoord is ingesteld, moet u dit wachtwoord invoeren in het opdrachtstatusscherm voordat u het bestand kunt afdrukken. ☞ EEN VERSLEUTELD PDF-BESTAND AFDRUKKEN (pagina 3-68) 3-59 Inhoudsopgave...
Pagina 296
PRINTER EEN BESTAND IN EEN NETWERKMAP DIRECT AFDRUKKEN Met het bedieningspaneel van de machine kunt u een bestand selecteren en afdrukken dat zich bevindt op een server of in een gedeelde map van iemands computer op hetzelfde netwerk als de machine. Ga naar het netwerk.
Pagina 297
PRINTER Open de netwerkmap. Selecteer werkgroep. Zoeken (1) Druk op de toets van de werkgroep die u wilt openen. Werkgroep Naam werkgroep Werk 1 Werk 2 Werk 3 Werk 4 Werk 5 Werk 6 (2) Druk op de toets van de server of werkgroep die u wilt Selecteer server.
Pagina 298
PRINTER Druk op de toets voor het bestand dat u wilt \\Server 1\Gebruiker 1 afdrukken. Bestands- of mapnaam • Het pictogram verschijnt aan de linkerzijde van de toetsen voor Bestand-01.tiff bestanden die kunnen worden afgedrukt. Map01 • Het pictogram wordt links van de toetsen van mappen in de Bestand-02.tiff netwerkmap weergegeven.
Pagina 299
PRINTER DIRECT AFDRUKKEN VANAF EEN COMPUTER U kunt instellingen configureren op de webpagina's van het apparaat zodat u direct vanaf de computer kunt afdrukken zonder gebruik van de printerdriver. Raadpleeg de Beknopte bedieningshandleiding voor de procedure om de webpagina's te openen. AFDRUKTAAK INDIENEN Het is mogelijk om direct een bestand op te geven om te laten afdrukken, zonder de printerdriver te gebruiken.
Pagina 300
PRINTER E-MAIL AFDRUKKEN U kunt een e-mail account configureren in het apparaat, zodat het apparaat uw mailserver periodiek controleert, en automatisch ontvangen e-mailbijlagen afdrukt zonder de printerdriver te gebruiken. Instellingen configureren • Instellingen configureren Als u de functie E-mail afdrukken wilt gebruiken, moet u een e-mailaccount configureren op het apparaat. Als u een account wilt configureren, klikt u op [Toepassingsinstellingen] en vervolgens op [Instellingen voor e-mail afdrukken] in het menu van de webpagina.
Pagina 301
PRINTER DE AFDRUKSTATUS CONTROLEREN OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer. Als u op de toets [OPDRACHT STATUS] drukt, wordt het opdrachtstatusscherm weergegeven van de modus die u gebruikte voordat u op de toets drukte.
Pagina 302
PRINTER SPOOL SCHERM/SCHERM OPDRACHTEN IN DE WACHTRIJ/SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm omvat het scherm opdrachtwachtrij (waarin wordt aangegeven welke kopieer- en afdrukopdrachten wachten om te worden afgedrukt, en de opdracht die momenteel wordt uitgevoerd), en het scherm uitgevoerde opdrachten (waarin de uitgevoerde opdracht worden aangegeven, het spool scherm (met opdrachten die zijn gespoold) en encrypted PDF-opdrachten die wachten op de invoer van een wachtwoord.
Pagina 303
PRINTER Weergave opdrachttoetsen Elke opdrachttoets geeft de positie van de opdracht in de opdrachtwachtrij en de huidige status van de opdracht weer. Computer01 002/000 Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de wachtrij aan. Status Als de opdracht die momenteel wordt afgedrukt voltooid is, schuift de Geeft de opdrachtstatus weer.
Pagina 304
PRINTER EEN VERSLEUTELD PDF-BESTAND AFDRUKKEN Het versleuteld PDF-formaat wordt gebruikt om PDF-bestanden te beveiligen door er een wachtwoord aan toe te kennen. Voor het rechtstreeks afdrukken van een versleuteld PDF-bestand op een FTP-server of van een USB-geheugenapparaat of iets dergelijks die op de machine is aangesloten, volg onderstaande stappen om het wachtwoord in te voeren en te gaan afdrukken.
Pagina 305
PRINTER VOORRANG GEVEN AAN EEN AFDRUKTAAK/EEN AFDRUKTAAK ANNULEREN VOORRANG GEVEN AAN EEN AFDRUKTAAK Als het apparaat bezig is met kopiëren of het afdrukken van een ontvangen fax of andere taak, kunt u voorrang geven aan een afdruktaak die prioriteit heeft en deze eerder afdrukken dan de andere taken. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS].
Pagina 306
PRINTER EEN AFDRUKTAAK ANNULEREN U kunt een taak die wordt afgedrukt, wordt gespoold of in een wachtrij staat annuleren. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Annuleer de taak. (1) Druk op de tab [Afdrukopdr.]. Afdrukopdracht Scan naar Faxopdracht Internetfax Opdr.Wachtr Sets / Voortgang...
Pagina 307
PRINTER OVERSTAPPEN OP EEN ANDER PAPIERFORMAAT ALS HET PAPIER OPRAAKT Als het afdrukken wordt gestopt omdat het papier op is of het in de printerdriver geselecteerde papierformaat niet in het apparaat is geladen, verschijnt een melding op het aanraakscherm. Het afdrukken wordt automatisch hervat wanneer papier in het apparaat wordt geladen en op de toets [OK] wordt gedrukt.
Pagina 308
PRINTER BIJLAGE SPECIFICATIELIJST PRINTERDRIVER De beschikbare functies en de uitvoerresultaten zijn afhankelijk van de printerdriver die wordt gebruikt. Macintosh Functie PCL6 Windows PPD* PPD* Veelgebruikte Kopieën 1-999 1-999 1-999 1-999 functies Afdrukstand X pagina's op Aantal pagina's 2,4,6,8,9,16 2,4,6,8,9,16 2,4,6,9,16 2,4,6,9,16 1 vel Volgorde...
Pagina 309
PRINTER Macintosh Functie PCL6 Windows PPD* PPD* Speciale functies Ander papier Transparant- insteekvellen Carbonafdruk Afdrukken op tabpapier Hoofdstukinvoegingen Invoegpagina Tandemafdruk* Vasthouden Document Archiveren Functies voor het Watermerk combineren van Afbeeldingsstempel tekst en Overlay afbeeldingen Beeldkwaliteit Afdrukmodus Normaal/ Normaal/ Normaal/ Normaal/ Fijn Fijn Fijn...
Pagina 310
PRINTER SPECIFICATIES PRINTER Type Ingebouwd MX-M264N: 26 pagina's/min. MX-M314N: 31pagina's/min. Continue afdruksnelheid MX-M354N: 35 pagina's/min. (bij het voortduren afdrukken van hetzelfde document op A4 (8-1/2"x11") gewoon papier in niet-offset modus, zonder verwerkingstijd.) Afdrukresolutie 600x600 dpi, 1200x600dpi Printerstuurprogrammatype Compatibel met PCL6, PostScript 3*...
Pagina 311
HOOFDSTUK 4 Dit hoofdstuk biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de faxfunctie. BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN VOORDAT U DE MACHINE ALS FAXMACHINE GEBRUIKT VERZENDMETHODEN ....... . 4-26 •...
Pagina 312
AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXONTVANGST FAXEN (Eigen nummer verzenden) ..... 4-99 • AFZENDERINFORMATIE TIJDELIJK WIJZIGEN FAXBERICHTEN ONTVANGEN ......4-59 (Eigen naam kiezen) .
Pagina 313
EEN EXTRA TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN EN GEBRUIKEN (Aansluiting extra telefoon) ....4-125 • EEN FAX ONTVANGEN NA BEANTWOORDING VAN EEN GESPREK VIA DE EXTRA TELEFOON (ontvangst op afstand) .
Pagina 314
VOORDAT U DE MACHINE ALS FAXMACHINE GEBRUIKT Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een faxmachine gebruikt. VOORBEREIDINGEN VOOR DE FAX Om de machine als fax te kunnen gebruiken, moet de telefoonlijn zijn aangesloten en het soort telefoonlijn ingesteld. VERBINDING MET DE TELEFOONLIJN Gebruik alleen de meegeleverde telefoonkabel om de "LINE"...
Pagina 315
TYPE VAN TELEFOONLIJN INSTELLEN De kiesmodus van de machine moet worden ingesteld op het type telefoonlijn dat u gebruikt. Als de instelling niet juist is, kan het apparaat niet bellen. Druk op de toets [Automatische selectie] in "Kiesmodusinstelling" in de systeeminstellingen (beheerder). De machine stelt de kiesmodus automatisch in op het type lijn dat u gebruikt.
Pagina 316
DATUM EN TIJD CONTROLEREN Controleer of de correcte datum en tijd in de machine zijn ingesteld. Datum en tijd worden ingesteld in de systeeminstellingen van de machine. Wanneer u op de [SYSTEEM INSTELLINGEN]-toets drukt, verschijnt het scherm systeeminstellingen in het bedieningspaneel. Selecteer [Standaard Instellingen], [Klok], en [Klokaanpassing], en stel jaar, maand, dag, uur en minuten in.
Pagina 317
BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE Als u de faxfunctie wilt gebruiken, selecteert u instellingen en handelingen in het basisscherm van faxmodus. Als u het basisscherm van de faxmodus wilt weergeven, drukt u op de toets [BEELD VERZENDEN] en daarna op de tab [Faxen]. KOPIE BEELD DOCUMENT-...
Pagina 318
BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE Dit scherm kunt u gebruiken om de instellingen en handelingen van de faxfunctie te selecteren. KOPIE BEELD DOCUMENT- VERZENDEN ARCHIVERING Gereed voor Luidspreker Opn. verzenden (10) verzenden. Scannen Internetfax Faxen USB-geh. Scannen PC scan Adresboek Scannen: Zenden: Origineel Auto...
Pagina 319
(15) Toets (16) Dit laat de huidige geselecteerde faxontvangstfunctie zien en de hoeveelheid vrij geheugen die nog over is. Wanneer "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens" of "Inst. ☞ beeldcontrole ontvangen gegevens" in de systeeminstellingen is FAXBERICHTEN ONTVANGEN (pagina 4-59) geactiveerd, verschijnt dit zodra een fax ontvangen wordt. : Alleen "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens"...
Pagina 320
Toets [R] Wanneer de machine is aangesloten op een PBX, kan de "PBX-instelling" worden ingeschakeld om automatisch verbinding te maken met de buitenlijn telkens u op de normale manier een nummer belt. Wanneer de PBX-instelling is ingeschakeld, verschijnt de toets [R] in het basisscherm. Als u een nummer in uw PBX wilt bellen, drukt u op de toets [R] voordat u het nummber kiest om de "PBX-instelling"...
Pagina 321
ADRESBOEKSCHERM Dit scherm wordt gebruikt om uit een lijst van opgeslagen bestemmingen een bestemming te kiezen. (10) (11) CCC CCC 0123456789 Voorwaarde- (12) Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF Globaal Adres GGG GGG HHH HHH Zoeken...
Pagina 322
Bij gebruik van de netwerkscannerfunctie of de internetfaxfunctie wordt een ander pictogram in de sneltoetsweergave weergegeven wanneer een niet-faxbestemming (adres) wordt opgeslagen. ☞ EEN FAXNUMMER OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK (pagina 4-18) • Systeeminstellingen: Adresboek (pagina 7-16) Dit wordt gebruikt om faxnummers op te slaan onder sneltoetsen. •...
Pagina 323
Indexweergave Indexen vergemakkelijken het zoeken naar een bestemming (sneltoets). De bestemmingen worden afzonderlijk weergegeven op basis van alfabetische zoektekens en indexnummers. Klik op de betreffende indextab om een opgeslagen bestemming weer te geven. Het is handig om veelgebruikte bestemmingen op te slaan in de index [Freq.]. Geef bij het opslaan van een bestemming op of de bestemming moet worden weergegeven in de index [Freq.].
Pagina 324
VOLGORDE VAN FAXVERZENDING Deze sectie legt de basisprocedure uit voor het verzenden van een fax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de invoerlade van de automatische origineelinvoer of op de glasplaat. Voer het faxnummer van de bestemming in • Toets [Adresboek]: Selecteer een bestemming die in het adresboek Gereed voor verzenden.
Pagina 325
Selecteer beeldinstellingen. Selecteer instellingen voor het te faxen origineel. Scan Internetfax Faxen USB-geh. Scan PC scan • [Origineel]-toets: Gebruik deze toets om het oorspronkelijke formaat, het oorspronkelijke verzendformaat en het tweezijdig Adresboek Scannen: Zenden: Origineel Auto Auto scannen van originelen te selecteren. ☞...
Pagina 326
Start de transactie. Scan het origineel en verzend de fax. Als het origineel op de glasplaat is gelegd, volg dan deze stappen om het scannen en verzenden te starten: Als u een normale fax verstuurt (geheugenverzending) (1) Druk op de toets [START]. (2) Vervang na afloop van het scannen het origineel door het volgende origineel.
Pagina 327
BESTEMMINGEN INVOEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u faxnummers van bestemmingen kunt invoeren. U kunt faxnummers van bestemmingen invoeren met de cijfertoetsen of door een eerder opgeslagen faxnummer op te roepen met het adresboek of een zoeknummer. EEN FAXNUMMER INVOEREN MET DE CIJFERTOETSEN Voer het faxnummer van een bestemming in met de cijfertoetsen.
Pagina 328
EEN FAXNUMMER OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK Het scherm adresboek geeft opgeslagen bestemmingen weer als sneltoetsen. Een faxnummer van een bestemming roept u op door eenvoudigweg op de sneltoets van die bestemming te drukken. Dit wordt "one-touch-bellen" genoemd. Het is ook mogelijk om meerdere faxnummers onder een one-touch-toets op te slaan. Hierdoor kunt u alle nummer oproepen door simpelweg die toets in te drukken.
Pagina 329
OPROEPEN VAN EEN OPGESLAGEN BESTEMMING Een faxnummer van een bestemming roept u op door eenvoudigweg op de sneltoets van die bestemming te drukken. Druk op [Adresboek]. Scan Internetfax Faxen USB-geh. Scan PC scan Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Direct TX Belichting Auto Subadres...
Pagina 330
INGEVOERDE BESTEMMINGEN CONTROLEREN EN WISSEN Wanneer u meerdere bestemmingen hebt ingevoerd, kunt u ze weergeven en controleren. Ook is het mogelijk om een bestemming te wissen (selectie van bestemming annuleren). Druk op [Adresoverzicht]. Voorwaarde- Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD Adresinvoer...
Pagina 331
BESTEMMING OPROEPEN MET EEN ZOEKNUMMER Een bestemming die in het Adresboek is opgeslagen, kan met de toets worden opgeroepen. Dit kan vanuit het basisscherm van alle modi of vanuit het scherm Adresboek. Druk op de toets Scan Internetfax Faxen USB-geh. Scan PC scan Adresboek Origineel...
Pagina 332
EEN BESTEMMING OPROEPEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de webpagina's is opgeslagen, kunt u de bestemming van een faxnummer opzoeken in een globaal adresboek. Open het scherm Globaal Adres Zoeken. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Instellingen (2) Druk op [Globaal Adres Zoeken].
Pagina 333
Selecteer de bestemming. (1) Druk op de toets van de gewenste bestemming. Voorwaarde- Als er geen namen worden gevonden die overeenkomen met de Instellingen Details zoekletters, krijgt u een melding. Druk op [OK] om het bericht te sluiten Adresoverzicht XXX AAA 0123456789 en druk op [Opnieuw Zoeken] om nogmaals te zoeken.
Pagina 334
OPNIEUW VERZENDEN De bestemmingen van de meest recente 8 verzendingen van fax, scannen naar e-mail en/of internetfax worden opgeslagen. Een van deze 8 kan geselecteerd worden opnieuw naar de bestemming verzonden te worden. Druk op [Opn. verzenden]. Gereed voor verzenden. Luidspreker Opn.
Pagina 335
KETTINGKIEZEN Nummerreeksen die u met cijfertoetsen en/of sneltoetsen hebt ingevoerd, kunnen met elkaar verbonden worden door onderbrekingen en kunnen als een enkel nummer worden gebeld. Gebruik kettingkiezen om een lang nummer te bellen (zoals een internationaal nummer) wanneer de landcode en/of netnummer afzonderlijk onder sneltoetsen zijn opgeslagen.
Pagina 336
BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Deze sectie legt de basisprocedures voor het verzenden van een fax uit. VERZENDMETHODEN Hieronder vindt u een uitleg van de methoden voor het verzenden van een fax vanaf de machine. Selecteer de methode die u wenst. Gebruik de automatische documentinvoer om een grote hoeveelheid originelen te faxen. De originelen worden in het geheugen gescand en vervolgens verzonden (geheugenverzending).
Pagina 337
Gebruik de glasplaat om dikke originelen of pagina's van een boek te faxen. ☞ DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN (pagina 4-35) Verzending Wanneer de glasplaat wordt gebruikt voor verzending, zal de snelle online-verzending niet werken. Gebruik de functie direct verzenden als u een fax wil verzenden voor de al eerder gereserveerde faxverzendingen.
Pagina 338
STANDEN VOOR DE PLAATSING VAN HET ORGINEEL Wanneer een origineel met formaat A4 (8-1/2" x 11") in verticale richting wordt geplaatst ( ), wordt het beeld automatisch 90 graden gedraaid en verstuurd in horizontale richting ( ) (Beelddraaiing). Als het origineel in horizontale richting is geplaatst ( ), wordt het in die richting verzonden ) zonder te worden gedraaid.
Pagina 339
VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen verzonden worden. Minimaal formaat origineel Maximaal formaat origineel Met de automatische origineelinvoer 131 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) 297 mm (hoogte) x 1000 mm* (breedte) (5-1/8" (hoogte) x 5-1/2" (breedte) (11-5/8" (hoogte) x 39-3/8" (breedte) Met de glasplaat 297 mm (hoogte) x 432 mm (breedte) –...
Pagina 340
ALS DE LIJN BEZET IS Als de lijn bezet is wanneer u een fax verzendt, zal er na een standaardinterval automatisch opnieuw een poging tot verzenden plaatsvinden. Dit werkt alleen in de functie geheugenverzending. In de functie direct verzenden of in de functie handmatig verzenden zal de verzending geannuleerd worden.
Pagina 341
MODUS FAXBESTEMMINGSBEVESTIGING In de modus faxbestemmingsbevestiging wordt een bestemmingsbevestigingsbericht weergegeven wanneer een faxverzending wordt uitgevoerd, om te vermijden dat per ongeluk naar de verkeerde bestemming wordt verzonden. Deze functie wordt ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder). Wanneer deze functie ingeschakeld staat, zal een bericht verschijnen om de bestemming te bevestigen wanneer op de toets [START] wordt gedrukt om de faxverzending te starten.
Pagina 342
HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOER VOOR VERZENDING Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Deze sectie geeft uitleg over het gebruik van de automatische documentinvoereenheid om een fax te versturen. Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de documentinvoerlade met de vellen Indicatiestreep...
Pagina 343
DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOER GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de documentinvoerlade met de vellen Indicatiestreep gelijkmatig verdeeld. Steek de originelen helemaal in de lade van de documentinvoer. In de documentinvoerlade kunnen meerdere originelen worden geplaatst.
Pagina 344
• De volgende functies kunnen niet samen met de functie directe verzending worden gebruikt: Programma, Timer-verzending, 2-in-1, Kaart Formaat, Opdracht Samenstellen, Navraaggeheugen, Aantal originelen, Bestand, Snelbestand, Geheugenvak, 2-zijdig scannen van originelen, Globaal Adres zoeken • De fax zal niet opnieuw verzonden worden als een directe verzending faalde door een communicatiefout of door een andere reden. •...
Pagina 345
DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN Als u een dik origineel of een origineel dat niet via de automatische documentinvoer kan worden ingevoerd wilt faxen, open dan de automatische documentinvoer en plaats het origineel op de glasplaat. Open de documentinvoer, plaats het origineel met Detector de bovenzijde naar beneden op de glasplaat en origineelformaat...
Pagina 346
Druk op [START]. Het scannen begint. Wanneer u een andere pagina wilt scannen, wijzigt u pagina's en drukt op de toets [START]. Herhaal dit tot alle originelen zijn gescand. Als er gedurende één minuut geen handeling plaatsvindt, stopt het scannen automatisch en wordt de verzending gereserveerd. Druk op de toets [Lezen Klaar].
Pagina 347
DE GLASPLAAT GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN Wanneer u vanaf de glasplaat een fax verstuurd met de functie directe verzending, kunt u maar één pagina verzenden. Open de documentinvoer, plaats het origineel met Detector de bovenzijde naar beneden op de glasplaat en origineelformaat sluit voorzichtig de documentinvoer.
Pagina 348
Druk op de [Direct TX]-toets. Scan Internetfax Faxen USB-geh. Scan PC scan Adresboek Scannen: Zenden: Origineel Auto Auto Direct TX Belichting Auto Subadres Resolutie Standaard Adresoverzicht Speciale Functies Bestand Snelbestand Automatische Ontvangst Voorbeeldweergave Faxgeh.: 100% Druk op [START]. De verzending wordt gestart. Een verzending annuleren...
Pagina 349
VERZENDINGEN MET DE LUIDSPREKER Wanneer u de luidspreker gebruikt om te bellen, wordt de fax verstuurd nadat het nummer is gebeld en de verbinding is gemaakt. Als iemand antwoordt, zult u zijn of haar stem horen, maar u zult zelf niet kunnen spreken. Plaats het origineel.
Pagina 350
DEZELFDE FAX VERSTUREN NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN (Distributie verzendopdracht) Deze functie is handig als u dezelfde fax naar meerdere bestemmingen moet versturen, zoals u een verslag verzenden naar filialen in verschillende regio's. U kunt tot maximaal 500 bestemmingen in een distributiebewerking versturen. Verzending Originelen Het kan handig zijn om de bestemmingen waar u regelmatig faxen naar toestuurt via distributie verzendopdrachten op te slaan in groeptoetsen.
Pagina 351
Voer het faxnummer van de bestemming in. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. CCC CCC Pauze Volgend adres 0123456789 (2) Druk op de sneltoets van de gewenste bestemming. Voorwaarde- Instellingen (3) Herhaal stap (2) totdat alle bestemmingen zijn AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht geselecteerd.
Pagina 352
Controleer de bestemmingen en druk op de toets A d r e s o v e r z i c h t [OK]. 0 0 1 C C C C C C 0 0 2 K K K K K K M M M M M M 0 0 3 L L L L L L...
Pagina 353
Opnieuw verzenden naar rondzendbestemmingen De resultaten van een uitgevoerde rondzendopdracht (distributie) kunnen worden gecontroleerd in het scherm opdrachtstatus. Als een verzending naar één of meerdere van de bestemmingen is mislukt, kunt u de fax opnieuw versturen naar deze bestemmingen. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Druk op [Voltooid].
Pagina 354
Stuur de fax opnieuw naar bestemmingen waarbij D e t a i l s de verbinding is mislukt. u l t i v e r z e n d e n 0 0 0 1 O p n i e u w S t a r t t i j d A d r e s S t a t u s...
Pagina 355
FAXBERICHT RECHTSTREEKS VANUIT EEN COMPUTER VERZENDEN (PC-Fax) U kunt een document in een computer via de machine versturen als fax. De procedure voor het faxen via de functie PC-Fax is hetzelfde als de procedure voor het afdrukken van documenten. Selecteer het stuurprogramma van de PC-Fax als stuurprogramma voor het afdrukken en selecteer dan de opdracht Afdrukken in de softwaretoepassing.
Pagina 356
WEERGAVE-INSTELLINGEN Instellingen voor het scannen van het origineel worden in het basisscherm van elke modus geselecteerd. De huidige status van elke instelling verschijnt rechts van de voor het selecteren van de instelling gebruikte toets. Scan Internetfax Faxen USB-geh. Scan PC scan Adresboek Origineel Scannen:...
Pagina 357
AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN DUBBELZIJDIG ORIGINEEL SCANNEN 2-zijdig (origineel) De automatische documentinvoer zal automatisch beide zijden van het document scannen. Verzending 2-zijdig origineel De voor- en achterkant worden als twee afzonderlijke pagina's Druk op [Origineel]. ☞ WEERGAVE-INSTELLINGEN (pagina 4-46) Geef de inbindstijl van het 2-zijdig origineel (boek of F a x / O r i g i n e e l schrijfblok) en in welke afdrukstand het origineel is...
Pagina 358
SCANFORMAAT EN VERZENDFORMAAT OPGEVEN (vergroten/verkleinen) Bij plaatsing van het origineel wordt het formaat automatisch waargenomen en weergegeven op het basisscherm. Het formaat van het geplaatste origineel wordt aangegeven als het scanformaat, en het te verzenden formaat wordt aangegeven als het verzendformaat.
Pagina 359
Het scanformaat van het origineel opgeven (via papierformaat) Als het origineel geen standaardformaat heeft of als u het scanformaat wilt wijzigen, druk dan op [Origineel] om het formaat van het origineel handmatig op te geven. Plaats het origineel in de lade van de automatische origineelinvoer of op de glasplaat en volg onderstaande stappen. Druk op [Origineel].
Pagina 360
Tik op de toets [OK]. F a x / O r i g i n e e l S c a n f o r m a a t 1 0 0 % V e r z e n d f o r m a a t u t o f d r u k s t a n d 2 - Z i j d i g...
Pagina 361
Het scanformaat van het origineel opgeven (met numerieke waarden) Als u een origineel scant dat geen standaardformaat heeft, zoals een ansichtkaart of kaart, volg dan deze stappen om het formaat van het origineel op te geven. De breedte kan varieen van 25 mm tot 432 mm (1" tot 17"), en de hoogte kan variëren van 25 mm tot 297 mm (1" tot 11-5/8"). Druk op [Origineel].
Pagina 362
Tik op de toets [OK]. F a x / O r i g i n e e l Het opgegeven formaat wordt weergegeven op de toets [Scanformaat]. S c a n f o r m a a t V e r z e n d f o r m a a t X 4 2 0 Y 2 9 7 u t o f d r u k s t a n d...
Pagina 363
Het verzendformaat van het origineel opgeven Geef het verzendformaat op als een papierformaat. Als het verzendformaat groter is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding vergroot. Als het verzendformaat kleiner is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding verkleind. Het verzendformaat kan niet worden opgegeven als [Lang Form.] als scanformaat is geselecteerd of als het formaat in getalswaarden is opgegeven. Druk op [Origineel].
Pagina 364
Geef op in welke afdrukstand het origineel is geplaatst. F a x / O r i g i n e e l (1) Druk op de juiste [Stand afbeelding]-toets. S c a n f o r m a a t 1 4 1 % V e r z e n d f o r m a a t Als u hier de verkeerde stand kiest, zal het beeld niet op de juiste...
Pagina 365
BELICHTING WIJZIGEN De belichting kan worden aangepast aan de helderheid van het origineel. Raadpleeg de volgende tabellen om de juiste instellingen te kiezen. Belichtingsinstellingen: Belichting Toepassing Auto Bij deze instelling wordt de belichting automatisch aangepast aan lichtere en donkerdere delen van het origineel.
Pagina 366
RESOLUTIE WIJZIGEN De resolutie kan zo gekozen worden dat deze overeenkomt met de eigenschappen van het origineel, zoals tekst of foto, het formaat van de tekst en de lichtsterkte van de afbeelding. Raadpleeg de volgende tabellen om de juiste instellingen te kiezen. Resolutie-instellingen Resolutie Toepassing...
Pagina 367
CONTROLEREN VAN DE TE VERZENDEN AFBEELDING (Voorbeeld) Voor deze functie is de harde schijf vereist. Als u op de toets [Voorbeeld] tikt voordat u het origineel scant, kunt u de gescande afbeelding vóór verzending controleren op het aanraakscherm. * De standaard fabrieksinstelling is uitgeschakeld. Afhankelijk van de omvang van de verzendgegevens, kan een deel van de voorbeeldafbeelding wegvallen op het voorbeeldscherm op het aanraakscherm.
Pagina 368
VOORBEELD AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het voorbeeld afbeeldingscontrole uitgelegd. Voorbeeldweergave Info verzender Overzicht functie Weergave draaien Verzending /0010 beginnen? 0001 Voorvertoning Toets [Info verzender] Er verschijnt een voorbeeld van het gescande origineel. Druk hierop om de afzenderinformatie voor fax eigen nr. weer te Als de afbeelding is afgesneden, verschuif het beeld dan met de geven.
Pagina 369
FAXONTVANGST In dit gedeelte worden de basisprocedures voor het ontvangen van faxberichten uitgelegd. FAXBERICHTEN ONTVANGEN Als de ontvangstfunctie ingesteld is op "Automat. Faxgeheugen", ontvangt en drukt de machine automatisch faxberichten af. De functie faxontvangst verschijnt in het basisscherm. Scan Internetfax Faxen USB-geh.
Pagina 370
FAXBERICHT ONTVANGEN Wanneer er een fax is verzonden naar de machine, zal de machine de fax automatisch ontvangen en afdrukken. De machine belt en de faxontvangst begint automatisch. Pieptoon Er klinkt een pieptoon wanneer de ontvangst klaar is. • Systeeminstellingen (Beheerder): Luidsprekerinstellingen Dit wordt gebruikt om het volume en de toon van het ontvangstgeluid aan te passen.
Pagina 371
FAXBERICHT HANDMATIG ONTVANGEN U kunt een faxbericht handmatig ontvangen via het aanraakscherm. Als de machine belt, drukt u op de toets [Luidspreker] in het basisscherm en daarna op de toets [Handmatige faxontvangst]. T e l e f o o n m o d u s . L u i d s p r e k e r O p n .
Pagina 372
EEN FAX MET WACHTWOORDBEVEILIGING AFDRUKKEN (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) De optie "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens" in de systeeminstellingen (beheerder) kan worden ingeschakeld om faxen in het geheugen te ontvangen zonder ze af te drukken. Om faxen af te drukken moet een wachtwoord worden ingevoerd. Als deze functie wordt gebruikt, verschijnt een invoerscherm voor het wachtwoord in het aanraakscherm wanneer een fax wordt ontvangen.
Pagina 373
DE AFBEELDING VOOR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Voor deze functie is de harde schijf vereist. Wanneer "Instelling beeldcontrole ontvangen data" in de systeeminstellingen (beheerder) is ingeschakeld, kunt u een ontvangen afbeelding in het aanraakscherm controleren voordat u hem afdrukt. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding af te drukken.
Pagina 374
DE AFBEELDING VOOR HET DOORSTUREN CONTROLEREN Voor deze functie is de harde schijf vereist. Wanneer "Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens" is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kunt u de ontvangen gegevens van de lijst selecteren en ze doorsturen naar de adressen die in het adresboek geregistreerd staan. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding door te sturen.
Pagina 375
Start doorsturen Raak de toets [Start doorst.] aan. AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF GGG GGG HHH HHH III III JJJ JJJ Freq. ABCD EFGH IJKL MNOP QRSTU VWXYZ etc. Adressen sorteren Start doorsturen. Als het scherm van stap 1 verschijnt terwijl u bezig bent met het configureren van de instellingen van een functie in de instelschermen, worden de geconfigureerde instellingen geannuleerd als u de afbeelding weergeeft.
Pagina 376
ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN (Doorsturen Faxdata) Wanneer de machine niet kan afdrukken omdat er geen papier of inkt meer aanwezig is, kunnen ontvangen faxen worden doorgestuurd naar een andere, vooraf ingestelde faxmachine. Deze functie is handig voor het gebruik in een kantoor of andersoortige werkruimte met twee extra telefoonlijnen en waar een tweede faxmachine aangesloten is op een andere telefoonlijn.
Pagina 377
ONTVANGEN FAXEN NAAR EEN ADRES DOORSTUREN (Instelling voor inkomende routing) Wanneer de machine niet kan afdrukken omdat er geen papier of inkt meer aanwezig is, kunnen ontvangen faxen worden doorgestuurd naar een internetfax, e-mailadres of andere, vooraf ingestelde faxmachine. Deze functie kan worden gebruikt om ontvangen faxen door te sturen naar een opgegeven adres zonder ze af te drukken.
Pagina 378
Afzenderadressen opslaan. Als u enkel faxen van opgegeven adressen wenst door te sturen, sla dan de gewenste afzenderadressen op. Afzenderadressen die hier worden opgeslagen, kunnen uit een lijst worden geselecteerd wanneer u een doorstuurtabel opslaat. (1) Klik op [Registratie van afzendernummer/-adres] in het menu [Instelling voor inkomende routing] in de webpagina.
Pagina 379
Een doorstuurtabel opslaan. Volg de onderstaande stappen om een doorstuurtabel op te slaan waarin een opgegeven afzender en doorstuuradres worden gecombineerd. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het menu van de webpagina's en klik op de toets [Toevoegen]. (2) Voer een "Tabelnaam"...
Pagina 380
Te gebruiken doorstuurtabellen opgeven. Om de functie voor inkomende routing te gebruiken, schakelt u in de opgeslagen tabellen de doorstuurtabellen in die u wenst te gebruiken. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het webpaginamenu. (2) Selecteer [Altijd doorsturen] of [Doorsturen op geselecteerde dag &...
Pagina 381
SPECIALE FUNCTIES Dit gedeelte gaat over speciale functies die kunnen worden gebruikt voor faxverzending. SPECIALE FUNCTIES Het menuscherm voor speciale functies verschijnt als in het basisscherm de toets [Spec. Functies] wordt aangeraakt. Het menu van speciale functies bestaat uit twee sch ermen. Druk op de toets om tussen de schermen te wisselen.
Pagina 382
(14) Toets [Transmissierapport] (16) [Geheugenvak]-toets ☞ ☞ AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN ANDERE MACHINE (Transmissierapport) (pagina 4-97) NAVRAAG DOET BIJ UW MACHINE (Navraaggeheugen) (pagina 4-104) (15) Toets [Eigen naam kiezen] ☞ (17) Toets [Navragen] AFZENDERINFORMATIE TIJDELIJK WIJZIGEN (Eigen naam ☞...
Pagina 383
FAXHANDELINGEN OPSLAAN (Programma) Een programma is een groep verzendinstellingen die bij elkaar zijn opgeslagen. Wanneer u verzendinstellingen opslaat in een programma, kunt u deze instellingen weer oproepen en gebruiken voor een andere faxopdracht. Wanneer u bijvoorbeeld hetzelfde A4 (8-1/2" x 11") formaat eens per maand wilt versturen naar alle filialen in diverse regio's. (1) Dezelfde documenten worden naar elk filiaal gefaxt (2) Om papier te sparen, worden documenten van twee pagina's gefaxt als één enkele pagina (3) Vegen op de randen van de documenten worden vóór verzending gewist...
Pagina 384
Plaats het origineel. Plaats het origineel in de lade van de automatische origineelinvoer of op de glasplaat in overeenstemming met de functies die in het programma zijn opgeslagen. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. (2) Druk op [Programma]. ☞...
Pagina 385
WISSEN VAN SCHADUWRANDEN OP EEN AFBEELDING (Wissen) Deze wisfunctie wordt gebruikt om schaduwen op kopieën vanaf boeken of andere dikke originelen te wissen. (Deze functie wist de delen van de afbeelding waar schaduwranden zich meestal voordoen. De functie neemt geen schaduwen waar en wist alleen de schaduwranden.) Scannen van een dik boek Zonder de wisfunctie Met de wisfunctie...
Pagina 386
Selecteer de wisinstellingen. (1) Druk op de gewenste wisfunctie. Fax/Speciale modi Selecteer een van de 4 wisfuncties. Wissen Annuleren Raak de toets [Zijkant wissen] aan om het volgende scherm te openen. Wissen Midden Rand + midden Rand Wissen Rand Wissen wissen Zijkant wissen Annuleren...
Pagina 387
EEN ORIGINEEL ALS TWEE AFZONDERLIJKE PAGINA'S VERZENDEN (Dubbele Pg Scannen) De linker- en rechterzijde van een origineel kunnen als twee afzonderlijke pagina's worden verzonden. Deze functie is nuttig als u de linker en rechter pagina's van een boek of ander gebonden document als losse pagina's wilt faxen. Voorbeeld: De rechter en linker pagina's van een boek faxen Boek of ingebonden document De rechter- en linkerpagina worden als twee afzonderlijke pagina's verzonden...
Pagina 388
Selecteer Dubbele Pagina Scannen. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. Fax/Speciale modi ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 4-71) Programma Wissen Dubbelzij- (2) Druk op de [Dubbele Pg Scannen]-toets zodat deze dige scan wordt gemarkeerd. Timer 2-in-1 Kaart Formaat (3) Tik op de toets [OK]. Opdracht Origineel met Langzame...
Pagina 389
FAX VERZENDEN OP EEN VOORAF INGESTELD TIJDSTIP (Timer) Wanneer u deze functie gebruikt, vindt de verzending automatisch plaats op een vooraf ingesteld tijdstip. De functie timerverzending maakt het eenvoudig verzendingen in de wachtrij, distributie verzendopdrachten en andere verzendingen 's nachts of op andere tijden uit te voeren wanneer de telefoontarieven goedkoper zijn.
Pagina 390
Stel de tijd in met de toetsen (1) Geef de dag op. Fax/Speciale modi Timer Annuleren Wilt u geen dag opgeven, selecteer dan [---]. In dat geval begint de verzending zodra de bij (2) opgegeven tijd aanbreekt. (2) Geef de tijd op (uur, minuut) Dag van de week Tijd Selecteer de tijd in 24-uursindeling.
Pagina 391
TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (2-in-1) U kunt twee originele pagina's verkleinen en verzenden als een enkele pagina. Deze functie is handig wanneer u een groot aantal originelen moet scannen en het aantal te verzenden pagina's beperkt wilt houden. Originelen in staande stand Verzending Originelen in liggende stand...
Pagina 392
Selecteer 2-in-1. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. Fax/Speciale modi ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 4-71) Wissen Programma Dubbelzij- (2) Druk op [2-in-1] zodat de toets wordt gemarkeerd. dige scan Timer 2-in-1 Kaart Formaat (3) Tik op de toets [OK]. Langzame Opdracht Origineel met...
Pagina 393
• Verzending op een formaat dat kleiner is dan het formaat van het origineel is niet mogelijk. • Deze functie kan niet worden gebruikt in de Direct verzenden-functie of wanneer de luidspreker wordt gebruikt tijdens het kiezen van het nummer. •...
Pagina 394
BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART ALS EEN ENKELE PAGINA VERZENDEN (Kaart Formaat) Met deze functie kunt u de voor- en achterkant van een kaart verzenden als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Verzonden afbeelding Originelen Verzending Voorzijde Vorige...
Pagina 395
Geef het formaat van het origineel op. (1) Voer het formaat van het origineel in. a x / S p e c i a l e m o d i • Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) en voer de breedte K a a r t o r m a a t A n n u l e r e n •...
Pagina 396
Druk op de toets [Lezen Klaar]. Plaats volgende origineel. (Pg.nr.x) Druk op [Start]. Wanneer u klaar bent, drukt u op [Einde lezen]. Configureren Einde lezen Als u doorgaat met de voorkant van de kaart te scannen, kunt u de toets [Configureren] indrukken om belichting, resolutie, scanformaat en verzendformaat te wijzigen.
Pagina 397
EEN GROOT AANTAL PAGINA'S VERZENDEN (Opdr. samenst.) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Met deze functie kunt u een zending die bestaat uit een groot aantal originelen opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische origineelinvoer en alle pagina's versturen en één enkele verzending.
Pagina 398
Druk op de toets [START] om de eerste set te scannen. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Plaats de volgende set originelen en druk op de toets [START]. Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand. Om het scannen te annuleren...
Pagina 399
ORIGINELEN VAN VERSCHILLENDE FORMATEN VERZENDEN (Origineel gem. form.) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Met deze functie kunt u originelen van verschillend formaat tegelijk scannen en verzenden, bijvoorbeeld originelen van B4-formaat (8-1/2" x 14") samen met originelen van A3-formaat (11"...
Pagina 400
Selecteer de instelling voor originelen van gemixt formaat. Fax/Speciale modi (1) Druk op de toets [Spec. functies]. ☞ Programma Wissen Dubbelzij- SPECIALE FUNCTIES (pagina 4-71) dige scan (2) Druk op [Origineel gem. form.] zodat de toets wordt Timer 2-in-1 Kaart Formaat gemarkeerd.
Pagina 401
DUNNE ORIGINELEN FAXEN (Langzame scanmodus) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen.
Pagina 402
Druk op [START]. Het scannen begint. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid.Het scannen begint. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Bij selectie van deze functie kan niet automatisch 2-zijdig worden gescand. De Langzame scanmodus annuleren...
Pagina 403
HET AANTAL GESCANDE ORIGINELE VELLEN CONTROLEREN VOOR VERZENDING (Aantal originelen) Het aantal gescande originele vellen kan worden geteld en weergegeven voor de verzending. Door het aantal gescande originele vellen te controleren voor de verzending, vermijdt u verzendingsfouten. Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de documentinvoer.
Pagina 404
Als het scannen klaar is, controleer dan het aantal gescande originele vellen en druk op [OK]. XX pagina's van origineel zijn gescand. (P.x) Het verzenden zal beginnen. Gescande gegevens verzenden? • Wanneer u de modus Opdracht samenstel. gebruikt, zal het bevestigingsbericht verschijnen nadat u op de toets [Lezen Klaar] hebt gedrukt.
Pagina 405
EEN STEMPEL ZETTEN OP GESCANDE ORIGINELEN (Verif. Stempel) Voor deze functie is de automatische documentinvoer vereist. Met deze functie wordt een stempel gezet op elk origineel dat via de automatische origineelinvoer wordt gescand, zodat u kunt controleren of alle originele correct werden gescand. Plaats van de stempel Er wordt een "O"-teken gestempeld...
Pagina 406
Druk op [START]. Het scannen begint. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid.Het scannen begint. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( ) om de bewerking te annuleren. • Wanneer tweezijdige originelen worden gebruikt, wordt de voorzijde van elk origineel twee maal gestempeld. •...
Pagina 407
AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT (Transmissierapport) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een verzending mislukt of wanneer een distributieverzending wordt uitgevoerd. In het transmissierapport staat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam andere partij, vereiste tijd, aantal pagina's, status, enz.).
Pagina 408
Druk op [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen klaar is, plaatst u het volgende origineel en drukt u op de toets [START].
Pagina 409
AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (Eigen nummer verzenden) Uw afzenderinformatie (datum, tijd, naam afzender, faxnummer verzender, aantal pagina's) wordt automatisch toegevoegd bovenaan elke faxpagina die u verzendt. Voorbeeld van een afzenderinformatie op een pagina 04/APR/2012/Woe 3:00 PM AAAAA FAX Nr. 0123456789 P.001/001 (1) Datum, tijdstip Datum en tijdstip van verzending.
Pagina 410
AFZENDERINFORMATIE TIJDELIJK WIJZIGEN (Eigen naam kiezen) U kunt de afzenderinformatie op een fax kiezen uit een lijst met opgeslagen afzenders. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de [Eigen naam kiezen]-toets.
Pagina 411
EEN FAXMACHINE OPROEPEN EN ONTVANGST INITIALISEREN (Navragen) Met deze functie kan de ontvangende machine een andere faxmachine bellen en de ontvangst van het document in die machine starten. Omdat de ontvangende machine de ontvangst van een document initialiseert, wordt deze functie "Navraag ontvangst" genoemd. (1) Verzoeken faxverzending.
Pagina 412
Druk op [START]. Uw machine zal de andere machine bellen en beginnen met de ontvangst van de fax. • Navraag-ontvangst kan worden gebruikt in combinatie met de timerfunctie om navraag te doen op een specifiek tijdstip, zoals bijvoorbeeld 's nachts wanneer u niet aanwezig bent (U kunt maximaal één timer navraag-ontvangst instellen.).
Pagina 413
EEN NAVRAAG-ONTVANGST HANDMATIG INITIALISEREN Gebruik deze procedure wanneer u een navraag-ontvangst moet starten nadat u een opgenomen bericht hebt afgeluisterd, bijvoorbeeld in het geval van een faxinformatie-service. • Zorg ervoor dat er geen origineel in de machine is geplaatst wanneer u de functie Navraag-ontvangst gebruikt. •...
Pagina 414
EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN ANDERE MACHINE NAVRAAG DOET BIJ UW MACHINE (Navraaggeheugen) Het verzenden van een document dat in het geheugen is gescand wanneer een andere machine navraag doet bij uw machine wordt "Navraaggeheugen" genoemd. Voorafgaand aan de navraag, moet het document dat moet worden gefaxt naar de andere machine in het navraaggeheugen worden gescand. Deze functie kan alleen gebruikt worden als de andere machine een Super G3 of G3 machine is en de navraagfunctie ondersteunt.
Pagina 415
EEN DOCUMENT IN EEN NAVRAAGGEHEUGEN SCANNEN Volg deze stappen om een document in een geheugenvak (Openbaar Vak) te scannen voor navraagverzending. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
Pagina 416
Selecteer de Afbeeldingsinstellingen en speciale G e h e u g e n v a k - G e g e v e n s o p s l a g functies. G e h e u g e n v a k l i j s A u t o A u t o O r i g i n e e l...
Pagina 417
EEN DOCUMENT UIT HET OPENBAAR VAK CONTROLEREN U kunt het document dat in het openbare vak van de machine is opgeslagen controleren voor geheugennavraag. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de [Geheugenvak]-toets.
Pagina 418
EEN DOCUMENT VERWIJDEREN UIT HET OPENBAAR VAK Een document verwijderen uit het openbaar vak wanneer u deze niet langer nodig hebt. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de [Geheugenvak]-toets.
Pagina 419
F-CODE COMMUNICATIE VERRICHTEN Dit gedeelte legt uit hoe u F-code communicatiehandelingen verricht. F-code communicatie is mogelijk met machines van andere fabrikanten die ook F-code communicatie ondersteunen. F-CODE COMMUNICATIE Het uitwisselen van vertrouwelijke documenten (vertrouwelijke communicatie), terughalen (navraag) en distributie (navraaggeheugen) van informatie, en distributie van informatie naar meerdere bestemmingen (relay-distributieverzending) is mogelijk met andere machines die F-code communicatie ondersteunen.
Pagina 420
GEHEUGENVAKKEN MAKEN IN DE MACHINE VOOR F-CODE COMMUNICATIE Voordat de F-code communicatiefunctie kan worden gebruikt, moeten er speciale geheugenvakken gemaakt worden met behulp van "F-Codegeheugenvak" in de systeeminstellingen. Een vaknaam en een F-code (subadres en wachtwoord) worden in elk vak geprogrammeerd en een F-code communicatiefunctie wordt toegekend aan elke vak.
Pagina 421
F-CODES GEBRUIKEN VOOR VERTROUWELIJKE COMMUNICATIE Door een fax te verzenden naar een F-Codegeheugenvak (vertrouwelijk) in de ontvangende machine (uw machine of de andere) kan de afzender de verzending specifiek aan de gebruiker van dat vak adresseren. Dit is handig voor het verzenden van vertrouwelijke documenten die alleen bedoeld zijn voor de ontvanger en niemand anders, of wanneer de ontvangende machine door meerdere departementen gebruikt wordt.
Pagina 422
F-CODE VERTROUWELIJKE VERZENDING Volg de onderstaande stappen om een vertrouwelijke fax te verzenden door een F-code aan het faxnummer toe te voegen. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Voer het faxnummer van de bestemming in.
Pagina 423
EEN FAX MET VERTROUWELIJKE F-CODE ONTVANGST CONTROLEREN Als er een vertrouwelijke fax met F-code naar uw machine verzonden is, wordt de fax ontvangen in het geheugenvak dat gespecificeerd is de F-code. Voer het afdrukwachtwoord in om de ontvangen faxen te controleren. De machine maakt een geluid en de fax wordt ontvangen.
Pagina 424
Voer een afdrukwachtwoord in via het numerieke toetsenbord. V o e r P I N i n v i a c i j f e r t o e t s e n . Het teken "–" verandert in " " nadat een cijfer is ingevoerd. n n u l e r e n Let erop dat u het juiste afdrukwachtwoord invoert.
Pagina 425
NAVRAAG ONTVANGST MET F-CODES Deze functie stelt uw machine in staat een andere machine te bellen om te beginnen met de ontvangst van een fax die in de andere machine in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen) ligt opgeslagen. Tijdens de navraaghandeling moet uw machine de F-code (subadres en wachtwoord) die in de andere machine geconfigureerd is correct specificeren anders vindt de navraagontvangst niet plaats.
Pagina 426
Voer het faxnummer van de bestemming in. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Instellingen (2) Druk op de sneltoets van de gewenste bestemming. AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht Als de bestemming niet is opgeslagen in het adresboek, voert u het CCC CCC DDD DDD Adresinvoer...
Pagina 427
NAVRAAGGEHEUGENVERZENDING MET F-CODES Wanneer uw machine van een andere machine een verzoek tot verzending ontvangt, verzendt deze functie van uw machine naar de andere een fax die opgeslagen is in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen). De andere machine moet de F-code die in uw machine geconfigureerd is correct specificeren anders vindt de verzending niet plaats.
Pagina 428
Druk op de [Dataopslag]-toets. Geheugenvak Afsluiten Vertrouwelijke Navraaggeheugen Ontvangst Gegevensopslag Gegevens Gegevenscontrole Gegevenscontrole verwijderen Druk op de toets van het navraaggeheugenvak e h e u g e n v a k - e g e v e n s o p s l a g V o r i g e met F-code.
Pagina 429
Druk op [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen klaar is, plaatst u het volgende origineel en drukt u op de toets [START]. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar].
Pagina 430
DOCUMENT IN NAVRAAGGEHEUGENVAK MET F-CODE CONTROLEREN U kunt het document dat in het F-code navraaggeheugenvak is opgeslagen controleren. Een document in een geheugenvak kan niet worden afgedrukt terwijl het wordt verzonden. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen.
Pagina 431
EEN DOCUMENT WISSEN DAT OPGESLAGEN IS VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE Wanneer een document in een navraaggeheugenvak met F-code niet langer nodig is, volg dan de onderstaande stappen om het te wissen. Een document in een geheugenvak kan niet worden gewist terwijl het wordt verzonden. Speciale functies selecteren.
Pagina 432
RELAY-VERZOEKVERZENDING MET F-CODES Deze functie wordt gebruikt om een fax naar een geheugenvak met F-code relay distributie in een andere machine te sturen en te zorgen dat die machine de fax relayed naar meerdere ontvangende machines. Wanneer er een grote afstand is tussen uw machine en de ontvangende machines, kan het verzenden van de fax naar een relay-machine die zich dichterbij de ontvangende machines bevindt, u helpen de telefoonkosten te verlagen.
Pagina 433
Voer het faxnummer van de bestemming in. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Instellingen (2) Druk op de sneltoets van de gewenste bestemming. AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht Als de bestemming niet is opgeslagen in het adresboek, voert u het CCC CCC DDD DDD Adresinvoer...
Pagina 434
RELAY-DISTRIBUTIEVERZENDING MET F-CODES Wanneer uw machine een relay-verzoekverzending ontvangt, wordt de fax ontvangen in een geheugenvak met F-code relay-distributie in uw machine. Uw machine relays de fax naar alle ontvangende machines die in het geheugenvak geprogrammeerd zijn. Het verzenden naar de ontvangende machines vindt automatisch plaats.
Pagina 435
EEN EXTRA TELEFOON GEBRUIKEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een extra telefoon kunt gebruiken voor telefoongesprekken en om een fax te ontvangen nadat u met de persoon aan de telefoon gesproken hebt. EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN EN GEBRUIKEN (Aansluiting extra telefoon) U kunt een extra telefoon aansluiten aan de machine.
Pagina 436
EEN FAX ONTVANGEN NA BEANTWOORDING VAN EEN GESPREK VIA DE EXTRA TELEFOON (ontvangst op afstand) Volg de stappen hieronder als u een faxontvangst wil starten nadat u een telefoongesprek heeft beantwoord met de extra telefoon. Als u met een puls telefoonlijn (draaifunctie) werkt, stel de extra telefoon dan zo in dat het toonsignalen afgeeft. Wanneer u de telefoon hoort overgaan, neem dan de extra telefoon op.
Pagina 437
DE STATUS VAN FAXOPDRACHTEN CONTROLEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de status van gereserveerde verzendingsopdrachten en van ontvangen faxen kunt controleren. OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer.
Pagina 438
SCHERM OPDRACHTWACHTRIJ EN SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm bestaat uit twee schermen: het scherm opdrachtwachtrij waarin gereserveerde opdrachten en de opdracht in uitvoering worden weergegeven, en het scherm uitgevoerde opdrachten. Wissel tussen de twee schermen door op onderstaande selectietoets (2) van het opdrachtstatusscherm te drukken.
Pagina 439
Weergave opdrachttoetsen Op de toetsen voor de opdrachtwachtrij en uitgevoerde opdrachten op het opdrachtstatusscherm wordt de volgende informatie weergegeven. AAA AAA 10:22 000/004 Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de wachtrij aan. Tijd van reservering/Starttijd Wanneer de huidige verzendopdracht voltooid is, schuift elke opdracht In het scherm opdrachtwachtrij, de datum en tijd waarop de opdracht een positie naar boven in de opdrachtwachtrij.
Pagina 440
• Uitgevoerde opdracht Melding Status "Verzenden OK" Verzending voltooid. "In Geheugen" Ontvangst voltooid, maar de fax is niet afgedrukt. "Ontvangen" Afgedrukte ontvangen faxgegevens. "Doorstuur OK" De ontvangen fax is doorgestuurd. "Gestopt" De opdracht werd gestopt. "Wissen" Verwijderde ontvangen gegevens op het scherm afbeeldingscontrole.
Pagina 441
VOORTGANG WANNEER EEN OPDRACHT UIT DE WACHTRIJ IS UITGEVOERD Een normale verzendopdracht die wordt voltooid gaat over naar het scherm uitgevoerde opdrachten en in de statuskolom verschijnt "Verzenden OK". Ontvangen faxen, timer verzendopdrachten, herhaalopdrachten en doorgestuurde opdrachten worden als volgt in het opdrachtstatusscherm behandeld.
Pagina 442
GERESEERVEERDE OPDRACHTEN OF OPDRACHTEN IN UITVOERING CONTROLEREN U kunt de gedetailleerde inhoud weergeven van een distributieverzending of van een reeks navraagopdrachten. Selecteer (druk op) de toets van de opdracht die u wilt controleren en druk op de [Details]-toets. Het scherm voor opdrachtdetails verschijnt (zie hieronder). D e t a i l s M u l t i v e r z e n d e n 0 0 0 1 V o o r t g a n g :...
Pagina 443
UITGEVOERDE OPDRACHTEN CONTROLEREN U kunt een lijst controleren van de bestemmingen, de bestemmingen waarvoor de verzending mislukte en andere gedetailleerde informatie over voltooide distributieverzendopdrachten, ontvangen faxen doorstuuropdrachten, voltooide reeksen van navraagopdrachten en voltooide opdrachten die gebruikmaakten van de functie documentarchivering. Druk op de toets van de gewenste opdracht in het scherm voor voltooide opdrachten en druk op de [Details]-toets.
Pagina 444
EEN FAX IN UITVOERING OF EEN GERESERVEERDE FAX ANNULEREN Volg de onderstaande stappen om een faxverzending in uitvoer of een gereserveerde faxopdracht te annuleren. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Selecteer de faxopdracht die u wilt annuleren. Afdrukopdracht Scan naar Faxopdracht Internetfax...
Pagina 445
VOORRANG GEVEN AAN EEN GERESERVEERDE FAXOPDRACHT Als er meerdere opdrachten wachten op verzending, worden de opdrachten normaal gesproken op volgorde van reservering verzonden. Mocht het nodig zijn om een opdracht voorrang te verlenen boven andere opdrachten, ga dan als volgt te werk. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS].
Pagina 446
HET ACTIVITEITENLOGBOEK NAKIJKEN (Activiteitenrapport Beeld Verzenden) ACTIVITEITENRAPPORT BEELD VERZENDEN U kunt de machine een logboek laten afdrukken van recente beeldverzendingsactiviteiten (datum, naam, naam andere partij, vereiste tijd, resultaat, enz.). Het Activiteitenrapport Beeld Verzenden bevat nuttige informatie over bijvoorbeeld het soort fouten dat zich voordoet. De laatste 200 transacties worden in het rapport opgenomen.
Pagina 447
INFORMATIE IN DE STATUSKOLOM Foutsoorten en andere informatie worden afgedrukt in de statuskolom van transmissie- en activiteitsrapporten. Als er een transmissie- of activiteitsrapport is afgedrukt, controleer de resultaten van de transactie dan in de statuskolom en neem desgewenst maatregelen. Voorbeelden van berichten die in de statuskolom worden afgedrukt Melding Verklaring De transactie is normaal verlopen.
Pagina 448
SPECIFICATIES VAN DE FAX Model MX-FX11 Geschikte telefoonlijn Openbaar geschakeld telefoonnet, PBX Scanresolutie 8 x 3,85 lijnen/mm (standaard), 8 x 7,7 lijnen/mm (fijn, fijn-halftoon), 8 x 15,4 lijnen/mm (extra fijn, extra fijn - halftoon), 16 x 15,4 lijnen/mm (ultrafijn, ultrafijn - halftoon) (ondersteund ITU-T standaarden) Verzendsnelheid...
Pagina 449
HOOFDSTUK 5 SCANNER/INTERNETFAX Dit hoofdstuk biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de scannerfunctie en de functie Internetfax. De USB-geheugenmodus kan worden gebruikt zonder installatie van een randapparaat. Om de internetfaxfunctie te kunnen gebruiken, moeten de harde schijf en de internetfaxuitbreidingskit zijn geïnstalleerd. EEN BEELD VERZENDEN VOORDAT U DE MACHINE ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT...
Pagina 451
SCANNER/INTERNETFAX VOORDAT U DE MACHINE ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Dit gedeelte bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een netwerkscanner gebruikt. NETWERKSCANNERFUNCTIE Met de netwerkscannerfunctie van de machine kunt u een origineel scannen en er een beeldbestand van maken. Dit bestand kan via een netwerk naar een computer, FTP-server of andere bestemming worden gezonden.
Pagina 452
SCANNER/INTERNETFAX USB-geheugenmodus ☞ EEN BEELD IN USB-GEHEUGENMODUS VERZENDEN (pagina 5-35) USB-geheugenscan Het gescande bestand wordt gezonden naar en opgeslagen op een USB-geheugenapparaat dat op de machine is aangesloten. Internetfaxmodus Om de internetfaxfunctie te kunnen gebruiken, moeten de harde schijf en de internetfaxuitbreidingskit zijn geïnstalleerd. ☞...
Pagina 453
SCANNER/INTERNETFAX VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUIK ALS NETWERKSCANNER ZORG DAT DE HOOFDSTROOMSCHAKELAAR OP "AAN" STAAT De stroom is ingeschakeld als de AAN-indicator rechts van het bedieningspaneel brandt. Als de AAN-indicator niet brandt, is de stroom "uitgeschakeld". Zet de stroomschakelaar aan en druk op de toets [AAN] ( ) op het bedieningspaneel.
Pagina 454
SCANNER/INTERNETFAX VEREISTE INSTELLINGEN OP DE WEBPAGINA'S Om de scanmodus en internetfaxmodus te gebruiken, moeten de basisinstellingen voor de netwerkscanner, de serverinstellingen zoals SMTP- en DNS-instellingen, en het adres van de afzender op de webpagina's worden geconfigureerd. • Serverinstellingen Als u serverinstellingen wilt configureren, klikt u op [Netwerkinstellingen] en vervolgens op [Services instellingen] in het menu van de webpagina. (Beheerdersrechten zijn vereist.) •...
Pagina 455
SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMINGEN OPSLAAN VOOR SCANNEN NAAR DESKTOP Als u uw computer in de machine als een bestemming voor scannen naar desktop wilt opslaan, moet Network Scanner Tool worden geestalleerd van de cd-rom "Sharpdesk/Network Scanner Utilities" bij deze machine. Om een afbeelding naar uw computer te scannen, moet Network Scanner Tool op uw computer draaien.
Pagina 456
SCANNER/INTERNETFAX VOORDAT U NAAR EEN DIRECT SMTP-ADRES ZENDT De machine ondersteunt Direct SMTP, waarmee u rechtstreeks internetfaxen binnen uw bedrijf kunt versturen zonder een mailserver. Informatie over de procedure voor het opslaan van een Direct SMTP-adres in een adresboek vindt u in "BESTEMMINGSADRESSEN IN HET ADRESBOEK OPSLAAN VOOR ELKE SCANMODUS"...
Pagina 457
SCANNER/INTERNETFAX BASISSCHERM De scanmodus, Internetfaxmodus, USB-geheugenmodus en de PC-scanmodus worden bediend door het selecteren van instellingen en opdrachten in de basisschermen van deze modi. Als u het basisscherm van een modus wilt weergeven, drukt u op de toets [BEELD VERZENDEN] in het aanraakscherm en daarna op de tab van de modus die u wilt gebruiken.
Pagina 458
SCANNER/INTERNETFAX Aangepaste toetsen (13) Toets [Spec. Functies] U kunt de toetsen die hier verschijnen wijzigen, zodat ze instellingen of Druk op deze toets om een speciale functie te gebruiken. ☞ functies van uw voorkeur aangeven. SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) ☞ Aangepaste toetsen tonen (pagina 5-11) (14)
Pagina 459
SCANNER/INTERNETFAX Aangepaste toetsen tonen Speciale functietoetsen en andere toetsen kunnen worden weergegeven in het basisscherm. Stel deze toetsen in op functies die u vaak gebruikt, zodat u erover beschikt met één druk op de toets. De aangepaste toetsen worden geconfigureerd met "Toetsinstelling aanpassen" op de webpagina's.
Pagina 460
SCANNER/INTERNETFAX ADRESBOEKSCHERM In dit scherm worden verzendbestemmingen geselecteerd. (10) (11) AAA AAA xxx@xx.xxx.com Voorwaarde- (12) Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF Globaal Adres GGG GGG HHH HHH Zoeken III III JJJ JJJ Adressen sorteren Freq.
Pagina 461
SCANNER/INTERNETFAX • Op de sneltoetsen in het adresboek verschijnen pictogrammen waarmee de gebruikte verzendmodus wordt aangegeven. ☞ EEN BESTEMMING OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK (pagina 5-18) • Informatie over het opslaan van adressen in een adresboek vindt u in "BESTEMMINGSADRESSEN IN HET ADRESBOEK OPSLAAN VOOR ELKE SCANMODUS"...
Pagina 462
SCANNER/INTERNETFAX Indexweergave Indexen vergemakkelijken het zoeken naar een bestemming (sneltoets). De bestemmingen worden afzonderlijk weergegeven op basis van alfabetische zoektekens en indexnummers. Klik op de betreffende indextab om een opgeslagen bestemming weer te geven. Het is handig om veelgebruikte bestemmingen op te slaan in de index [Freq.]. Geef bij het opslaan van een bestemming op of de bestemming moet worden weergegeven in de index [Freq.].
Pagina 463
SCANNER/INTERNETFAX SCAN- EN VERZENDVOLGORDE In deze sectie wordt de basisprocedure voor scannen en verzenden uitgelegd. Selecteer instellingen in de hieronder weergegeven volgorde voor een soepele verzending. Een uitgebreidere beschrijving van de werkwijze voor het selecteren van instellingen vindt u bij de uitleg per instelling in dit hoofdstuk. Plaats het origineel.
Pagina 464
SCANNER/INTERNETFAX Instellingen speciale functies Speciale functies kan worden geselecteerd. ☞ Scan Internetfax Faxen USB-geh. Scan PC scan SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Adresinvoer Belichting Auto Tekst Verzendinstellin- Resolutie 200x200dpi Adresoverzicht Bestandindeling Bestand Kleurmodus Auto/Grijstinten Snelbestand Speciale Functies Voorbeeldweergave Start het scannen en verzenden...
Pagina 465
SCANNER/INTERNETFAX FORMATEN ORIGINEEL VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen worden verzonden Minimaal formaat origineel Maximaal formaat origineel Met de automatische origineelinvoer 131 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) 297 mm (hoogte) x 1000 mm* (breedte) (5-1/8" (hoogte) x 5-1/2" (breedte) (11-5/8"...
Pagina 466
SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMINGEN INVOEREN In dit gedeelte wordt het opgeven van bestemmingsadressen beschreven, inclusief het selecteren van een adres uit het Adresboek en het ophalen van een adres door het invoeren van een zoeknummer. EEN BESTEMMING OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK Het scherm adresboek geeft opgeslagen bestemmingen weer als sneltoetsen. De bestemmingen worden weergegeven op volgorde van zoeknummer.
Pagina 467
SCANNER/INTERNETFAX OPROEPEN VAN EEN BESTEMMING Door het selecteren van een sneltoets wordt een bestemming opgeroepen. Druk op [Adresboek]. Scannen Internetfax Faxen USB-geh. Scannen PC scan Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Adresinvoer Belichting Auto Tekst Verzendinstellin- Resolutie 200x200dpi Adresoverzicht Bestandindeling Bestand Kleurmodus Auto/Grijstinten...
Pagina 468
SCANNER/INTERNETFAX GESELECTEERDE BESTEMMINGEN CONTROLEREN EN WISSEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. Ook is het mogelijk om een bestemming uit de lijst te wissen (selectie van bestemming annuleren). Druk op [Adresoverzicht]. Voorwaarde- Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht...
Pagina 469
SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMING OPROEPEN MET EEN ZOEKNUMMER Een bestemming die in het Adresboek is opgeslagen, kan met de toets worden opgeroepen. Dit kan vanuit het basisscherm van alle modi of vanuit het scherm Adresboek. Druk op de toets S c a n I n t e r n e t f a x F a x e n U S B - g e h .
Pagina 470
SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMING HANDMATIG OPGEVEN Adressen voor Scannen naar E-mail, internetfax, Netwerkmap en gegevensinvoer kunnen handmatig worden ingevoerd. Het adresinvoerscherm weergeven. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Voordat u de toets [Adresinvoer] op het basisscherm aantikt, tikt u op Instellingen AAA AAA BBB BBB...
Pagina 471
SCANNER/INTERNETFAX EEN NETWERKMAP OPGEVEN Een Netwerkmap op een server of computer die op hetzelfde netwerk is aangesloten als de machine, kan direct worden opgegeven. Selecteer [Netwerkmap] in stap 2 op de vorige pagina en volg onderstaande stappen. Tik op de toets [Bladeren]. Netwerkmap Annuleren •...
Pagina 472
SCANNER/INTERNETFAX Open de netwerkmap. (1) Druk op de toets van de werkgroep die u wilt openen. S e l e c t e e r w e r k g r o e p . Z o e k e n W e r k g r o e p A n n u l e r e n N a a m w e r k g r o e p...
Pagina 473
SCANNER/INTERNETFAX EEN BESTEMMING OPROEPEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server op de webpagina's is geconfigureerd, kunt u een adres opzoeken in een globaal adresboek en dat adres ophalen voor scannen naar e-mail of internetfax (uitgezonderd Direct SMTP-adressen). Open het scherm Globaal Adres Zoeken. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm.
Pagina 474
SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de bestemming. (1) Druk op de toets van de gewenste bestemming. Als er geen namen worden gevonden die overeenkomen met de V o o r w a a r d e - I n s t e D e t a i l s X X X zoekletters, krijgt u een melding.
Pagina 475
SCANNER/INTERNETFAX OPNIEUW VERZENDEN De bestemmingen van de laatste 8 verzendingen met Scannen naar E-mail, internetfax (inclusief Direct SMTP-adressen) en/of fax worden opgeslagen. Een van deze 8 kan geselecteerd worden opnieuw naar de bestemming verzonden te worden. Druk op [Opn. verzenden]. G e r e e d v o o r v e r z e n d e n .
Pagina 476
SCANNER/INTERNETFAX EEN BEELD VERZENDEN EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN In deze sectie wordt de basisprocedure voor het verzenden in scanmodus uitgelegd (Scannen naar E-mail, Scannen naar FTP, Scannen naar desktop en Scannen naar netwerkmap). Als een standaardadres is geconfigureerd in "Instelling standaard adres" in de systeeminstellingen (beheerder), kan de modus of bestemming niet worden gewijzigd en kunnen geen bestemmingen worden toegevoegd.
Pagina 477
SCANNER/INTERNETFAX Geef de bestemming op. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- (2) Druk op de sneltoets van de gewenste bestemming. Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht Het pictogram op de toets geeft aan welk type bestemming onder de CCC CCC DDD DDD Adresinvoer...
Pagina 478
SCANNER/INTERNETFAX Geef op in welke afdrukstand het origineel is geplaatst. c a n / O r i g i n e e l Om te zorgen dat het origineel wordt gescand in de juiste stand (de bovenrand van het origineel wordt weergegeven boven in het scherm), geeft u op in welke c a n f o r m a a t 1 0 0 % V e r z e n d f o r m a a t...
Pagina 479
SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [Lezen Klaar]. Plaats volgende origineel. (Pg.nr.x) Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid. Druk op [Start]. Wanneer u klaar bent, drukt u op [Einde lezen]. Open de automatische origineelinvoer en verwijder het origineel. Configureren Einde lezen •...
Pagina 480
SCANNER/INTERNETFAX ONDERWERP, BESTANDSNAAM, BEANTWOORDEN EN PLATTE TEKST WIJZIGEN Het onderwerp, de bestandsnaam, beantwoorden en platte tekst kunnen tijdens het verzenden van een scan worden gewijzigd. Er kunnen vooraf ingestelde items worden geselecteerd, of er kan rechtstreeks tekst worden ingevoerd. Voor het wijzigen van de berichttekst is de harde schijf vereist. •...
Pagina 481
SCANNER/INTERNETFAX Druk om de bestandsnaam te wijzigen op de toets e r z e n d i n s t e l l i n g e n [Bestandsnaam]. • De bestandsnaam wordt op dezelfde wijze ingevoerd als het onderwerp. O n d e r w e r p S u b : P l a n c o ö...
Pagina 482
SCANNER/INTERNETFAX Wijzig het bericht door op [Inhoud] te drukken. V e r z e n d i n s t e l l i n g e n • Voor deze functie is de harde schijf vereist. • Ga naar stap 9. O n d e r w e r p u b : P l a n c o ö...
Pagina 483
SCANNER/INTERNETFAX EEN BEELD IN USB-GEHEUGENMODUS VERZENDEN Volg onderstaande stappen om een gescande afbeelding naar een in de handel verkrijgbaar USB-geheugenapparaat te verzenden dat op de machine is aangesloten. Het bestand wordt daarmee opgeslagen in het USB-apparaat. • Gebruik een FAT32 USB-geheugen met een capaciteit van meer dan 32 GB. •...
Pagina 484
SCANNER/INTERNETFAX Schakel over naar de USB-geheugenmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer. S c a n I n t e r n e t f a x F a x e n U S - g e h . S c a n P C s c a n (1) Druk op de tab [USB-geh.
Pagina 485
SCANNER/INTERNETFAX Druk op [START]. Het scannen begint. • Als het origineel op de glasplaat is gelegd, verschijnt de toets [Lezen Klaar] op het aanraakscherm. Als het origineel slechts één pagina is, gaat u naar stap 7. Als u meer pagina's moet scannen gaat u naar de volgende stap. •...
Pagina 486
SCANNER/INTERNETFAX Koppel het USB-geheugen los wanneer "Verzenden van gegevens voltooid." op het aanraakscherm verschijnt. Koppel het USB-geheugen niet los terwijl "Bezig met verzenden van gegevens." of "Bezig met verzenden van gegevens." op het aanraakscherm wordt weergegeven. • Wanneer de verzending naar USB-geheugen is voltooid, wordt "Verzenden van gegevens voltooid." weergegeven. Het bericht verdwijnt even later en het basisscherm van de functie beeld verzenden verschijnt weer.
Pagina 487
SCANNER/INTERNETFAX GEEF OP IN WELKE MAP HET BESTAND WORDT OPGESLAGEN. Als u een bestand naar USB-geheugen stuurt, kan een map in USB-geheugen worden opgegeven. Er kan ook een nieuwe map in USB-geheugen worden gemaakt. Als er geen map wordt opgegeven, wordt het bestand op het eerste niveau van de USB-geheugen opgeslagen. Tik op de toets [Opgeslagen in].
Pagina 488
SCANNER/INTERNETFAX BESTANDSNAAM INVOEREN U kunt de bestandsnaam invoeren tijdens het verzenden van een scan. • Als de bestandsnaam niet wordt ingevoerd, worden de instellingen van de webpagina gebruikt. • Zie "TEKST INVOEREN" (pagina 1-55) in "1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT" voor de procedure voor het invoeren van tekst. S c a n I n t e r n e t f a x F a x e n...
Pagina 489
SCANNER/INTERNETFAX EEN FAX VERZENDEN IN INTERNETFAXMODUS De basisprocedure voor het zenden van een fax in internetfaxmodus wordt hieronder uitgelegd. Met de procedure kan ook direct verzonden worden via Direct SMTP. Als een standaardadres is geconfigureerd in "Instelling standaard adres" in de systeeminstellingen (beheerder), kan de modus of bestemming niet worden gewijzigd en kunnen geen bestemmingen worden toegevoegd.
Pagina 490
SCANNER/INTERNETFAX Schakel over naar de internetfaxmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer. S c a n I n t e r n e t f a x F a x e n U S B - g e h . S c a n P C s c a n (1) Druk op de tab [Internetfax].
Pagina 491
SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [Lezen Klaar]. Plaats volgende origineel. (Pg.nr.x) Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid. Druk op [Start]. Wanneer u klaar bent, drukt u op [Einde lezen]. Open de automatische origineelinvoer en verwijder het origineel. Configureren Einde lezen •...
Pagina 492
SCANNER/INTERNETFAX ONDERWERP, BESTANDSNAAM EN PLATTE TEKST WIJZIGEN Het onderwerp, de bestandsnaam en de tekst kunnen bij het verzenden van een Internetfax worden gewijzigd. Er kunnen vooraf ingestelde items worden geselecteerd, of er kan rechtstreeks tekst worden ingevoerd. Voor het wijzigen van de berichttekst is de harde schijf vereist. •...
Pagina 493
SCANNER/INTERNETFAX Druk om de bestandsnaam te wijzigen op de toets e r z e n d i n s t e l l i n g e n [Bestandsnaam]. De bestandsnaam wordt op dezelfde wijze ingevoerd als het onderwerp. O n d e r w e r p S u b : P l a n c o ö...
Pagina 494
SCANNER/INTERNETFAX Tik op de toets [OK]. V e r z e n d i n s t e l l i n g e n O n d e r w e r p u b : P l a n c o ö r d i n a t i e v e r g a d e r i n g B e s t a n d s n a a m M a t e r i a a l v o o r p l a n n i n g v a n v e r g a d e r i n g H o o f d t e k s t...
Pagina 495
SCANNER/INTERNETFAX DEZELFDE AFBEELDING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (Rondzendtransmissie) Dezelfde afbeelding kan in één handeling naar meerdere bestemmingen van scan-, internetfax- en faxmodi worden verzonden. Er kunnen tot 500 bestemmingen in één distributiebewerking worden geselecteerd. Verzending Originelen Als u vaak afbeeldingen naar dezelfde groep bestemmingen rondzendt, is het handig om deze bestemmingen onder een groeptoets op te slaan. Plaats het origineel.
Pagina 496
SCANNER/INTERNETFAX Geef de bestemming op. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- (2) Druk op de sneltoets van de gewenste bestemming. Instellingen BBB BBB AAA AAA Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD (3) Druk op de toets [Aan]. Adresinvoer EEE EEE FFF FFF De bestemming is opgegeven.
Pagina 497
SCANNER/INTERNETFAX Druk op [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Zodra een pagina is gescand, plaatst u de volgende pagina en drukt u op de [START]-toets.
Pagina 498
SCANNER/INTERNETFAX RONDZENDOPDRACHTEN WAARIN INTERNETFAXBESTEMMINGEN ZIJN OPGENOMEN Als een rondzendopdracht zowel bestemmingen voor de scanmodus als de Internetfaxmodus bevat, krijgen de instellingen van de Internetfaxmodus voorrang (afdrukstand origineel en andere diverse instellingen). Houd bij het uitvoeren van een rondzendopdracht van dit type rekening met onderstaande informatie.
Pagina 499
SCANNER/INTERNETFAX Details van de rondzendopdracht weergeven. (1) Druk op de toets van de voltooide rondzendopdracht. Afdrukopdracht Scan naar Faxopdracht Internetfax Adres Starttijd Pagina's Status (2) Druk op [Details]. Multi verzenden0001 10:00 04/01 010/003 NG000000 Opdr.Wachtr Multi verzenden0002 Verzenden OK Volledig 10:05 04/01 001/001...
Pagina 500
SCANNER/INTERNETFAX INTERNETFAX VANUIT EEN PC VERSTUREN (PC-I-Fax) Een computerbestand kan via de machine als Internetfax worden verzonden (PC-I-Fax-functie). Internetfaxen worden met de PC-I-Fax-functie op dezelfde manier verzonden als documenten worden afgedrukt. Selecteer het stuurprogramma van de PC-Fax als stuurprogramma voor het afdrukken en selecteer dan de opdracht Afdrukken in de softwaretoepassing.
Pagina 501
SCANNER/INTERNETFAX WEERGAVE-INSTELLINGEN Instellingen voor het scannen van het origineel worden in het basisscherm van elke modus geselecteerd. De huidige status van elke instelling verschijnt rechts van de voor het selecteren van de instelling gebruikte toets. S c a n I n t e r n e t f a x F a x e n U S B - g e h .
Pagina 502
SCANNER/INTERNETFAX AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN DUBBELZIJDIG ORIGINEEL SCANNEN 2-zijdig (origineel) Met de automatische origineelinvoer kunt u automatisch beide zijden van een origineel scannen. Scantransmissie 2-zijdig origineel Voor- en achterzijde worden gescand Selecteer de scanmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer. (1) Druk op de tab van de modus die u wilt gebruiken.
Pagina 503
SCANNER/INTERNETFAX SCANFORMAAT ORIGINEEL EN VERZENDFORMAAT OPGEVEN (Vergroten/Verkleinen) Bij plaatsing van het origineel wordt het formaat automatisch waargenomen en weergegeven op het basisscherm. Het formaat van het geplaatste origineel wordt aangegeven als het scanformaat, en het te verzenden formaat wordt aangegeven als het verzendformaat.
Pagina 504
SCANNER/INTERNETFAX Het scanformaat van het origineel opgeven (via papierformaat) Als het origineel geen standaardformaat heeft of als u het scanformaat wilt wijzigen, druk dan op [Origineel] om het formaat van het origineel handmatig op te geven. Plaats het origineel in de lade van de automatische origineelinvoer of op de glasplaat en volg onderstaande stappen. Selecteer de scanmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer.
Pagina 505
SCANNER/INTERNETFAX Het scanformaat van het origineel opgeven (met numerieke waarden) Als u een origineel scant dat geen standaardformaat heeft, zoals een kaart, volg dan deze stappen om het formaat van het origineel op te geven. De breedte kan varieen van 25 mm tot 432 mm (1" tot 17"), en de hoogte kan variëren van 25 mm tot 297 mm (1" tot 11-5/8"). Selecteer de scanmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer.
Pagina 506
SCANNER/INTERNETFAX Tik op de toets [OK]. c a n / O r i g i n e e l Het opgegeven formaat wordt weergegeven op de toets [Scanformaat]. c a n f o r m a a t V e r z e n d f o r m a a t X 4 2 0 Y 2 9 7 A u t o A f d r u k s t a n d...
Pagina 507
SCANNER/INTERNETFAX Het verzendformaat van de afbeelding opgeven Geef het verzendformaat op als een papierformaat. Als het verzendformaat groter is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding vergroot. Als het verzendformaat kleiner is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding verkleind. •...
Pagina 508
SCANNER/INTERNETFAX Geef op in welke afdrukstand het origineel is geplaatst. c a n / O r i g i n e e l (1) Druk op de juiste [Stand afbeelding]-toets. c a n f o r m a a t 1 4 1 % V e r z e n d f o r m a a t Als deze instelling onjuist is wanneer u een afbeelding verzendt met...
Pagina 509
SCANNER/INTERNETFAX BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN Om optimaal te scannen kunt u de belichting en het type origineel beeld overeenkomstig het origineel instellen. Raadpleeg de volgende tabellen om de juiste instellingen te kiezen. Hoe selecteert u de belichting Belichting Toepassing Auto Bij deze instelling wordt de belichting automatisch aangepast aan lichtere en donkerdere delen van het origineel.
Pagina 510
SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de belichting en het origineelafbeeldingstype. Scanmodus, USB-geheugenmodus, gegevensinvoermodus (1) Selecteer het origineelafbeeldingstype. Druk op de toets origineelafbeeldingstype voor het betreffende S c a n n e n / B e l i c h t i n g afbeeldingtype.
Pagina 511
SCANNER/INTERNETFAX RESOLUTIE WIJZIGEN U kunt de resolutie-instelling selecteren. Selecteer de scanmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer. (1) Druk op de tab van de modus die u wilt gebruiken. (2) Druk op [Resolutie]. ☞ WEERGAVE-INSTELLINGEN (pagina 5-53) Selecteer de resolutie. Scanmodus, USB-geheugenmodus, gegevensinvoermodus (1) Druk op de toets van de gewenste resolutie.
Pagina 512
SCANNER/INTERNETFAX Hoe selecteert u de resolutie Bij originelen met normale tekst is een resolutie van 200X100dpi (200X100dpi in Internetfaxmodus) voldoende voor een leesbare afbeelding. Bij foto's en illustraties levert een hogere resolutie (600X600dpi, enz.) een scherpe afbeelding op. Een hoge resolutie levert een groter bestand op en als het bestand te groot is, is verzending wellicht niet mogelijk.
Pagina 513
SCANNER/INTERNETFAX Stel de indeling in. ● Scannen in Mono2 (1) Selecteer het bestandstype. Om een bestand met PDF versl. te verzenden, tikt u op het selectievakje [Versl.] om het te selecteren ( S c a n n e n / e s t a n d s i n d e l i n g (2) Selecteer de compressiewijze.
Pagina 514
SCANNER/INTERNETFAX Wijzig het aantal pagina's per bestand door het aantal pagina's in te voeren en sluit het instellen van de indeling. Scannen/Bestandsindeling Bestands- type Compressiefactor (1) Druk op het selectievakje [Opgegeven pagina's per bestand] zodat er een vinkje verschijnt. TIFF Laag PDF/A Medium...
Pagina 515
SCANNER/INTERNETFAX De indeling wijzigen (Internetfaxmodus) De bestandsindeling voor het zenden van een Internetfax staat normaal gesproken ingesteld op [TIFF-F]. Als de Internetfaxmachine op de bestemming de volledige modus niet ondersteunt (de machine ondersteunt slechts de eenvoudige modus), volg dan de onderstaande stappen om [TIFF-S] te selecteren.
Pagina 516
SCANNER/INTERNETFAX KLEURENMODUS WIJZIGEN Met deze procedure wordt de kleurenmodus gewijzigd die wordt gebruikt voor het scannen van het origineel wanneer op de toets [START] wordt gedrukt. Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Mode Scanmethode Grijstinten De machine neemt waar of een origineel in kleur of zwartwit is en selecteert automatisch Auto scannen in kleur of in zwartwit (Mono2 of grijstinten).
Pagina 517
SCANNER/INTERNETFAX CONTROLEREN VAN DE TE VERZENDEN AFBEELDING (Voorbeeld) Voor deze functie is de harde schijf vereist. Als u op de toets [Voorbeeld] tikt voordat u het origineel scant, kunt u de gescande afbeelding vóór verzending controleren op het aanraakscherm. * De standaard fabrieksinstelling is uitgeschakeld. Afhankelijk van de omvang van de verzendgegevens, kan een deel van de voorbeeldafbeelding wegvallen op het voorbeeldscherm op het aanraakscherm.
Pagina 518
SCANNER/INTERNETFAX VOORBEELD AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het voorbeeld afbeeldingscontrole uitgelegd. Voorbeeldweergave Info verzender Overzicht functie Weergave draaien Verzending /0010 beginnen? 0001 Voorvertoning Toets [Info verzender] Er verschijnt een voorbeeld van het gescande origineel. Als de modus Internetfax wordt geselecteerd, druk dan hierop om de Als de afbeelding is afgesneden, verschuif het beeld dan met de afzendergegevens voor Eigen I-Faxadr.
Pagina 519
SCANNER/INTERNETFAX SPECIALE FUNCTIES Dit gedeelte gaat over speciale functies die kunnen worden gebruikt voor de scanverzendmodus. SPECIALE FUNCTIES Het menuscherm voor speciale functies verschijnt als in het basisscherm de toets [Spec. Functies] wordt aangeraakt. Het menu van speciale functies bestaat uit twee sch ermen. Druk op de toets om tussen de twee schermen te wisselen.
Pagina 520
SCANNER/INTERNETFAX Internetfaxmodus De hieronder verklaarde toetsen kunnen alleen worden gebruikt in Internetfaxmodus. De andere toetsen zijn dezelfde als die verklaard in "Scanmodus, USB-geheugenmodus, gegevensinvoermodus" (pagina 5-71). Eerste scherm Tweede scherm Internetfax/Speciale modi Internetfax/Speciale modi Programma Wissen Transactierapport Dubbelzij- Verif. dige scan Stempel Timer 2-in-1...
Pagina 521
SCANNER/INTERNETFAX SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (Programma's) Bestemming, instellingen voor een origineel en functies kunnen in een programma worden opgeslagen. Als u deze instellingen wilt gebruiken om een afbelding te verzenden, kunnen zij gemakkelijk worden opgeroepen. In het onderstaande voorbeeld moeten elke maand documenten van A4 (8-1/2" x 11") formaat naar een bestand worden gescand en naar elk filiaal worden verzonden.
Pagina 522
SCANNER/INTERNETFAX Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. functies]. (2) Druk op [Programma]. ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Roep het opgeslagen programma op. (1) Druk op de gewenste programmatoets. r o g r a m m a (2) Tik op de toets [OK]. r o g r a m m a 1 r o g r a m m a 2 r o g r a m m a 3...
Pagina 523
SCANNER/INTERNETFAX WISSEN VAN SCHADUWRANDEN OP EEN AFBEELDING (Wissen) Deze wisfunctie wordt gebruikt om schaduwen op kopieën vanaf boeken of andere dikke originelen te wissen. (Deze functie wist de delen van de afbeelding waar schaduwranden zich meestal voordoen. De functie neemt geen schaduwen waar en wist alleen de schaduwranden.) Scannen van een dik boek Zonder de wisfunctie Met de wisfunctie...
Pagina 524
SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de wisinstellingen. (1) Druk op de gewenste wisfunctie. Scannen/Spec. Functies Selecteer een van de 4 wisfuncties. Wissen Annuleren Raak de toets [Zijkant wissen] aan om het volgende scherm te openen. Wissen Midden Rand + midden Rand Wissen Rand Wissen wissen Zijkant wissen...
Pagina 525
SCANNER/INTERNETFAX EEN ORIGINEEL SCANNEN ALS TWEE APARTE PAGINA'S (Dubbele Pg Scannen) De linker- en rechterzijde van een origineel kunnen als twee afzonderlijke pagina's worden gescand. Deze functie is handig als u elke pagina van een boek of ander ingebonden document opeenvolgend wilt scannen. Voorbeeld: Scannen van de linker- en rechterpagina's van een boek Boek of ingebonden document De pagina's worden als twee afzonderlijke pagina's gescand.
Pagina 526
SCANNER/INTERNETFAX Speciale functies selecteren. (1) Druk op de tab van de modus die u wilt gebruiken. (2) Druk op de toets [Spec. functies]. ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Selecteer Dubbele Pagina Scannen. (1) Druk op [Dubbele Pg Scannen] zodat de toets wordt Scannen/Spec.
Pagina 527
SCANNER/INTERNETFAX AFBEELDING OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP VERZENDEN (Timer verzending) Voor deze functie is de harde schijf vereist. Met deze functie kunt u een tijdstip opgeven waarop een verzending of rondzendopdracht automatisch moet plaatsvinden. Verzending begint automatisch op de opgegeven tijd. Om 20.00 uur begint de Stel een verzending in voor verzending automatisch...
Pagina 528
SCANNER/INTERNETFAX Stel de tijd in met de toetsen (1) Geef de dag op. Scannen/Spec. Functies Wilt u geen dag opgeven, selecteer dan [---]. In dat geval begint de Timer Annuleren verzending zodra de bij (2) opgegeven tijd aanbreekt. (2) Geef de tijd op (uur, minuut) Dag van de week Tijd Selecteer de tijd in 24-uursindeling.
Pagina 529
SCANNER/INTERNETFAX FLETSE KLEUREN OP DE AFBEELDING OP LATEN LICHTEN (Achtergrondonderdrukking) Met deze functie worden lichte achtergronden onderdrukt. Niveau [+] De helderheid waarbij onderdrukking wordt uitgevoerd, kan worden aangepast. Niveau [-] • Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. •...
Pagina 530
SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de instelling voor achtergrond-onderdrukking. Scannen/Spec. Functies (1) Pas het niveau van achtergrond-onderdrukking aan. Annuleren Achtergrondonderdrukking Lichte gebieden van het origineel worden mogelijk onderdrukt als achtergrond. Druk op de toets [+] om alleen lichte achtergronden te onderdrukken. Druk op de toets [-] om lichte tot donkere achtergronden te onderdrukken.
Pagina 531
SCANNER/INTERNETFAX BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART OP ÉÉN PAGINA SCANNEN (KAART FORMAAT) Met deze functie kunt u de voor- en achterkant van een kaart verzenden als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Gescande afbeelding Originelen Verzending Voorzijde Vorige...
Pagina 532
SCANNER/INTERNETFAX Geef het formaat van het origineel op. (1) Voer het formaat van het origineel in. Scannen/Spec. Functies • Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) en voer de breedte Kaart Formaat Annuleren • Druk op de cijferweergavetoets voor Y (hoogte) en voer de hoogte (25~210) mm Aanp.
Pagina 533
SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [Lezen Klaar]. Plaats volgende origineel. (Pg.nr.x) Druk op [Start]. Wanneer u klaar bent, drukt u op [Einde lezen]. Configureren Einde lezen Als u doorgaat met de voorkant van de kaart te scannen, kunt u de toets [Configureren] indrukken om belichting, resolutie, scanformaat en verzendformaat te wijzigen.
Pagina 534
SCANNER/INTERNETFAX VEEL ORIGINELEN INEENS SCANNEN (Opdr. samenst.) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Met deze functie kunt u een zending die bestaat uit een groot aantal originelen opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische origineelinvoer en alle pagina's versturen en één enkele verzending.
Pagina 535
SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de modus opdracht samenstellen. (1) Druk op [Opdracht Samenstel.] zodat de toets wordt Scannen/Spec. Functies gemarkeerd. Programma Wissen Dubbelzij- (2) Tik op de toets [OK]. dige scan Timer Achtergrondonder- Kaart Formaat drukking Opdracht Origineel met Langzame Samenstel. gemengde formaten scanmodus Aantal Bestand...
Pagina 536
SCANNER/INTERNETFAX ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (Origineel gem. form.) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Met deze functie kunt u originelen van verschillend formaat tegelijkertijd scannen, bijvoorbeeld B4-formaat (8-1/2" x 14") originelen gemixt met A3-formaat (11"...
Pagina 537
SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de instelling voor originelen van gemixt formaat. Scannen/Spec. Functies (1) Druk op [Origineel gem. form.] zodat de toets wordt Programma Wissen Dubbelzij- gemarkeerd. dige scan (2) Tik op de toets [OK]. Timer Achtergrondonder- Kaart Formaat drukking Langzame Opdracht Origineel met Samenstel.
Pagina 538
SCANNER/INTERNETFAX SCANNEN VAN DUNNE ORIGINELEN (Langzame scanmodus) Druk op deze toets wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoerlade. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen.
Pagina 539
SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de langzame scanmodus. (1) Druk op [Langzame scanmodus] zodat de toets wordt Scannen/Spec. Functies gemarkeerd. Programma Wissen Dubbelzij- (2) Tik op de toets [OK]. dige scan Timer Achtergrondonder- Kaart Formaat drukking Opdracht Origineel met Langzame Samenstel. gemengde formaten scanmodus Aantal Bestand...
Pagina 540
SCANNER/INTERNETFAX HET AANTAL GESCANDE ORIGINELE VELLEN CONTROLEREN VOOR VERZENDING (Aantal originelen) Het aantal gescande originele vellen kan worden geteld en weergegeven voor de verzending. Door het aantal gescande originele vellen te controleren voor de verzending, vermijdt u verzendingsfouten. • Deze functie kan niet worden gebruikt in de USB-geheugenmodus. •...
Pagina 541
SCANNER/INTERNETFAX Druk op [START]. Het scannen begint. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( ) om de bewerking te annuleren. Alle gescande data wordt gewist. Als het scannen klaar is, controleer dan het aantal gescande originele vellen en druk op [OK]. XX pagina's van origineel zijn gescand.
Pagina 542
SCANNER/INTERNETFAX EEN STEMPEL ZETTEN OP GESCANDE ORIGINELEN (Verif. Stempel) Met deze functie wordt een stempel gezet op elk origineel dat via de automatische origineelinvoer wordt gescand, zodat u kunt controleren of alle originele correct werden gescand. Plaats van de stempel Er wordt een "O"-teken gestempeld in fluorescerend roze.
Pagina 543
SCANNER/INTERNETFAX Selecteer "Verif. Stempel". (1) Druk op de toetsen om tussen de schermen te S c a n n e n / S p e c . F u n c t i e s wisselen. L e g e p a g i n a e r i f .
Pagina 544
SCANNER/INTERNETFAX LEGE PAGINA'S UIT EEN VERZENDING VERWIJDEREN (Lege pagina Overslaan) Als lege pagina's deel uitmaken van de met de automatische documentinvoer gescande originelen, kunnen die lege pagina's worden herkend en automatisch uitgesloten van de verzending. Lege pagina's worden niet verzonden Lege pagina's Zenden •...
Pagina 545
SCANNER/INTERNETFAX Lege pagina's overslaan instellen. (1) Selecteer de soort lege pagina die moet worden c a n n e n / p e c . F u n c t i e s overgeslagen. L e g e p a g i n a o v e r s l a a n A n n u l e r e n Kies uit twee soorten.
Pagina 546
SCANNER/INTERNETFAX TWEE PAGINA'S ALS ÉÉN PAGINA VERZENDEN (2-in-1) Twee pagina's originelen kunnen worden verkleind tot de helft van hun oorspronkelijke formaat en samen worden verzonden als één pagina. Originelen in staande stand Verzending Originelen in liggende stand Verzending Deze functie kan niet worden gebruikt in scanmodus, USB-geheugenmodus of gegevensinvoermodus. Plaats het origineel.
Pagina 547
SCANNER/INTERNETFAX Speciale functies selecteren. (1) Druk op de tab [Internetfax]. (2) Druk op de toets [Spec. functies]. ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Selecteer 2-in-1. (1) Druk op [2-in-1] zodat de toets wordt gemarkeerd. Internetfax/Speciale modi (2) Tik op de toets [OK]. Programma Wissen Dubbelzij-...
Pagina 548
SCANNER/INTERNETFAX Druk op [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen klaar is, plaatst u het volgende origineel en drukt u op de toets [START].
Pagina 549
SCANNER/INTERNETFAX AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT (Transmissierapport) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een Internetfaxtransmissie mislukt of er een rondzendopdracht wordt uitgevoerd. In het transmissierapport staat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam andere partij, vereiste tijd, aantal pagina's, status, enz.).
Pagina 550
SCANNER/INTERNETFAX Druk op [START]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen klaar is, plaatst u het volgende origineel en drukt u op de toets [START].
Pagina 551
SCANNER/INTERNETFAX STATUS VAN VERZEND/ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN In dit gedeelte leggen we uit hoe u de status van gereserveerde (ingeplande) verzendopdrachten en ontvangen internetfaxen kunt controleren. OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer.
Pagina 552
SCANNER/INTERNETFAX SCHERM OPDRACHTWACHTRIJ EN SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm bestaat uit twee schermen: het scherm opdrachtwachtrij waarin gereserveerde opdrachten en de opdracht in uitvoering worden weergegeven, en het scherm uitgevoerde opdrachten. Wissel tussen de twee schermen door op onderstaande selectietoets (2) van het opdrachtstatusscherm te drukken.
Pagina 553
SCANNER/INTERNETFAX Weergave opdrachttoetsen Op de toetsen voor de opdrachtwachtrij en uitgevoerde opdrachten op het opdrachtstatusscherm wordt de volgende informatie weergegeven. Direct SMTP-informatie wordt ook in internetfax verzend/ontvangstinformatie opgenomen. AAA AAA 10:22 04/01 000/004 Wachten Geeft het nummer (de positie) aan van de opdracht in de wachtrij. Tijd van reservering/Starttijd Als de momenteel verzonden opdracht is voltooid, schuift de opdracht In het scherm opdrachtwachtrij, de datum en tijd waarop de opdracht...
Pagina 554
SCANNER/INTERNETFAX • Uitgevoerde opdracht Weergave Status "Verzenden OK" Verzending is voltooid. "In Geheugen" Er is een Internetfax ontvangen maar nog niet afgedrukt. "Ontvangen" Afgedrukte ontvangen faxgegevens. "Doorstuur OK" Een ontvangen Internetfax is doorgestuurd. "Gestopt" De opdracht werd gestopt. "Wissen" Verwijderde ontvangen gegevens op het scherm afbeeldingscontrole.
Pagina 555
SCANNER/INTERNETFAX VOORTGANG WANNEER EEN OPDRACHT UIT DE WACHTRIJ IS UITGEVOERD Een normale verzendopdracht die wordt voltooid gaat over naar het scherm uitgevoerde opdrachten en in de statuskolom verschijnt "Verzenden OK". Ontvangen Internetfaxen, timerverzendopdrachten en doorstuuropdrachten worden in het scherm opdrachtstatus op de hieronder beschreven wijze afgehandeld.
Pagina 556
SCANNER/INTERNETFAX UITGEVOERDE OPDRACHTEN CONTROLEREN Voor deze functie is de harde schijf vereist. U kunt een lijst controleren met bestemmingen, de bestemmingen waarvan de verzending is mislukt, en andere uitgebreide informatie over voltooide rondzendopdrachten en opdrachten die zijn uitgevoerd met de functie documentarchivering. Druk op de toets van de opdracht waarover u informatie wilt weergeven in het scherm uitgevoerde opdrachten en druk op de toets [Details].
Pagina 557
SCANNER/INTERNETFAX STOPPEN VAN EEN SCANOPDRACHT DIE WORDT VERZONDEN OF WACHT OP VERZENDING Volg onderstaande stappen om een opdracht te stoppen die momenteel wordt verzonden of op verzending wacht. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]. OPDRACHT STATUS Selecteer de opdracht die u wilt stoppen. Afdrukopdracht Scan naar Internetfax...
Pagina 558
SCANNER/INTERNETFAX PRIORITEIT TOEKENNEN AAN EEN SCANVERZENDOPDRACHT Als er meerdere opdrachten wachten op verzending, worden de opdrachten normaal gesproken op volgorde van reservering verzonden. Mocht het nodig zijn om een opdracht voorrang te verlenen boven andere opdrachten, ga dan als volgt te werk. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS].
Pagina 559
SCANNER/INTERNETFAX ACTIVITEITENLOGBOEK VAN INTERNETFAX CONTROLEREN (Activiteitenrapport Beeld Verzenden) ACTIVITEITENRAPPORT BEELD VERZENDEN U kunt de machine een logboek laten afdrukken van recente beeldverzendingsactiviteiten (datum, naam, naam andere partij, vereiste tijd, resultaat, enz.). Het Activiteitenrapport Beeld Verzenden bevat nuttige informatie over bijvoorbeeld het soort fouten dat zich voordoet. De laatste 200 transacties worden in het rapport opgenomen.
Pagina 560
SCANNER/INTERNETFAX INTERNETFAX ONTVANGSTFUNCTIES Dit gedeelte legt de basisprocedures uit voor het ontvangen van internetfaxberichten. INTERNETFAX ONTVANGEN De functie Internetfax legt regelmatig* contact met de mailserver (POP3-server) en controleert of er al dan niet faxen via internet zijn ontvangen. Als er faxberichten zijn ontvangen, worden de faxen automatisch opgeroepen en afgedrukt. * De standaardinstelling is eens per vijf minuten.
Pagina 561
SCANNER/INTERNETFAX HANDMATIG INTERNETFAXEN ONTVANGEN Als u de interval voor het controleren op ontvangen faxen wat te lang vindt en u direct wilt controleren, kunt u de ontvangst handmatig starten. Druk op de toets [Handmatige i-faxontvangst] om de verbinding te maken met de mailserver en ontvangen faxen op te roepen. S c a n I n t e r n e t f a x F a x e n...
Pagina 562
SCANNER/INTERNETFAX EEN FAX MET WACHTWOORDBEVEILIGING AFDRUKKEN (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) De optie "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens" in de systeeminstellingen (beheerder) kan worden ingeschakeld om faxen in het geheugen te ontvangen zonder ze af te drukken. Om faxen af te drukken moet een wachtwoord worden ingevoerd. Als deze functie is ingeschakeld, verschijnt een invoerscherm voor het wachtwoord in het aanraakscherm wanneer een Internetfax wordt ontvangen.
Pagina 563
SCANNER/INTERNETFAX DE AFBEELDING VOOR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Voor deze functie is de harde schijf vereist. Wanneer "Instelling beeldcontrole ontvangen data" in de systeeminstellingen (beheerder) is ingeschakeld, kunt u een ontvangen afbeelding in het aanraakscherm controleren voordat u hem afdrukt. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding af te drukken.
Pagina 564
SCANNER/INTERNETFAX DE AFBEELDING VOOR HET DOORSTUREN CONTROLEREN Voor deze functie is de harde schijf vereist. Wanneer "Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens" is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kunt u de ontvangen gegevens van de lijst selecteren en ze doorsturen naar de adressen die in het adresboek geregistreerd staan. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding door te sturen.
Pagina 565
SCANNER/INTERNETFAX Start doorsturen Raak de toets [Start doorst.] aan. AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF GGG GGG HHH HHH III III JJJ JJJ Freq. ABCD EFGH IJKL MNOP QRSTU VWXYZ etc. Adressen sorteren Start doorsturen.
Pagina 566
SCANNER/INTERNETFAX ONTVANGEN INTERNETFAXEN NAAR EEN ADRES DOORSTUREN (Instelling voor inkomende routing) Voor deze functie is de harde schijf vereist. Ontvangen internetfaxen kunnen automatisch naar een internetfax, e-mailadres, bestandserveradres, desktopadres, of netwerkmapadres worden doorgestuurd. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u ook internetfaxen doorsturen zonder ze af te drukken. Het apparaat Doorzenden Ontvangen internetfax...
Pagina 567
SCANNER/INTERNETFAX Afzenderadressen opslaan. Als u enkel faxen van opgegeven adressen wenst door te sturen, sla dan de gewenste afzenderadressen op. Afzenderadressen die hier worden opgeslagen, kunnen uit een lijst worden geselecteerd wanneer u een doorstuurtabel opslaat. (1) Klik op [Registratie van afzendernummer/-adres] in het menu [Instelling voor inkomende routing] in de webpagina.
Pagina 568
SCANNER/INTERNETFAX Een doorstuurtabel opslaan. Volg de onderstaande stappen om een doorstuurtabel op te slaan waarin een opgegeven afzender en doorstuuradres worden gecombineerd. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het menu van de webpagina's en klik op de toets [Toevoegen].
Pagina 569
SCANNER/INTERNETFAX Te gebruiken doorstuurtabellen opgeven. Om de functie voor inkomende routing te gebruiken, schakelt u in de opgeslagen tabellen de doorstuurtabellen in die u wenst te gebruiken. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het webpaginamenu. (2) Selecteer [Altijd doorsturen] of [Doorsturen op geselecteerde dag &...
Pagina 570
SCANNER/INTERNETFAX SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (Pc-scanmodus) Voor deze functie is de harde schijf vereist. BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN Het is mogelijk om een scannerstuurprogramma van de bij de machine meegeleverde CD-ROM op uw pc te installeren en vanaf uw computer een afbeelding te scannen met een toepassing die compatibel is met TWAIN*.
Pagina 571
[Selecteer Scanner] in het menu [Bestand]. Selecteer het scannerstuurprogramma van de machine. (1) Selecteer [SHARP MFP TWAIN K]. (2) Klik op de knop [Selecteren]. Selecteer [Afbeelding ophalen] in het menu [Bestand]. Het stuurprogramma van de scanner geopend.
Pagina 572
SCANNER/INTERNETFAX De afbeelding voorvertonen. (1) Selecteer de locatie waar het origineel is geplaatst. Menu "Scanpositie": • Als het origineel enkelzijdig is en in de lade van de origineelinvoer is geplaatst, selecteer dan [SPF (enkelzijdig)]. • Als het origineel 2-zijdig is en in de lade van de origineelinvoer is geplaatst, selecteer dan [SPF (dubbelzijdig - boek)] of [SPF (dubbelzijdig - schrijfblok)] afhankelijk van of het origineel in boek- of schrijfblokstijl is.
Pagina 573
SCANNER/INTERNETFAX Scaninstellingen selecteren terwijl u de afbeelding bekijkt. Knop [Roteren]: Elke keer als op de knop wordt geklikt, draait de afbeelding 90 graden. Hiermee kunt u de stand van het origineel wijzigen zonder dit fysiek op te hoeven pakken en opnieuw te plaatsen. Het beeldbestand wordt gemaakt in de stand zoals weergegeven in het voorvertoonvenster.
Pagina 574
SCANNER/INTERNETFAX [Op de machine] Druk op [Verlaten] in het aanraakscherm. D e z e m a c h i n e b e v i n d t z i c h i n d e p c - s c a n m o d u s . V e r w i j d e r h e t o r i g i n e e l n i e t .
Pagina 575
SCANNER/INTERNETFAX METADATAVERZENDING In dit gedeelte wordt uitleg gegeven over metadata verzenden, dat kan worden gebruikt wanneer de harde schijf en de toepassingsintegratiemodule zijn geïnstalleerd. METADATAVERZENDING (Gegevensinvoer) Wanneer de applicatie-integratiemodulekit is geestalleerd en een afbeeldingbestand gegenereerd voor een scanverzending, kunnen metadata (gegevens die de kenmerken aangeven van het afbeeldingbestand en hoe het bewerkt moet worden) worden gegenereerd op basis van vooraf opgeslagen informatie en worden verzonden als een apart bestand.
Pagina 576
SCANNER/INTERNETFAX VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING VEREISTE INSTELLINGEN OP DE WEBPAGINA'S Alle instellingen met betrekking tot metadata worden geconfigureerd in de webpagina’s. (Beheerdersrechten zijn vereist.) Als u metadatainstellingen wilt configureren, klikt u op [Toepassingsinstellingen] en vervolgens op [metadatainstellingen] in het menu van de webpagina.
Pagina 577
SCANNER/INTERNETFAX METADATA VERZENDEN Volg de stappen hieronder om een metadataset te selecteren, voer elk item in en voer een metadataverzending uit. Schakel over naar de gegevensinvoermodus en geef het metadatasetscherm weer. Scan Internetfax Faxen Data-Invoer Adresboek (1) Druk op de tab [Data-Invoer]. Origineel Scannen: Auto...
Pagina 578
SCANNER/INTERNETFAX Voer het geselecteerde metadata-item in. (1) Druk op de toets voor de waarde die u wilt invoeren. Data-Invoer • Wanneer de invoerwaarden van het metadata-item in de vorm van Annuleren Gebruikers-ID selecties zijn, worden deze selecties als toetsen weergegeven. Directe invoer Wanneer een waarde kan worden bewerkt, kunt u op de toets Waarde 1...
Pagina 579
SCANNER/INTERNETFAX METADATAVELDEN De volgende drie soorten metadata worden ingesloten bij het verzonden XML-bestand. • Automatisch door de machine gegenereerde data: Deze data worden altijd ingesloten in het XML-bestand en worden automatisch opgeslagen in uw computer. • Vooraf gedefinieerde velden: Deze velden worden automatisch herkend door de machine en toegewezen aan de juiste XML-tags.
Pagina 580
SCANNER/INTERNETFAX SPECIFICATIES NETWERKSCANNER/INTERNETFAX* Type Ingebouwd 100 x 100, 200 x 200, 300 x 300, 400 x 400, 600 x 600 Scanresolutie (dpi) Internetfax: 200 x 100, 200 x 200, 200 x 400, 400 x 400, 600 x 600 (200 x 100, 200 x 200 wanneer bestandstype TIFF-S is) Halftoon kan voor andere resoluties dan 200 x 100 dpi.
Pagina 581
HOOFDSTUK 6 DOCUMENTOPSLAG Voor deze functie is de harde schijf vereist. Dit hoofdstuk biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de functie documentarchivering. Met de functie documentarchivering kunt u de documentdata van een kopieer- of faxopdracht, of de data van een afdrukopdracht, als bestand opslaan op de harde schijf van de machine.
Pagina 582
DOCUMENTOPSLAG DOCUMENTOPSLAG Voor deze functie is de harde schijf vereist. Dit gedeelte bevat informatie waarmee u vertrouwd dient te zijn voordat u de documentarchiveringsfunctie gebruikt, inclusief een overzicht van het documentarchiveringsproces, de mogelijkheden van de documentarchiveringsfunctie en handige wenken voor het gebruik van deze functie. OVERZICHT De documentarchiveringsfunctie biedt u de mogelijkheid om de documentafbeelding van een kopieer- of beeldverzendtaak of de gegevens van een afdruktaak als bestand op te slaan op de harde schijf van het apparaat.
Pagina 583
DOCUMENTOPSLAG TOEPASSINGEN VAN DOCUMENTARCHIVERING Snel een bestand gebruiken Voorbeeld: U hebt agenda's van meerdere pagina's afgedrukt voor een bijeenkomst, maar op het laatste moment komt er een deelnemer bij zodat u nog een exemplaar nodig hebt. De agenda is niet opgeslagen met documentarchivering De agenda is opgeslagen met documentarchivering Instellingen voor kopieerfactor, kleurmodus en speciale functies moeten opnieuw worden...
Pagina 584
DOCUMENTOPSLAG VOORDAT U DOCUMENTARCHIVERING GAAT GEBRUIKEN Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de functie documentarchivering gebruikt. Mappen Voor het opslaan van bestanden met documentarchivering kunnen drie typen mappen worden gebruikt. Mappen op de harde schijf Hoofdmap Snelmap Aangepaste map...
Pagina 585
DOCUMENTOPSLAG Het aantal pagina's en bestanden dat u ongeveer kunt opslaan met documentarchivering Gecombineerd maximumaantal pagina's en het totaal aantal bestanden dat in aangepaste mappen en de hoofdmap kan worden opgeslagen Voorbeelden van soorten originelen Aantal pagina's* Aantal bestanden Kleurenorigineel (Voorbeeld van Max.
Pagina 586
DOCUMENTOPSLAG Automatisch wissen van bestanden U kunt gegevens over documentarchivering in opgegeven mappen op regelmatige tijdstippen automatisch laten wissen door de mappen en de tijd op te geven. Als de bestanden die in het apparaat opgeslagen zijn periodiek worden gewist, helpt dat om het lekken van gevoelige informatie te vermijden en wordt ruimte vrijgemaakt op de harde schijf.
Pagina 587
Sla geen documenten op die gevoelig zijn of die niet door anderen mogen worden gebruikt. • Behoudens voor zover wettelijk verplicht aanvaardt de SHARP Corporation geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het openbaar worden van gevoelige informatie als gevolg van manipulatie door een derde partij van gegevens die zijn opgeslagen met behulp van de functie Snelbestand of de functie Bestand, of van onjuiste toepassing van de functie Snelbestand of de functie Bestand door de gebruiker die de gegevens opslaat.
Pagina 588
DOCUMENTOPSLAG DOCUMENTARCHIVERING GEBRUIKEN IN DE DIVERSE MODI In de kopieer- of verzendmodus kan het origineel als een bestand worden opgeslagen op de harde schijf terwijl het wordt gekopieerd of verzonden. Daarnaast kunt u Scannen naar schijf gebruiken om de gescande data van een origineel op te slaan naar de harde schijf zonder de data te kopiëren of te verzenden.
Pagina 589
DOCUMENTOPSLAG Scannen naar schijf Het gescande origineel wordt opgeslagen als een beeldbestand. Er wordt niet afgedrukt en niet verzonden wanneer u Scannen naar schijf gebruikt. (1) Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING]. (2) Druk op het tabblad [Scan. naar HDD]. KOPIE BEELD DOCUMENT-...
Pagina 590
DOCUMENTOPSLAG BASISSCHERM VAN DE DOCUMENTARCHIVERINGSMODUS Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING] om het basisscherm van de modus documentarchivering te openen. De bestanden die op de harde schijf in de machine zijn opgeslagen kunnen vanuit dit scherm worden opgeroepen. Wanneer u gebruikersauthenticatie gebruikt en Mijn map is geconfigureerd, verschijnt het bestandselectiescherm van Mijn map. Als de gebruiker die is ingelogd geen "Mijn map"...
Pagina 591
DOCUMENTOPSLAG BESTANDEN OPSLAAN MET DE DOCUMENTARCHIVERINGSFUNCTIE In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een origineel als afbeeldingsbestand kunt opslaan met de functies Snelbestand, Bestand en Scannen naar schijf van de documentarchiveringsmodus. EEN BESTAND OPSLAAN MET "Snelbestand" Bij het kopiëren, afdrukken of verzenden van een document in de kopieermodus, afdrukmodus of in de modus afbeelding verzenden (met uitzondering van de modus USB-geheugenscan) kan "Snelbestand"...
Pagina 592
DOCUMENTOPSLAG Selecteer de kopieerinstellingen en druk dan op de toets [START]. • Het kopiëren begint en de gescande documentafbeelding wordt opgeslagen op de harde schijf. De geselecteerde kopieerinstellingen worden ook opgeslagen. • Om onbedoeld opslaan van het document te voorkomen wordt gedurende 6 seconden nadat u op de knop [START] hebt gedrukt (standaardinstelling) de volgende waarschuwing weergegeven: "De gescande gegevens worden opgeslagen in de snelbestandmap".
Pagina 593
DOCUMENTOPSLAG EEN BESTAND OPSLAAN MET "Bestand" Bij het kopiëren, afdrukken of verzenden van een document in de kopieermodus, afdrukmodus of afbeeldingverzendmodus (met uitzondering van de modus USB-geheugenscan) kunt u "Bestand" selecteren om een afbeelding van het document op te slaan in de Hoofdmap of een eerder gemaakte aangepaste map.
Pagina 594
DOCUMENTOPSLAG Selecteer de kopieerinstellingen en druk dan op de toets [START]. • Het kopiëren begint en de gescande documentafbeelding wordt opgeslagen op de harde schijf. De geselecteerde kopieerinstellingen worden ook opgeslagen. • Raadpleeg stap 4 van "EEN BESTAND OPSLAAN MET "Snelbestand""...
Pagina 595
DOCUMENTOPSLAG BESTANDSINFORMATIE Dit hoofdstuk biedt uitleg over de instellingen die worden geconfigureerd in stap 3 van de paragraaf "EEN BESTAND OPSLAAN MET "Bestand"" (pagina 6-13). Het specificeren van een gebruikersnaam, bestandsnaam, map en een vertrouwelijkheidsstatus vereenvoudigt het beheren en zoeken van een bestand. Als u Vertrouwelijk selecteert en een wachtwoord instelt, kunnen anderen het bestand bovendien niet zonder uw toestemming bekijken.
Pagina 596
DOCUMENTOPSLAG Een bestandsnaam toewijzen U kunt een bestandsnaam aan het bestand toewijzen. Druk op de toets [Bestandsnaam]. Bestandsinformatie Annuleren Er verschijnt een tekstinvoerscherm. Voer de bestandsnaam in en druk op [OK]. Vertrouwelijk Er kunnen maximaal 30 tekens worden ingevoerd. Gebruikersnaam Wachtwoord Gebruiker onbekend Bestandsnaam...
Pagina 597
DOCUMENTOPSLAG Een bestand opslaan als vertrouwelijk U kunt een wachtwoord instellen voor het bestand zodat anderen dit niet kunnen bekijken. Stel een wachtwoord in (5 tot 8 cijfers) met de cijfertoetsen. Schakel de optie Vertrouwelijk in. (1) Schakel het selectievakje [Vertrouwelijk] in zodat er Bestandsinformatie Annuleren een vinkje...
Pagina 598
DOCUMENTOPSLAG EEN BESTAND ALLEEN OPSLAAN (Scannen naar schijf) Scannen naar schijf wordt gebruikt om een gescand document op te slaan in de Hoofdmap of een aangepaste map. Er wordt niets afgedrukt of verzonden. SCHERM "Scan. naar HDD" Als u op het tabblad [Scan. naar HDD] van de documentarchiveringsmodus drukt, verschijnt het onderstaande scherm. Druk op de toetsen onderaan om de instellingen voor Scannen naar schijf te selecteren.
Pagina 599
DOCUMENTOPSLAG Toets [Origineel] Als op de toets [Origineel] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Dit scherm wordt gebruikt om het formaat van het origineel de wijzigen en de scaninstellingen voor 2-zijdige originelen te selecteren. c a n n e n n a a r H D D / O r i g i n e e l c a n f o r m a a t 1 0 0 % O p s l a g g r o o t t e...
Pagina 600
DOCUMENTOPSLAG Toets [Kleurmodus] Druk op de toets [Kleurmodus] om het instelscherm voor de kleurenmodus voor Scannen naar schijf te openen. c a n n e n n a a r H D D / K l e u r m o d u s A u t o M e e r k l e u r e n K l e u r m o d u s...
Pagina 601
DOCUMENTOPSLAG Scherm met speciale functies voor Scannen naar schijf Als u op de toets [Spec. Functies] drukt, verschijnt het onderstaande scherm. Zie voor meer informatie over elke instelling "SPECIALE FUNCTIES" (pagina 5-71) in "5. SCANNER / INTERNETFAX". Scannen naar HDD/Speciale modi Wissen Dubbelzij- Kaart Formaat...
Pagina 602
DOCUMENTOPSLAG De afbeelding voor het opslaan controleren (Voorbeeld) Als u op de toets [Voorbeeld] tikt en dan Scan. naar HDD start, verschijnt het onderstaande scherm. Voordat de gescande gegevens worden opgeslagen, kunt u een voorbeeld van de gescande afbeelding controleren en naar het instelscherm Scan. naar HDD terugkeren om instellingen te wijzigen.
Pagina 603
DOCUMENTOPSLAG "Scannen naar schijf" UITVOEREN Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Schakel over naar de documentarchiveringsmodus en selecteer de KOPIE BEELD DOCUMENT- instellingen voor Scannen naar schijf. VERZENDEN ARCHIVERING Gereed voor scannen naar HDD.
Pagina 604
DOCUMENTOPSLAG OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestanden die u met de documentarchiveringsfunctie hebt opgeslagen kunt ophalen en afdrukken of verzenden. PROCEDURE VOOR HET GEBRUIKEN VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND Deze sectie legt de basisprocedure uit voor het oproepen en gebruiken van een bestand. De schermen en procedures kunnen variëren afhankelijk van of gebruikersauthenticatie is ingeschakeld.
Pagina 605
DOCUMENTOPSLAG Selecteer het bestand dat u wilt oproepen. • Selecteer de map in het mapselectiescherm. Best. ophalen Scannen naar schijf Status vaste schijf Ex.datatoegang Wanneer u de map heeft geselecteerd, verschijnen de bestanden in de Hoofdmap Zoeken Vorige map. Selecteer het bestand dat u wilt oproepen. •...
Pagina 606
DOCUMENTOPSLAG MAP- EN BESTANDSSELECTIESCHERMEN Om een opgeslagen bestand te gebruiken met documentarchivering, moeten de map- en bestandsnaam worden geselecteerd. Hieronder vindt u uitleg over het mapselectiescherm en het bestandsselectiescherm. MAPSELECTIESCHERM Het scherm wijkt iets af wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op het apparaat. Als gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld M a p s e l e c t i e...
Pagina 607
DOCUMENTOPSLAG BESTANDSSELECTIESCHERM Hieronder wordt uitleg gegeven over het bestandsselectiescherm voor de Snelmap, Hoofdmap en aangepaste mappen. Het bestandsselectiescherm kan worden weergegeven in de indeling "Lijstscherm" en "Miniatuurscherm". (Zie onderstaand punt "(5) Toets [Weergave wijzigen]" voor het selecteren van de indeling.) In dit hoofdstuk wordt aangenomen dat de indeling "Lijstscherm"...
Pagina 608
DOCUMENTOPSLAG Toets [Multi-afdruk] Druk op deze toets om meerdere bestanden in een map te selecteren om af te drukken. ☞ MULTI-FILE PRINTEN (pagina 6-33) Sorteervolgorde / Opties tonen Dit kan in het miniatuurscherm worden gebruikt. De weergavevolgorde van de bestandsminiaturen kan bij "Sorteervolgorde"...
Pagina 609
DOCUMENTOPSLAG EEN BESTAND SELECTEREN Dit gedeelte legt uit hoe u het bestand dat u wilt gebruiken kunt selecteren. Selecteer de map die het bestand bevat dat u wilt gebruiken. KOPIE BEELD DOCUMENT- VERZENDEN ARCHIVERING (1) Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING]. Het mapselectiescherm verschijnt.
Pagina 610
DOCUMENTOPSLAG SCHERM TAAKINSTELLINGEN Als u op de toets voor een bestand drukt, verschijnt het volgende scherm. Druk op de toets voor de bewerking die u wilt uitvoeren en selecteer de gewenste instellingen. Best. ophalen Scannen naar schijf Status vaste schijf Ex.datatoegang Taakinstellingen Annuleren...
Pagina 611
DOCUMENTOPSLAG EEN OPGESLAGEN BESTAND AFDRUKKEN Een bestand dat is opgeslagen met de documentarchiveringsfunctie kan wanneer gewenst worden opgehaald en afgedrukt. De instellingen die werden gebruikt toen het bestand werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand opnieuw kan worden afgedrukt met dezelfde instellingen.
Pagina 612
DOCUMENTOPSLAG SCHERM AFDRUKINSTELLINGEN T a a k i n s t e l l i n g e n / A f d r u k k e n A n n u l e r e n B e s t a n d - 0 1 N a a m 1 F .
Pagina 613
DOCUMENTOPSLAG MULTI-FILE PRINTEN Er kunnen meerdere bestanden in een map worden geselecteerd om af te drukken. Druk op de toets [Multi-afdruk]. Hoofdmap Zoeken Vorige Druk op de toets [Weergave wijzigen] om bestanden van een bepaald Bestandsnaam Gebruikersnaam Datum opdrachttype te selecteren, selecteer het opdrachttype op het scherm dat Bestand-01 Naam 1 04/04/2012...
Pagina 614
DOCUMENTOPSLAG Een geselecteerd bestand afdrukken. Het aantal geselecteerde bestanden verschijnt in de weergave aantal Taakinstellingen / Afdrukken Annuleren geselecteerde bestanden. Aantal geselecteerde bestanden: 5 Als u het aantal kopieën wilt gebruiken dat bij het bestand is opgeslagen, ga dan naar stap (3). Aantal afdrukken (1) Druk op het selectievakje [Gebruik het aantal vooraf 999)
Pagina 615
DOCUMENTOPSLAG Afdrukken in batches Alle bestanden in een map met dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord kunnen tegelijk worden afgedrukt. Wanneer op de toets [Batchafdruk] wordt gedrukt, verandert deze in de toets [Batchafdruk]. Druk op de toets [Batchafdruk]. Alles selecteren Vorige Meerdere bestanden afdrukken Bestandsnaam Gebruikersnaam...
Pagina 616
DOCUMENTOPSLAG Als er een wachtwoord is ingesteld, druk dan op Batch-afdruk Annuleren de toets [Wachtwoord]. Gebruiker 1/ Alle Bestanden Voer het wachtwoord (5 tot 8 cijfers) in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. Naam 1 Gebruikersnaam Alleen bestanden met hetzelfde wachtwoord worden geselecteerd. Wachtwoord Als u geen wachtwoord wilt invoeren, ga dan naar de volgende stap.
Pagina 617
DOCUMENTOPSLAG EEN OPGESLAGEN BESTAND VERZENDEN Een bestand dat is opgeslagen met de documentarchiveringsfunctie kan op elk gewenst moment worden opgeroepen en verzonden. De instellingen die werden gebruikt toen het bestand werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand met dezelfde instellingen kan worden verzonden. Zo nodig kunt u ook de verzendinstellingen wijzigen om het opgeroepen bestand aan te passen.
Pagina 618
DOCUMENTOPSLAG SCHERM VERZENDINSTELLINGEN Hieronder wordt uitleg gegeven over de toetsen voor de verzendinstellingen. Zie voor meer informatie over elke instelling "BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE" (pagina 4-7) in "4. FAX" en "BASISSCHERM" (pagina 5-9) in "5. SCANNER / INTERNETFAX". Voorbeeld van scanmodus G e r e e d v o o r v e r z e n d e n .
Pagina 619
DOCUMENTOPSLAG EIGENSCHAPPEN VAN OPGESLAGEN BESTANDEN BESTANDSEIGENSCHAPPEN U kunt een beveiligingsinstelling selecteren voor bestanden die zijn opgeslagen met de functie documentarchivering. Hiermee voorkomt u dat een bestand wordt verplaatst, of handmatig of automatisch wordt verwijderd. Er zijn drie eigenschappen beschikbaar voor opgeslagen bestanden: [Delen], [Beveiligen] en [Vertrouwelijk]. Wanneer het bestand is opgeslagen met de eigenschap [Delen], is het niet beveiligd.
Pagina 620
DOCUMENTOPSLAG Beperkingen bij het wijzigen van de eigenschap • Een bestand dat is opgeslagen als "Delen" kan worden gewijzigd in "Beveiligen" of "Vertrouwelijk". Een bestand dat als "Delen" is opgeslagen in de Snelmap kan echter alleen worden gewijzigd in "Beveiligen". •...
Pagina 621
DOCUMENTOPSLAG EEN OPGESLAGEN BESTAND VERPLAATSEN Gebruik deze procedure om de bestandslocatie de wijzigen (een bestand naar een andere map verplaatsen). Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand heeft geselecteerd. ☞ EEN BESTAND SELECTEREN (pagina 6-29) Druk op de toets [Verplaatsen]. a a k i n s t e l l i n g e n A n n u l e r e n B e s t a n d - 0 1...
Pagina 622
DOCUMENTOPSLAG Druk op de toets [Verplaatsen]. A n n u l e r e n T a a k i n s t e l l i n g e n / V e r p l a a t s e n B e s t a n d - 0 1 N a a m 1 F .
Pagina 623
DOCUMENTOPSLAG EEN OPGESLAGEN BESTAND VERWIJDEREN Opgeslagen bestanden die niet langer nodig zijn, kunnen worden verwijderd. Selecteer het bestand dat u wilt verwijderen en druk op de toets [Wissen]. ☞ EEN BESTAND SELECTEREN (pagina 6-29) Druk op de toets [Wissen]. a a k i n s t e l l i n g e n A n n u l e r e n B e s t a n d - 0 1 N a a m 1...
Pagina 624
DOCUMENTOPSLAG DE AFBEELDING VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND CONTROLEREN U kunt de afbeelding controleren van een bestand dat met documentarchivering is opgeslagen. Selecteer het gewenste bestand en druk op de toets [Beeldcontrole]. ☞ EEN BESTAND SELECTEREN (pagina 6-29) Afhankelijk van het formaat van de afbeelding, kan een deel van de afbeelding worden afgesneden in het scherm afbeeldingcontrole op het aanraakscherm.
Pagina 625
DOCUMENTOPSLAG SCHERM AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het scherm afbeeldingscontrole toegelicht. B e e l d c o n t r o l e V o r i g e B e s t a n d - 1 N a a m 1 F .
Pagina 626
DOCUMENTOPSLAG BESTANDEN VAN HET OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN Bestanden die zijn opgeslagen met de functie Bestand of Snelbestand worden als toetsen weergegeven in het opdrachtstatusscherm Voltooid. Dit is handig wanneer u snel de opgeslagen gegevens van een kopieertaak wilt afdrukken of snel een opgeslagen fax naar een andere bestemming wilt sturen.
Pagina 627
DOCUMENTOPSLAG EEN OPGESLAGEN BESTAND ZOEKEN Als er een groot aantal bestanden is opgeslagen, kan het moeilijk zijn om een bestand te vinden. Om het gewenste bestand snel te vinden, kan de zoekfunctie van de documentarchiveringsmodus worden gebruikt. Dit gedeelte legt uit hoe u op de harde schijf van de machine een bestand of map kunt zoeken. U kunt ook zoeken als u slechts een deel van de bestands- of mapnaam kent.
Pagina 628
DOCUMENTOPSLAG (B) (D) Zoeken op gebruikersnaam U kunt de gebruikersnaam op vier manieren selecteren: Gebruikersnaam Annuleren (A) Druk op de toets voor de gebruikersnaam. Naam 1 Naam 2 De gekozen gebruikersnaam wordt gemarkeerd. Als u per ongeluk de verkeerde gebruikersnaam hebt geselecteerd, druk Naam 3 Naam 4 Standaard-...
Pagina 629
DOCUMENTOPSLAG Druk op de toets [Start Zoeken]. Zoeken Annuleren Start zoeken De zoekresultaten verschijnen in een scherm dat lijkt op het hieronder afgebeelde scherm. Een lijst met bestanden die overeenkomen met uw Gebruikersnaam Naam 1 zoekcriteria verschijnt. Selecteer het gewenste bestand uit de lijst. Het taakinstellingenscherm verschijnt.
Pagina 630
DOCUMENTOPSLAG Zoeken in een map U kunt een map specificeren om het zoekbereik tot die map te beperken. Volg om binnen een gespecificeerde map te zoeken de onderstaande procedure. Open de map die u wilt doorzoeken. (1) Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING]. KOPIE BEELD DOCUMENT-...
Pagina 631
DOCUMENTOPSLAG (B) (D) Zoeken op gebruikersnaam U kunt de gebruikersnaam op vier manieren selecteren: Gebruikersnaam Annuleren (A) Druk op de toets voor de gebruikersnaam. Naam 1 Naam 2 De gekozen gebruikersnaam wordt gemarkeerd. Als u per ongeluk de verkeerde gebruikersnaam hebt geselecteerd, druk Naam 3 Naam 4 Standaard-...
Pagina 632
DOCUMENTOPSLAG Begin met zoeken. (1) Druk op het selectievakje [Zoeken in huidige map], Zoeken Annuleren Start zoeken zodat deze wordt gemarkeerd Als u alleen bestanden in de huidige map wilt zoeken, selecteert u het Gebruikersnaam Naam 1 selectievakje [Zoeken in huidige map] Bestands- of mapnaam Bestand-01 Gebruik deze methode om een bestand te zoeken in een vertrouwelijke...
Pagina 633
HOOFDSTUK 7 SYSTEEMINSTELLINGEN In dit hoofdstuk worden de systeeminstellingen uitgelegd, waarmee een reeks parameters wordt geconfigureerd die bedoeld zijn om optimaal aan te sluiten op de behoeften van uw werkplek. De keuzes die momenteel voor de instellingen zijn gemaakt, kunnen worden weergegeven of afgedrukt. Als u snel wilt controleren waar een instelling in het menu systeeminstellingen zit, raadpleegt u "SYSTEEMINSTELLINGENMENU"...
Pagina 634
Opslaan/oproepen van systeeminstellingen ... . . 7-96 Sharp OSA-instellingen ......7-97 SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Algemeen) .
Pagina 635
SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN Systeeminstellingen De systeeminstellingen worden gebruikt voor het configureren van diverse parameters in overeenstemming met uw vereisten. De systeeminstellingen worden ook gebruikt om de huidige instellingen en status van de machine weer te geven of af te drukken. Door de systeeminstellingen kan de machine gemakkelijker bediend worden.
Pagina 636
SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene handelingsmethoden In dit hoofdstuk worden de handelingen die voor alle systeeminstellingen gelden besproken. Zorg ervoor dat u dit hoofdstuk goed leest want deze informatie wordt in de beschrijving van de afzonderlijke instellingen achterwege gelaten. Voorbeeld: Het scherm van het Adresboek Adresboek Systeeminstellingen Vorige...
Pagina 637
SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN) In dit gedeelte worden de systeeminstellingen beschreven die door algemene gebruikers van de machine kunnen worden geconfigureerd. Systeeminstellingen (Algemeen) openen Zorg ervoor dat de machine in stand-by staat en druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] op het aanraakscherm. Wanneer u op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] drukt, verschijnt het volgende scherm in het aanraakscherm.
Pagina 638
SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met Systeeminstellingen (Algemeen) Wanneer de Systeeminstellingen worden geopend met algemene rechten, verschijnen de onderstaande items. Raadpleeg "Lijst met Systeeminstellingen (beheerder)" (pagina 7-30) voor items die uitsluitend met beheerdersrechten kunnen worden geopend. • Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
Pagina 639
SYSTEEMINSTELLINGEN Papierlade-Instellingen Optie Standaardinstellingen Pagina 7-13 ■ Papierlade-Instellingen ● Lade-instellingen Papierlade 1 Papierlade 2* Normaal, A4 (8-1/2" x 11") Papierlade 3* 7-13 Papierlade 4* Handinvoer Normaal, Auto-AB (Auto-Inch) Selecteer verg. afmetingen voor autodet. Auto-AB: 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13") Auto-Inch: 8-1/2"...
Pagina 640
SYSTEEMINSTELLINGEN Voorwaarde-instellingen Optie Standaardinstellingen Pagina 7-23 ■ Voorwaarde-instellingen ● Standaard printerinstellingen Kopieën Afdrukstand Staand Standaard papierformaat A4 (8-1/2"x11") Standaard uitvoerlade Varieert afhankelijk van de configuratie van de machine Standaard papiersoort Normaal papier Instelling Oorspronkelijke Resolutie 600 dpi Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen Uitgeschakeld 7-23 Lijndikte...
Pagina 641
SYSTEEMINSTELLINGEN Beheer Documentarchivering Optie Standaardinstellingen Pagina 7-25 ■ Beheer Documentarchivering Wanneer de uitbreidingskit voor de harde schijf is geïnstalleerd. Controle USB-apparaat Optie Standaardinstellingen Pagina – 7-26 ■ Controle USB-apparaat Gebruikers-bediening Optie Standaardinstellingen Pagina 7-26 ■ Gebruikers-bediening* ● Gebruikersinformatie wijzigen – 7-26 * Wanneer gebruikersauthenticatie is geactiveerd en de aangemelde gebruiker niet de autoriteit heeft de systeeminstellingen (beheerder) (uitgezonderd standaard fabrieksgebruikers) te configureren.
Pagina 642
SYSTEEMINSTELLINGEN Totale aantal Deze functie geeft de paginatelling in elke modus weer. Druk op [Totaal aantal]. Opdrachttelling Dit geeft het aantal van alle opdrachten weer en drukt dit af. • A3 (11" x 17") papierformaat wordt als twee bladen geteld. •...
Pagina 643
SYSTEEMINSTELLINGEN Standaardinstellingen De standaardinstellingen voor de bediening van de machine kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets [Standaardinstellingen] en selecteer instellingen. Klokaanpassing Gebruik deze toets om de datum en tijd van de inbouwklok in de machine in te stellen. Stel de tijd in. Optie Instellingen Als uw zone voorligt op GMT (Greenwich Mean Time), selecteer dan [+].
Pagina 644
SYSTEEMINSTELLINGEN Datumindeling Het formaat dat wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd. Optie Instellingen Huidige Waarde De huidige tijd wordt weergegeven in de opmaak die bij de datumnotatie is ingesteld. Indeling De weergavevolgorde instellen van jaar, maand en dag.
Pagina 645
SYSTEEMINSTELLINGEN Papierlade-Instellingen Papierlade en papiersoortinstellingen worden in dit gedeelte behandeld. Druk op de [Papierlade-instellingen]-toets om de instellingen te configureren. Lade-instellingen Deze instellingen bepalen papiersoort, papierformaat en functies die voor iedere papierlade gelden. Als er op de toets [Lade-instellingen] wordt gedrukt, verschijnt een lijst met de laden en huidige instellingen. Lade-instellingen Vorige Papierlade 1...
Pagina 646
SYSTEEMINSTELLINGEN Lade-instellingen Papierlade Papiersoort Formaat Normaal, voorbedrukt, A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R, 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13"), Papierlade 1 Recycled, briefpapier, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2", 8K, 16K, 16KR voorgeperforeerd, gekleurd, Papierlade 2 A3, A4, A4R, B4, B5*...
Pagina 647
SYSTEEMINSTELLINGEN Papiersoortregistratie Sla een papiersoort op als de gewenste papiersoort niet verschijnt in de selectie of als u een nieuwe set papiereigenschappen wilt aanmaken. Er kunnen max. 7 programma's worden opgeslagen. Optie Beschrijving Een willekeurige naam opslaan. Typenaam De standaard fabrieksnamen zijn "Gebr. soort 1" - "Gebr. soort 7". Vaste zijde van papier Activeer deze instelling als papier met een voor- en achterzijde wordt gebruikt.
Pagina 648
SYSTEEMINSTELLINGEN Adresbeheer Adresbeheer wordt gebruikt om sneltoetsen, groepstoetsen, programmatoetsen en aangepaste indexen op te slaan, te bewerken en te wissen. Druk op de toets [Adresbeheer] en configureer de instellingen. • Welke instellingen u kunt selecteren varieert afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur. •...
Pagina 649
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Optie Beschrijving In alle functies opgeslagen items Selecteer het adrestype dat in het adresboek moet worden opgeslagen. • E-mail: Een e-mailadres met een sneltoets opslaan. • Internetfax: Een Internetfaxadres met een sneltoets opslaan. Adrestype • Directe SMTP: Een Directe SMTP-adres met een sneltoets opslaan. •...
Pagina 650
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Beschrijving Items die verschijnen als een Directe SMTP-adres wordt opgeslagen Gebruik deze drie instellingen om een adres voor Direct SMTP-verzending in te stellen. In veel gevallen kan met methode (1) verzonden worden. In de tekstvakken voor "Direct SMTP-adres" en "Hostnaam of IP-adres" kunnen elk maximaal 64 tekens worden ingevoerd.
Pagina 651
SYSTEEMINSTELLINGEN Druk op [Adresboek]. Druk op [Toevoegen]. AAA AAA BBB BBB CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF Selecteer "Groep" in de lijst [Adrestype]. Stel de instellingen [Groepsnaam], [Voorletter] en [Toetsnaam] in. (De overige instellingen kunnen indien nodig worden aangepast.) (1-1000) Gebruik de schuifbalk om het onderste schermgedeelte weer te geven en druk op de toets...
Pagina 652
SYSTEEMINSTELLINGEN Druk op de sneltoets die u aan de groep wilt toevoegen. (In dit voorbeeld zijn drie toetsen AAA AAA BBB BBB toegevoegd.) CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF GGG GGG Tik op de toets [OK]. AAA AAA BBB BBB CCC CCC DDD DDD...
Pagina 653
SYSTEEMINSTELLINGEN Programma Als u regelmatig dezelfde instellingen en/of functies gebruikt voor dezelfde bestemming of bestemmingen, kunt u deze instellingen en bestemmingen opslaan en een programma. Zo kunt u de instellingen en bestemmingen die u wilt selecteren eenvoudig openen via dit programma. Als op de toets [Programma] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm.
Pagina 654
SYSTEEMINSTELLINGEN Faxdata Ontv/ Doorsturen In dit gedeelte worden de instellingen voor ontvangst en doorsturen uitgelegd. Druk op de [Faxdata Ontv/doorsturen]-toets en configureer de instellingen. Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 7-98) voor informatie over de instellingen met betrekking tot de faxfunctie. I-Faxinstellingen Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd wanneer de harde schijf en de internetfaxuitbreidingskit zijn geïnstalleerd.
Pagina 655
SYSTEEMINSTELLINGEN Voorwaarde-instellingen De voorwaarde-instellingen worden gebruikt om de basisprinterinstellingen en de instellingen voor het afdrukken van een DOS-applicatie te configureren. Druk op de toets [Voorwaarde-instellingen] om de instellingen te configureren. Deze instellingen kunnen worden gebruikt wanneer de harde schijf en de printer uitbreidingskit zijn geïnstalleerd. Standaard printerinstellingen De standaard instellingen worden gebruikt om geavanceerde afdrukvoorwaarden voor het afdrukken in een omgeving waar de printerdriver niet wordt gebruikt (zoals afdrukken van MS-DOS of van een computer waarop de meegeleverde printerdriver niet is geïnstalleerd).
Pagina 656
SYSTEEMINSTELLINGEN PCL-instellingen Dit wordt gebruikt om symbolensets, lettertypes en regeleindecode, gebruikt in een PCL-omgeving, in te stellen. Instellingen Optie Beschrijving Selecties Geef de symbolenset op die wordt gebruikt Selecteer uit 35 items. PCL-symbolenset instel. voor het afdrukken. Gebruik dit om het lettertype te selecteren •...
Pagina 657
SYSTEEMINSTELLINGEN Beheer Documentarchivering Voor deze functie is de harde schijf vereist. Beheer documentarchivering wordt gebruikt om aangepaste mappen voor documentarchivering te maken, bewerken, en wissen. Druk op de toets [Beheer Documentarchivering] en configureer de instellingen. Als u op de toets [Beheer Documentarchivering] drukt, verschijnt het onderstaande scherm. Lijst met mappen Vorige Nieuwe Toevoegen...
Pagina 658
SYSTEEMINSTELLINGEN Controle USB-apparaat Hiermee wordt de aansluiting van een USB-apparaat, dat is verbonden met de machine, getest. Druk op de toets [Controle USB-apparaat] om de aansluiting te controleren. De status van een USB-apparaat dat niet compatibel is met de machine verschijnt niet. Gebruikers-bediening In dit gedeelte worden de instellingen voor gebruikers-bediening uitgelegd.
Pagina 659
SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER) In dit gedeelte worden de systeeminstellingen beschreven die door de beheerder van de machine worden geconfigureerd. Systeeminstellingen (beheerder) openen De beheerder moet de onderstaande procedure volgen om zich aan te melden en de Systeeminstellingen (beheerder) te openen. Wanneer Gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie-instelling"...
Pagina 660
SYSTEEMINSTELLINGEN Wanneer Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie-instelling" (pagina 7-46) is ingeschakeld. Wanneer de functie automatische login is ingeschakeld, zal het loginscherm niet verschijnen. Gebruikersauthenticatie via inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord (en e-mailadres) De inlogprocedure van de beheerder wordt uitgevoerd via het gebruikerselectiescherm. De te volgen procedure wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, vindt u in "GEBRUIKERSAUTHENTICATIE"...
Pagina 661
SYSTEEMINSTELLINGEN Inloggen via gebruikersnummer Druk op de [Aanm. beheer.]-toets. Gebruikersauthenticatie Voer het wachtwoord van de beheerder in het invoerscherm voor het wachtwoord in. Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid. U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken. Aanm. beheer. •...
Pagina 662
SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met Systeeminstellingen (beheerder) Hieronder worden de systeeminstellingen weergegeven die verschijnen nadat de beheerder zich heeft aangemeld. Ook worden de standaardinstellingen voor elk item weergegeven. • Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
Pagina 663
SYSTEEMINSTELLINGEN Energiebesparing Optie Standaardinstellingen Pagina 7-60 ■ Energiebesparing ● Tonerbesparingsfunctie Printen Uitgeschakeld 7-60 Kopiëren* Uitgeschakeld ● Automatisch uitschakelen Ingeschakeld 7-60 ● Overschakelen naar Automatisch uitschakelen net na de voltooiing van externe Uitgeschakeld 7-60 opdracht ● Timer voor Automatisch Uitschakelen Vaste overgangstijd. 7-60 ●...
Pagina 664
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Standaardinstellingen Pagina Scan 1 aanpassen Adresoverzicht 2 aanpassen Bestand 3 aanpassen Snelbestand Internetfax* (Zelfde als scan) Fax* 7-64 (Zelfde als scan) USB-geheugenscan 1 aanpassen – 2 aanpassen – 3 aanpassen – Gegevensinvoer* (Zelfde als scan) ● Instellingen beginscherm* –...
Pagina 665
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Standaardinstellingen Pagina Bediening vanaf opgegeven pc Bedieningsmachtiging Verboden Hostnaam of IP-adres van PC – Wachtwoordinvoerscherm weergeven Weergeven op pc en MFP 7-66 Bediening door gebruiker met wachtwoord Bedieningsmachtiging Verboden Wachtwoordinvoerscherm weergeven Weergeven op pc en MFP ● Instelling sjabloon aanraaktoetsenbord –...
Pagina 666
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Standaardinstellingen Pagina Uitzetten nieteenheid* Uitgeschakeld 7-69 ● Instelling fusing-temperatuur 60 - 89g/m (16 - 23 lbs.) 7-69 ● Plasmacluster-instellingen 7-69 Werking van plasmacluster bij inschakelen van machine AAN, Luchtstroom: Laag 7-69 Werking van plasmacluster bij uitschakelen van machine AAN, Onmiddellijk uitschakelen 7-69 Instelling van statusindicator...
Pagina 667
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Standaardinstellingen Pagina Opheffen van werk-programma's uitschakelen Uitgeschakeld 7-72 Uitschakeling handinvoer bij dubbelz. kopiëren Uitgeschakeld 7-72 Automatische papierselectie uitschakelen Uitgeschakeld 7-72 Instelling automatische selectie van papiertoevoerlade Uitgeschakeld 7-72 600x600 dpi scanmodus voor documentinvoer* Uitgeschakeld 7-72 Snel scannen vanaf glasplaat Ingeschakeld 7-72 Auto wissen vóór uitvoering kopieertaak...
Pagina 668
SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen Optie Standaardinstellingen Pagina 7-74 ■ Printerinstellingen ● Standaardinstellingen 7-74 Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Ingeschakeld 7-74 Testpagina Niet Afdrukken Uitgeschakeld 7-74 A4-/Letter-formaat automatisch wijzigen Nederlands 7-74 Afdruk Density Printer 7-74 Instellingen handinvoerlade 7-74 Papierformaat herkenning handinvoer inschakelen Uitgeschakeld 7-74 Papiersoort herkenning handinvoer inschakelen Ingeschakeld 7-74...
Pagina 669
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Standaardinstellingen Pagina Afdrukstand Staand Instelling Oorspronkelijke Resolutie • Scan Ingest. resolutie toepassen bij opslag: Uitgeschakeld 200 X 200 dpi 7-76 • Internetfax * Ingest. resolutie toepassen bij opslag: Uitgeschakeld 200 X 100 dpi • Fax* Ingest. resolutie toepassen bij opslag: Uitgeschakeld Standaard Standaard Belichtingsinstellingen...
Pagina 670
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Standaardinstellingen Pagina Eigen naam en bestemming instellen Registratie zendergegevens • Naam afzender – 7-79 • Faxnummer afzender – • Eigen adres I-Fax – Registratie van eigen naam selecteren – 7-79 ● Scaninstellingen 7-80 Overige instellingen 7-80 Standaard-Afzenderset – 7-80 Standaardinstellingen kleurmodus •...
Pagina 671
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Standaardinstellingen Pagina Instelling Luidsprekervolume – • Signaal ontvangen Middel 7-82 • Foutsignaal communicatie Middel Origineel afdrukken op transactierapport Alleen Foutrapport Afdrukken 7-82 Instelling Afdrukken Transactierapport • Enkele Verzending Alleen Foutrapport Afdrukken 7-82 • Distribueren Volledig Rapport Afdrukken • Ontvangen Geen Afgedrukt Rapport Instelling Afdrukken Activiteitenrapport •...
Pagina 672
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen documentarchivering Optie Standaardinstellingen Pagina 7-86 ■ Instellingen documentarchivering ● Overige instellingen 7-86 Instellingen Standaardmodus Delen-modus 7-86 Instelling Sorteermethode Datum 7-86 Instelling beheerdersauthoriteit Bestand wissen Uitgeschakeld 7-86 Map wissen Uitgeschakeld Wachtwoord wijzigen Uitgeschakeld Alle snelbestanden verwijderen Verwijderen – 7-86 Snelbestanden verwijderen tijdens het opstarten (exclusief beveiligde Ingeschakeld bestanden)
Pagina 674
SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst afdrukken (beheerder) Optie Standaardinstellingen Pagina 7-89 ■ Lijst afdrukken (beheerder) ● Lijst beheerdersinstellingen – 7-89 ● Activiteitenrapport Beeld Verzenden – 7-89 ● Lijst met ontvangen/doorgestuurde gegevens – 7-89 ● Lijst Met Webinstellingen* – 7-89 ● Lijst Metagegevenssets* – 7-89 *1 Als de netwerkverbinding is ingeschakeld.
Pagina 675
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen in-/ uitschakelen Optie Standaardinstellingen Pagina 7-91 ■ Instellingen in-/ uitschakelen ● Voorwaarde-instellingen 7-91 (Als de harde schijf is geïnstalleerd.) Uitgeschakeld 7-91 ● Gebruikers-bediening 7-91 Afdrukken door ongeldige gebruiker uitschakelen Uitgeschakeld 7-91 ● Bedieningsinstellingen 7-91 Timer voor automatisch wissen annuleren Uitgeschakeld 7-91 Uitschakelen van opdrachtprioriteit...
Pagina 676
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Standaardinstellingen Pagina ● Instell. afbeelding verzenden 7-92 Overige uitgeschakeld 7-92 Omschakelen weergave-volgorde uitschakelen Uitgeschakeld 7-92 Scanfunctie uitschakelen • PC scan Uitgeschakeld 7-92 • USB-geheugenscan Uitgeschakeld Registratie uitschakelen 7-92 Reg. van bestemming via bedieningspaneel uitschak Alle uitgeschakeld 7-92 Reg.van bestemming op webpage uitschak.* Alle uitgeschakeld 7-93...
Pagina 677
Opslaan/oproepen van systeeminstellingen ● Fabrieksinstellingen Herstellen – 7-96 ● Huidige Configuratie Opslaan – 7-96 ● Configuratie Herstellen – 7-96 Sharp OSA-instellingen Optie Standaardinstellingen Pagina 7-97 ■ Sharp OSA-instellingen* ● Instellingen extern account Extern accountbeheer Uitgeschakeld 7-97 Authenticatie door externe server inschakelen Uitgeschakeld ●...
Pagina 678
SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikers-bediening Gebruikers-bediening wordt gebruikt om instellingen voor gebruikersauthenticatie te configureren. Druk op de toets [Gebruikers-bediening] en configureer de instellingen. Gebruikersauthenticatie-instelling Met deze instelling kunt u de gebruikersauthenticatie in- of uitschakelen en de methode voor authenticatie specificeren. Wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld wordt elke gebruiker van de machine geregistreerd. Wanneer een gebruiker inlogt, zijn de instellingen voor die gebruiker van toepassing.
Pagina 679
SYSTEEMINSTELLINGEN Overige instellingen Handelingen wanneer het maximum aantal Opgeslagen taken automatisch afdrukken pagina's is bereikt na login Met deze instelling bepaalt u of een opdracht moet wordt voltooid Voor deze functie is de harde schijf vereist. wanneer het maximum aantal pagina's is bereikt terwijl de opdracht Wanneer vasthouden is ingeschakeld in de printerdriver en nog wordt uitgevoerd.
Pagina 680
SYSTEEMINSTELLINGEN Naam van ken- LDAP servertoegangscontrole uitvoeren merk volgens Kenmerk Instelling Het is mogelijk om toegangscontrolegegevens voor limieten van fabrieksinstel- paginatellingen, machtigingen en favoriete bewerkingen op een ling LDAP-server op te slaan. Door deze LDAP-server te gebruiken voor Mijn map myfolder Mapnaam of gebruikersnaam netwerkauthenticatie, kan een gebruiker geverifieerd worden aan de...
Pagina 681
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Beschrijving Gebruiksstatus weergeven na aanmelden Verwerkingsdirec- Informatie wordt verkregen van de LDAP- Wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, bepaalt deze tory (optioneel) server. functie of de paginatellingen van een gebruiker wordt weergegeven als deze gebruiker zich aanmeldt. Mijn map Paginalimietgroep Authoriteitsgroep Gebruikersinformatie afdrukken Favoriete handelin-...
Pagina 682
SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikerslijst Deze functie wordt gebruikt om gebruikers op te slaan, te bewerken en te verwijderen wanneer de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld. Als op de toets [Gebruikerslijst] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Gebruikerslijst Vorige Nieuwe Toevoegen Alle gebruikers Wis alle auto-geregistr. gebr. verwijderen Beheerder Gebruikersnaam...
Pagina 683
SYSTEEMINSTELLINGEN Paginalimietgroep Onbeperkt* Autoriteitsgroep* Beheerder Gebruiker* Gast* Favoriete handelingen-groep Volgens de systeeminstellingen* *1 Onderdelen die kunnen worden gewijzigd. *2 Voor gedetailleerde informatie over elk van de instellingen verwijzen wij naar "Lijst met instellingen en standaardinstellingen van sjabloongroepen" (pagina 7-54). Instellingen Optie Beschrijving Als u een adres dat is geselecteerd wilt...
Pagina 684
SYSTEEMINSTELLINGEN Paginalimietgroeplijst Deze functie wordt gebruikt om groepen accountlimiet-instellingen op te slaan. De paginalimieten voor elke gebruiker worden gespecificeerd door een van deze opgeslagen groepen te selecteren wanneer de gebruiker is opgeslagen. Als op de toets [Paginalimietgroeplijst] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Systeeminstellingen Lijst met paginalimietgroepen Vorige...
Pagina 685
SYSTEEMINSTELLINGEN Autoriteitsgroepslijst Gebruik deze functie om groepen gebruikersautoriteit-instellingen op te slaan. De autoriteit van elke gebruiker wordt gespecificeerd door een van deze opgeslagen groepen te selecteren wanneer de gebruiker is opgeslagen. Als op de toets [Autoriteitsgroepslijst] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Systeeminstellingen Autoriteitsgroepslijst Vorige...
Pagina 686
SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met instellingen en standaardinstellingen van sjabloongroepen Optie Beschrijving Groepsnaam Sla naam van de gebruiker op (maximaal 32 tekens). Selecteer een van de eerder opgeslagen groepen die u wilt gebruiken als sjabloon voor de nieuwe groep. Nadat u de groep hebt geselecteerd, worden de instellingen toegepast. Selecteer de groepsnaam die u wilt gebruiken als De standaardgroepen en bijbehorende instellingen worden hieronder weergegeven.
Pagina 687
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Beschrijving Afdrukken (Documentarchivering) • Kleurmodus Approval Setting Alle toegestaan Alle toegestaan Alleen Zwart-wit toegestaan • Gebruik Speciale functies Toegestaan Toegestaan Verboden • Weergavecontrole documentarchivering Toegestaan Toegestaan Verboden • Display only the Files of Logged-in Users Verboden Verboden Verboden Algemene functies [Enkelzijdig/dubbelzijdig [Enkelzijdig/dubbelzijdig...
Pagina 688
SYSTEEMINSTELLINGEN Favoriete bedieningsgroeplijst Dit wordt gebruikt om favoriete bedieningsgroepen en Mijn menu op te slaan. Mogelijk kunnen sommige instellingen niet geconfigureerd worden afhankelijk van de aansluitstatus van randapparatuur. Deze instelling kan uitsluitend in de webpagina's worden geconfigureerd. U kunt in deze functie niet in het aanraakscherm configureren. Favoriete bedieningsgroeplijstregistratie U kunt sets met voorkeursinstellingen opslaan in groepen.
Pagina 689
SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst van Mijn menu Beginscherminstellingen moeten vooraf zijn opgeslagen. Selecteer een Mijn menu wanneer u een favoriete bedieningsgroep opslaat. Instellingen Optie Beschrijving Naam van Mijn menu Voer een naam voor Mijn menu in (maximaal 32 tekens). Selecteer het Mijn menu dat u als Selecteer een van de eerder opgeslagen Mijn menu's die u wilt gebruiken als sjabloon voor het nieuwe Mijn menu.
Pagina 690
SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikersaantal Hiermee wordt het totale aantal pagina's weergegeven die door elke gebruiker zijn afgedrukt. Als op de toets [Gebruikersaantal] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Aantal gebruikers Vorige Selecteer alle Weergeven Verwijderen gebruikers Beheerder Gebruikersnaam Index schakelen Andere gebruiker Naam 1 *Naam 2 Naam 3...
Pagina 691
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor kaartgebied De gegevenscontrole tijdens het lezen van de kaart kan worden ingesteld. Instellingen Optie Beschrijving Controleer faciliteitscode in HID-modus Controleert de faciliteitscode van de HID-kaart. Faciliteitscode Voer de faciliteitscode van een HID-kaart in. Wanneer u tikt op de toets [Opslaan], wordt de faciliteitscode opgeslagen.
Pagina 692
SYSTEEMINSTELLINGEN Energiebesparing De instellingen voor energiebesparing zorgen voor een besparing op de energiekosten. Vanuit een milieustandpunt helpen deze instellingen ook bij het reduceren van milieuvervuiling en het instandhouden van natuurlijke energiebronnen. Druk op de toets [Energiebesparing] en configureer de instellingen. Tonerbesparingsfunctie Timer voor Automatisch Uitschakelen U kunt de hoeveelheid toner dat wordt gebruikt voor afdrukken...
Pagina 693
SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Voorverwarmfunctie De tijd tot de voorverwarmfunctie begint kan worden ingesteld tussen 1 en 240 minuten. De voorverwarmfunctie wordt ingeschakeld wanneer de ingestelde tijdsduur verloopt nadat het afdrukken is voltooid en er geen verdere handelingen plaatsvinden. Deze functie vermindert de energiekosten en helpt bij het reduceren van milieuvervuiling en het instandhouden van natuurlijke energiebronnen.
Pagina 694
Sharp OSA.* elke modus. * Wanneer een toepassingscommunicatiemodule is geïnstalleerd.
Pagina 695
SYSTEEMINSTELLINGEN Klokinstelling deactiveren Deze instelling wordt gebruikt om het wijzigen van datum en tijd onmogelijk te maken. Kaften/insteekv. modus uitschakelen (Als de automatische documentinvoer is geïnstalleerd.) Gebruik deze instelling wanneer u het gebruik van de kaften en insteekvellen onmogelijk wilt maken. Toetsenbordprioriteit instellen Wanneer een extern toetsenbord is aangesloten kunt u selecteren of het aanraakscherm of het externe toetsenbord moet worden gebruikt.
Pagina 696
Wanneer [Aangepaste afbeelding gebruiken] is geselecteerd, kan de afbeelding van de modustoets worden Afbeelding gewijzigd in een gif-bestand van maximaal 10 KB. Er kan een snelkoppeling naar de Sharp OSA-toepassing worden opgeslagen, evenals toetsen die worden Toepassingstoetsen weergegeven in "Mijn menu" (in totaal kunnen acht toetsen worden opgeslagen).
Pagina 697
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen van Mijn menu Configureer hiermee het Mijn menu-scherm dat verschijnt wanneer op de toets [Mijn menu] wordt gedrukt. De instellingen worden hieronder weergegeven. Optie Beschrijving Titel weergeven Hiermee wordt de titel van Mijn menu weergegeven. Titel Voer een naam voor de titel in (maximaal 70 tekens). Gebruikersnaam weergeven* Hiermee wordt de gebruikersnaam van de persoon die is ingelogd in Mijn menu weergegeven.
Pagina 698
SYSTEEMINSTELLINGEN Voorbeeldinstelling Instellingen bediening op afstand (Als de harde schijf is geïnstalleerd.) Configureer de instellingen voor het voorvertoonscherm dat kan Configureer vereiste instellingen voor externe bediening van de worden gebruikt voor fax/beeld verzending en documenten machine vanuit een op hetzelfde netwerk aangesloten computer. archiveren.
Pagina 699
SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaatbeheer Deze instellingen zijn bedoeld voor de geïnstalleerde randapparatuur. Druk op de toets [Apparaatbeheer] en configureer de instellingen. Overige instellingen Invoermodus origineel Standaard detecteren in automatische kleurmodus De onderstaande invoerfuncties kunnen worden ingesteld als standaard in de functies Kopiëren, Scannen naar schijf en Beeld Pas de instelling aan richting [Zwart-wit] om het gemakkelijker te verzenden.
Pagina 700
SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Detectie Formaat Origineel Een van de 8 groepen standaard origineelformaten hieronder kan worden geselecteerd voor detectie door de functie Detectie formaat origineel. Te herkennen origineelformaten Selecties Origineelinvoerlade (automatische Lade origineelinvoer origineelinvoer)* A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R, 11"...
Pagina 701
SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaten uitschakelen Gebruik deze instellingen als een randapparaat niet functioneert of wanneer u een apparaat tijdelijk wilt uitschakelen. Uitschakelen van origineelinvoer Lade-instellingen uitschakelen (Als de automatische documentinvoer is geïnstalleerd.) Deze instelling wordt gebruikt om het instellen van de laden Gebruik deze instellingen om het gebruik van de automatische onmogelijk te maken (exclusief de instellingen voor de handinvoer).
Pagina 702
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor kopieerfunctie De volgende instellingen zijn bedoeld voor de kopieerfunctie. Druk op de toets [Instellingen voor kopieerfunctie] om de instellingen te configureren. Standaardinstellingen die u met deze instellingen selecteert zijn van toepassing op alle functies van de machine (niet alleen de kopieerfunctie). Instelling oorspronkelijke status De kopieerinstellingen worden gewist wanneer de knop [AAN] ( ) wordt aangezet, wanneer de toets [ALLES WISSEN] (...
Pagina 703
SYSTEEMINSTELLINGEN Overige instellingen Aanpassing Kopiebelichting Standaardinstelling Voor De Kantlijnverschuiving Deze functie wordt gebruikt om het belichtingsniveau aan te passen wanneer [Auto] wordt gebruikt voor kopiebelichting. Deze functie wordt gebruikt om de standaard kantlijnverschuiving in te Gebruik deze functie voor de glasplaat en voor de automatische stellen.
Pagina 704
SYSTEEMINSTELLINGEN Opheffen van werk-programma's 600x600 dpi scanmodus voor uitschakelen documentinvoer (Als de automatische documentinvoer is geïnstalleerd.) Deze instelling wordt gebruikt om het verwijderen en wijzigen van de U kunt de resolutie voor zwart-wit kopieën via de automatische kopieerinstellingen in de werkprogramma's onmogelijk te maken. origineelinvoer wijzigen van 600 x 400 dpi naar 600 x 600 dpi (hoge kwaliteit-modus).
Pagina 705
SYSTEEMINSTELLINGEN Netwerkinstellingen De netwerkinstellingen worden hieronder beschreven. Druk op de toets [Netwerkinstellingen] om de instellingen te configureren. Als instellingen worden gewijzigd, gaan ze pas in nadat de machine opnieuw is gestart. Raadpleeg "DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN" (pagina 1-14) in "1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT" voor het herstarten van de machine. IPv4-instellingen TCP/IP inschakelen"...
Pagina 706
SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen U kunt de instellingen m.b.t. de printerfunctie configureren. Druk op de toets [Printerinstellingen] om de instellingen te configureren. Standaardinstellingen De voorwaarden voor printerinstellingen worden hieronder beschreven. Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Opdrachtwachtrijplaatsing Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van kennisgevingen (Als de harde schijf is geïnstalleerd.) Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden ontvangen uit te schakelen.
Pagina 707
SYSTEEMINSTELLINGEN Interface-instellingen Deze instellingen worden gebruikt om de verzending van gegevens naar de USB- of netwerkenpoort te controleren. Hexadecimale Dump Netwerkpoort Inschakelen (Als de harde schijf is geïnstalleerd.) Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken via de netwerkpoort Deze functie wordt gebruikt om de afdrukgegevens van een computer af te mogelijk te maken.
Pagina 708
SYSTEEMINSTELLINGEN Instell. afbeelding verzenden Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (scan, Internetfax, enz.) kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets [Instell. afbeelding verzenden] om de instellingen te configureren. Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 7-98) voor informatie over de instellingen met betrekking tot de faxfunctie. Bedieningsinstellingen De onderstaande bedieningsinstellingen zijn van toepassing op alle beeldverzendfuncties.
Pagina 709
SYSTEEMINSTELLINGEN Volg adrestoets invoeren bij Standaardverificatie-Stempel distributie-instel (Wanneer een stempeleenheid is geïnstalleerd.) Wanneer de automatische documentinvoer wordt gebruikt, kunt u Deze instelling wordt gebruikt zodat de [Volgend Adres]-toets wordt deze instelling inschakelen om elke pagina van het origineel te laten ingedrukt voordat het volgende adres worden ingevoerd tijdens het stempelen na het scannen.
Pagina 710
SYSTEEMINSTELLINGEN Registratie van programma uitschakelen Instel. voor uitschak. van verzending Dit voorkomt gebruik van het adresboek wanneer een programma Deze instellingen worden gebruikt om de volgende wordt opgeslagen. verzendhandelingen uit te schakelen. Configureer de instellingen voor de volgende items: • E-mail •...
Pagina 711
SYSTEEMINSTELLINGEN Eigen naam en bestemming instellen Hiermee stelt u het internetfaxadres, faxnummer van de machine en naam van de gebruiker in. Registratie zendergegevens Gebruik dit om de naam van de afzender op te slaan voor fax, internetfax, afzendernummer voor fax, en afzenderadres voor internetfax.
Pagina 712
SYSTEEMINSTELLINGEN Scaninstellingen Instellingen die verband houden met het scannen kunnen worden geconfigureerd. Instelling Oorspronkelijke Overige instellingen Bestandsindeling Hiermee kunt u het standaardformaat voor Scannen naar E-mail en Standaard-Afzenderset USB-geheugenmodus instellen wanneer het e-mailadres handmatig worden ingevoerd met behulp van de toets [Adresinvoer]. De informatie die hier is opgeslagen wordt gebruikt als u geen Bestandindeling gegevens invoert bij de optie [Antwoord naar] in de...
Pagina 713
SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling van maximum aantal verzenddata Instellen voorkeur emailhandtekening (E-mail) Er kan automatisch een e-mailhandtekening worden toegevoegd onderaan de lopende tekst van een e-mailbericht. Dit is handig Het is mogelijk om een bestandsgroottelimiet in te stellen van 1 MB tot wanneer u volgens het bedrijfsbeleid een specifieke ondertekening 10 MB in stappen of 1 MB om te voorkomen dat extreem grote onder in e-mailberichten wilt zetten.
Pagina 714
SYSTEEMINSTELLINGEN I-Faxinstellingen Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd wanneer de harde schijf en de internetfaxuitbreidingskit zijn geïnstalleerd. I-Fax Standaardinstellingen Instelling Afdrukken Transactierapport Hiermee kunt u selecteren of er wel of geen transactierapport wordt Deze instellingen worden gebruikt om de standaardinstellingen voor afgedrukt, en als dat wel gebeurt, kunt u de voorwaarden selecteren.
Pagina 715
SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Afdrukken Activiteitenrapport I-Fax Verzendinstellingen Deze instelling wordt gebruikt om het activiteitenrapport Beeld I-Fax verzendinstellingen worden hieronder beschreven. Verzenden, dat is opgeslagen in het geheugen van de machine, automatisch af te drukken op vooraf ingestelde tijdstippen. U kunt het activiteitenrapport Beeld Verzenden instellen op I-Fax Ontvangstrapport Aan/Uit Instelling automatisch afdrukken na 201 transacties, maar kunt deze ook instellen op automatisch afdrukken op een bepaald tijdstip...
Pagina 716
SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Verzenden Draaiing I-Fax Ontvangstinstellingen Wanneer u een afbeelding verzendt met een van de onderstaande I-Fax ontvangstinstellingen worden hieronder beschreven. formaten, roteert u met deze functie het beeld 90 graden. (De instelling kan voor elk formaat afzonderlijk worden geconfigureerd.) A4, B5R, A5R, 8-1/2 x 11", 5-1/2"...
Pagina 717
SYSTEEMINSTELLINGEN Letter formaat RX verkleint afdrukken Ifax uitvoerinstellingen Dit programma is niet beschikbaar in Canada. Hiermee selecteert u de uitvoerlade voor ontvangen Internetfaxen. Wanneer en een fax met het letter-R-formaat (8-1/2" x 11"R) wordt De items die verschijnen zijn afhankelijk van de machineconfiguratie. ontvangen, verkleint deze instelling de fax tot A4R-formaat.
Pagina 718
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen documentarchivering Voor deze functie is de harde schijf vereist. De instellingen voor documentarchivering worden hieronder beschreven. Druk op de toets [Instellingen documentarchivering] om de instellingen te configureren. Overige instellingen Instellingen Standaardmodus Standaardinstellingen kleurmodus Deze instelling wordt gebruikt om aan te geven welke modus (Delen Dit configureert de standaardinstelling bij het gebruik van Scannen of Vertrouwelijk) er moet worden gebruikt als standaardmodus voor naar schijf.
Pagina 719
SYSTEEMINSTELLINGEN Geluid bij voltooide scan Kaart Formaat-Instellingen Deze instelling wordt gebruikt om het volume van het geluidssignaal Deze instelling wordt gebruikt om het standaard origineelformaat voor aan te passen dat uw hoort wanneer het scannen is voltooid. U kunt de functie kaart formaat in te stellen. het geluidssignaal ook uitschakelen.
Pagina 720
SYSTEEMINSTELLINGEN Opties documentuitvoer U kunt het gebruik van een opgeslagen bestand toestaan of verbieden door het type handeling en de modus waarin het bestand is opgeslagen te selecteren. De beschikbare items hangen af van de functies die op de machines zijn geïnstalleerd. Optie Beschrijving Printen...
Pagina 721
SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst afdrukken (beheerder) Deze instelling wordt gebruikt om lijsten en rapporten af te drukken die uitsluitend worden gebruikt door beheerder van de machine. Druk op de [Lijst afdrukken (beheerder)]-toets om de instellingen te configureren. Lijst beheerdersinstellingen U kunt lijsten met beheerderinstellingen afdrukken voor de onderstaande modi.
Pagina 722
SYSTEEMINSTELLINGEN Beveiligingsinstellingen De volgende instellingen zijn bedoeld voor beveiliging. Druk op de toets [Beveiligingsinstellingen] om de instellingen te configureren. SSL-instellingen IEEE802.1X instelling SSL kan worden gebruikt voor het verzenden van gegevens over een Met IEEE802.1X kan een gebruiker gemachtigd worden om een netwerk.
Pagina 723
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen in-/ uitschakelen De onderstaande instellingen worden gebruikt om bepaalde functies onmogelijk te maken. Druk op de [Instelling in-/ uitschakelen]-toets om configureer de instellingen. Met de functie Instellingen In-/uitschakelen worden dezelfde parameters ingesteld als de inschakelen/uitschakelen-functies van andere instellingen. De instellingen zijn onderling gekoppeld (het wijzigen van instelling leidt tot de wijziging van een andere).
Pagina 724
SYSTEEMINSTELLINGEN Master-apparaatmodus uitschakelen Printerinstellingen Hiermee zorgt u ervoor dat de machine niet kan worden gebruikt als master-apparaat machine voor tandem-afdrukken. Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken (Normaal gesproken is deze instelling niet nodig.) Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van kennisgevingen Slave-apparaatmodus uitschakelen uit te schakelen.
Pagina 725
SYSTEEMINSTELLINGEN Reg.van bestemming op webpage uitschak. Instel. voor uitschak. van verzending (Wanneer er een netwerkverbinding is ingeschakeld.) Deze instellingen worden gebruikt om de volgende Hiermee schakelt u het Adresbeheer vanuit de webpagina 's uit. verzendhandelingen uit te schakelen. • Groep (Directe Invoer) [Opn.
Pagina 726
SYSTEEMINSTELLINGEN Wachtwoord beheerder wijzigen Dit wordt gebruikt om het wachtwoord van de beheerder te wijzigen. Druk op de toets [Wachtwoord beheerder wijzigen] om het wachtwoord te wijzigen. Zorg ervoor dat u het nieuwe wachtwoord onthoudt wanneer u het wachtwoord wijzigt. Wij raden u aan het wachtwoord van de beheerder regelmatig te wijzigen.
Pagina 727
SYSTEEMINSTELLINGEN Gegevensback-up Instellingen en gegevens die op de machine zijn opgeslagen kunnen op USB-geheugen worden opgeslagen. • Deze functie kan worden ingeschakeld als een USB-geheugenapparaat is geïnstalleerd. • Deze functie kan niet worden gebruikt terwijl de systeeminstellingen worden gebruikt, tijdens het uitvoeren van een opdracht of wanneer er sprake is van een gereserveerde opdracht.
Pagina 728
SYSTEEMINSTELLINGEN Opslaan/oproepen van systeeminstellingen De huidige systeeminstellingen kunnen worden opgeslagen, eerder opgeslagen systeeminstellingen kunnen worden opgehaald en de standaardinstellingen kunnen worden hersteld. Druk op de toets [Opslaan/oproepen van systeeminstellingen] om de instellingen te configureren. Fabrieksinstellingen Herstellen Hiermee zet u de systeeminstellingen terug naar de standaardinstellingen.
Pagina 729
Deze instellingen kunnen worden gebruikt als de harde schijf en module voor externe accounts of de applicatie communicatiemodule beschikbaar zijn. Instellingen extern account Voorkeur taakprioriteit Stel de afspeelsnelheid in voor de animatie in de applicatie Sharp Extern accountbeheer OSA. Als deze instelling is ingeschakeld, schakelt het apparaat naar de De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd.
Pagina 730
SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX Dit gedeelte legt systeeminstellingen uit die specifiek voor de faxfunctie zijn. De systeeminstellingen voor de faxfunctie kunnen alleen worden geconfigureerd als de faxuitbreidingskit is geïnstalleerd. Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Algemeen) Wanneer de systeeminstellingen voor de fax worden geopend met algemene rechten, verschijnen de onderstaande items. Raadpleeg "Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Beheerder)"...
Pagina 731
SYSTEEMINSTELLINGEN Adresbeheer Adresboek In dit gedeelte worden items uitgelegd die speciaal gebruikt worden voor de fax in "Adresbeheer". Raadpleeg "Adresbeheer" (pagina 7-16) voor items die ook voor andere functies worden gebruikt. Als op de toets [Adresboek] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Adresboek Vorige Adressen sorteren...
Pagina 732
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Optie Beschrijving Opgeslagen algemene items Selecteer het adrestype dat in het adresboek moet worden opgeslagen. Adrestype Selecteer in dit geval [Fax] Stel een zoeknummer in. Het laagst beschikbare nummer wordt automatisch ingevoerd. Om een Zoeknummer nummer te wijzigen, voert u een nummer één van 0001 tot 1000. Een zoeknummer dat al is opgeslagen kan niet worden gebruikt.
Pagina 733
SYSTEEMINSTELLINGEN F-Codegeheugenvak Dit gedeelte legt uit hoe u geheugenvakken voor verschillende typen van F-code communicatie kunt opslaan. Als op de toets [F-Codegeheugenvak] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Systeeminstellingen F-Codegeheugenvak Vorige Nieuwe Toevoegen Sorteren Navraaggeheugen Vak 1 Vak 2 Vak 3 Vak 4 Vak 5 Vak 6...
Pagina 734
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Optie Beschrijving Items die hetzelfde zijn voor alle typen Selecteer het vaktype • Navraaggeheugen: Sla een geheugenvak op voor navraag met F-code. Het subadres en pascode dat u programmeert in het geheugenvak zijn nodig voor de andere machine om navraag te doen bij uw machine (verzending aanvragen) met behulp van F-code communicatie.
Pagina 735
SYSTEEMINSTELLINGEN Faxdata Ontv/ Doorsturen In dit gedeelte worden de instellingen voor ontvangst en doorsturen uitgelegd. Faxinstellingen Wanneer de faxinstellingen zijn geconfigureerd verschijnen de onderstaande items. Optie Beschrijving Stel de methode voor faxontvangst in. • Automatische Ontvangst: Wanneer er een oproep binnenkomt, rinkelt de machine en begint vervolgens automatisch de fax te ontvangen.
Pagina 736
SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Beheerder) Wanneer de systeeminstellingen voor de fax worden geopend met rechten van de beheerder, verschijnen de onderstaande items. Raadpleeg "Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Algemeen)" (pagina 7-98) voorinformatie over de algemene instellingen. •...
Pagina 737
SYSTEEMINSTELLINGEN Optie Standaardinstellingen Pagina Instelling Afdrukken Transactierapport • Enkele Verzending Alleen Foutrapport Afdrukken • Distribueren Volledig Rapport Afdrukken 7-107 • Ontvangen Geen Afgedrukt Rapport • Vertrouwelijke Ontvangst Kennisgevingspagina Afdrukken Instelling Afdrukken Activiteitenrapport • Automatisch afdrukken bij vol geheugen Uitgeschakeld 7-107 •...
Pagina 738
SYSTEEMINSTELLINGEN Instell. afbeelding verzenden Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (scan, Internetfax, enz.) kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets [Instell. afbeelding verzenden] om de instellingen te configureren. Faxinstellingen Fax-Standaardinstellingen Instelling Onderbrekingstijd Hiermee kunt u de lengte van de pauzes wijzigen die tussen de U kunt de instellingen voor fax in- of uitschakelen om deze aan te faxnummers wordt ingevoegd.
Pagina 739
SYSTEEMINSTELLINGEN U kunt het activiteitenrapport Beeld Verzenden instellen op Origineel afdrukken op transactierapport automatisch afdrukken na 201 transacties, maar kunt deze ook instellen op automatisch afdrukken op een bepaald tijdstip Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt voor een (bijvoorbeeld één keer per dag). (De instellingen kunnen gelijktijdig geheugenverzending, wordt deze instelling gebruikt om een gedeelte worden ingeschakeld.) van de eerste pagina van de verzending op het transactierapport af te...
Pagina 740
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Fax Verzenden Instelling Afdrukken Datum/Eigen Nr. Met deze instelling bepaalt u de positie van de datum en informatie van U kunt de instellingen voor faxverzending configureren. de verzender boven aan de faxpagina's die door de ontvangende machine worden afgedrukt. Druk op de [Buiten origineel beeld]-toets om de informatie buiten het verzonden origineel af te drukken.
Pagina 741
SYSTEEMINSTELLINGEN Opnieuw oproepen indien bezet Opnieuw bellen indien communicatiefout Dit programma wordt gebruikt om het aantal belpogingen en ook het Deze instelling bepaalt hoe vaak uw machine automatisch probeert interval tussen deze pogingen in te stellen wanneer een verzending terug te bellen als een faxverzending mislukte door een mislukt als gevolg van een bezette lijn of een andere reden.
Pagina 742
SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Fax Ontvangen Instelling Reductie Auto Ontvangst Wanneer er een fax wordt ontvangen waarin de naam en het nummer U kunt de instellingen voor faxontvangst configureren. van de verzender is opgenomen, is het ontvangen beeld iets groter dan het standaardformaat. Deze instelling wordt gebruikt om het beeld automatisch aan het standaardformaat aan te passen.
Pagina 743
SYSTEEMINSTELLINGEN Papierformaat Letter formaat RX verkleint afdrukken Selecteer het papier dat gebruikt wordt voor het afdrukken van ontvangen faxen wanneer er een afwerkingeenheid is geïnstalleerd. Dit programma is niet beschikbaar in Canada. Wanneer een fax van het formaat letter-R (8-1/2" x 11"R) wordt ontvangen, verkleint deze instelling de fax naar A4R-formaat.
Pagina 744
SYSTEEMINSTELLINGEN Faxnavraagbeveiliging De volgende instellingen zijn bedoeld voor navraaggeheugen via de openbare box. Faxnavraagbeveiliging instellen Wanneer u gebruik maakt van de functie navraaggeheugen, bepaalt deze instelling of elke machine navraag kan doen bij uw machine, of dat alleen de machines die zijn opgeslagen navraag kunnen doen. Nieuwe Toevoegen Wanneer u de Instelling Navraagbeveiliging hebt ingeschakeld, gebruik dan deze instelling om faxnummers van de machines die...
Pagina 745
SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGENMENU Aantal taken Aantal apparaten Totale aantal Klok aanpassen Keuze Toetsenbord Standaardinstellingen Lijst met alle aangepaste Testpagina printer Lijst afdrukken (gebruiker) Adreslijst wordt verzonden Lijst met mappen voor instellingen documentarchivering Lade-instellingen Papiertyperegistratie Registratie aangepast formaat Papierlade-Instellingen Automatische Lade Selectie (handinvoer) Adresbeheer Adresboek...
Pagina 747
HOOFDSTUK 8 HET OPSPOREN VAN FOUTEN In dit gedeelte zijn oplossingen voor mogelijke problemen opgenomen in een vraag- en antwoordindeling. Zoek de vraag die betrekking heeft op uw probleem en benut het antwoord om het probleem op te lossen. Als u een probleem niet kunt oplossen met deze handleiding, neem dan contact op met de dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevestiging.
Pagina 748
Neem contact op met uw dealer of de dichtst bijzijnde erkende servicevertegenwoordiger. Als het probleem na het volgen van bovenstaande stappen aanhoudt, neem dan contact op met de dealer die u het apparaat heeft verkocht of met de dichtstbijzijnde servicedienst van Sharp. Inhoudsopgave...
Pagina 749
HET OPSPOREN VAN FOUTEN VEELGESTELDE VRAGEN Een kopie maken van een origineel dat geen standaardformaat heeft De procedure om een kopie te maken van een betaalstrookje of ander origineel dat geen standaardformaat heeft wordt hieronder beschreven. De speciale functie "Centreren" van de kopieermodus kan worden geselecteerd om de gekopieerde afbeelding in het midden van het papier te plaatsen.
Pagina 750
Installeer de printerdriver en probeer het opnieuw. De poortinstellingen in de printerdriver controleren Geef het dialoogvenster met de eigenschappen van de printerdriver weer en klik op het tabblad [Poorten]. SHARP MX-XXXX SHARP MX-xxxx Zien uw poortinstellingen er zo uit? SHARP MX-XXXX...
Pagina 751
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Op een envelop afdrukken De procedure om op enveloppen af te drukken wordt hieronder besproken. Er kan alleen worden gedrukt op de naam- en adreszijde van een envelop. We raden aan om eerst een testpagina af te drukken om het afdrukresultaat te controleren voordat u een envelop gebruikt.
Pagina 752
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Het papierformaat wijzigen dat wordt gebruikt voor een afdrukopdracht Als het voor een afdrukopdracht opgegeven papierformaat niet is geladen in één van de papierlades van het apparaat, dan volgt u de stappen hieronder om het papierformaat te wijzigen. P Papier is op Papier is op 1 Controleer de gegevens van de opdracht.
Pagina 753
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Het volume van de beltoon aanpassen Als de beltoon bij de ontvangst van een fax te hard of te zacht is, volgt u de stappen hieronder om het volume aan te passen. Het faxtoonvolume kan worden aangepast in de systeeminstellingen (beheerder). Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] op het bedieningspaneel.
Pagina 754
HET OPSPOREN VAN FOUTEN VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER In dit gedeelte wordt uitgelegd wat te doen als het papier vastgelopen is in het apparaat. Let op De fuseereenheid is heet. Let op dat u zich niet verbrandt wanneer u vastgelopen papier te Samenvoe- verwijderen.
Pagina 755
HET OPSPOREN VAN FOUTEN ILLUSTRATIES VASTGELOPEN PAPIER Indien u meer informatie nodig hebt bij het lezen van de instructies op het toetsenpaneel, zie dan de onderstaande illustraties van vastgelopen papier. Kijk eerst naar onderstaande illustratie en ga dan naar de illustratie (1 tot 7) die past bij uw situatie. ☞...
Pagina 756
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Papierstoring in de rechterlade Open de papiergeleider van de fuseereenheid door het uitsteeksel Open voorzichtig de klep van de neer te duwen en verwijder rechterlade. voorzichtig de papierstoring. Verwijder het vastgelopen papier. Let op Papierstoring in de handinvoerlade Verwijder het vastgelopen papier.
Pagina 757
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Papier vastgelopen in de afwerkeenheid Trek lade voorzichtig uit en verwijder het vastgelopen papier. (wanneer een afwerkeenheid (MX-FN23) is geïnstalleerd) Open de voorplaat. Duw de lade voorzichtig terug in de machine. Druk de hendel naar links en schuif de afwerkingeenheid naar links totdat deze niet meer verdergaat.
Pagina 758
HET OPSPOREN VAN FOUTEN VASTGELOPEN NIETJES VERWIJDEREN Volg de onderstaande procedure om vastgelopen nietjes te verwijderen. ☞ AFWERKINGEENHEID AFWERKINGEENHEID Open het deksel. Druk de hendel naar links en schuif de afwerkingeenheid naar links totdat deze niet meer verdergaat. Schuif de afwerkingeenheid tot tegen de aanslag. Zet de ontgrendelingshefboom van de nieteenheid omlaag en verwijder de nieteenheid.
Pagina 759
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Duw de hendel aan de voorzijde van het nietjesmagazijn omlaag. Plaats de nieteenheid terug. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat dit vastklikt. Schuif de afwerkingeenheid terug naar rechts. Schuif de afwerkingeenheid terug naar rechts totdat deze op zijn oorspronkelijke plaats vastklikt.
Pagina 760
HET OPSPOREN VAN FOUTEN KOPIËREN PROBLEMEN M.B.T. HET KOPIËREN • Er wordt niet gekopieerd................8-14 •...
Pagina 761
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Dubbelzijdig kopiëren vindt Geeft de papiersoortinstelling van de Controleer "Lade-Instellingen" in de systeeminstellingen. Indien het niet plaats. geselecteerde lade een papiersoort aan dat niet [Duplex Uitschakelen] vakje is aangevinkt kan er bij die lade niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig kopiëren? dubbelzijdig worden gekopieerd.
Pagina 762
HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. KOPIEERRESULTATEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het beeld is te licht of te Is de afbeelding is te licht of te donker? Selecteer de correcte belichtingsinstelling voor het te kopiëren donker. origineel en pas het belichtingsniveau handmatig aan. Is de juiste belichtingsinstelling voor het origineel Selecteer een van de volgende instellingen afhankelijk van het geselecteerd?
Pagina 763
HET OPSPOREN VAN FOUTEN AFDRUKKEN PROBLEMEN M.B.T. HET AFDRUKKEN • Er wordt niet geprint................8-17 •...
Pagina 764
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet geprint. Staat het juiste IP-adres geselecteerd? Controleer de instelling van het IP-adres. (Windows) Als het apparaat geen permanent IP-adres heeft (het apparaat ontvangt een IP-adres van een DHCP-server) kan er niet worden geprint als het IP-adres verandert.
Pagina 765
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet geprint. Is er een Kennisgeving Pagina afgedrukt? Controleer de afgedrukte Kennisgeving Pagina. Een Kennisgevings Pagina wordt afgedrukt om de oorzaak van het probleem aan te geven als een printopdracht niet zoals aangegeven kan worden uitgevoerd en de oorzaak niet in de display wordt weergegeven.
Pagina 766
HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. AFDRUKRESULTATEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De afdruk is korrelig. Zijn de printerdriversinstellingen juist voor deze Controleer de instellingen van de printerdriver. printopdracht? Bij het selecteren van afdrukinstellingen, kunt u de afdrukmodus instellen op [Normaal], [Hoge kwaliteit]. Als u een zeer scherpe afdruk wenst, selecteer dan [Hoge kwaliteit].
Pagina 767
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De afbeelding wordt 180 Gebruikt u een papiersoort (tabpapier, Draai de afbeelding 180 graden voordat u begint met afdrukken. graden gedraaid afgedrukt. geperforeerd papier enz.) dat alleen in een vaste Als de grootte van de afbeelding en het papierformaat gelijk zijn maar richting kan worden ingeladen? de printrichting verschilt, wordt de printrichting van de afbeelding...
Pagina 768
HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN MET BETREKKING TOT HET VERZENDEN • Er vindt geen verzending plaats............... 8-23 •...
Pagina 769
HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN MET BETREKKING TOT HET VERZENDEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er vindt geen verzending Is de telefoonkabel goed aangesloten? Controleer het contact van de telefoonlijn, de wandcontactdoos plaats. en eventuele adaptors om er zeker van te zijn dat alle verbindingen goed zijn aangesloten.
Pagina 770
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er vindt geen verzending Geeft het opdrachtstatusscherm (voltooide Verricht de transactie opnieuw. plaats. opdrachten) of het transactierapport aan dat de Als de verzending na het terugbellen - zoals ingesteld in "Opnieuw verzending mislukte? oproepen indien bezet"...
Pagina 771
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Verzending begint niet op Is de klok van de machine op de juiste tijd Stel de klok van de machine op de juiste tijd in. ➞ Systeeminstellingen > "Standaard-instellingen" > "Klok" > "Klok het aangegeven tijdstip.
Pagina 772
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De machine begint niet met Is de ontvangstfunctie ingesteld op "Handmatige Stel de ontvangstmodus in op "Automat. Ontvangst". de faxontvangst. ontvangst" in de systeem instellingen Wanneer de ontvangstfunctie is ingesteld op "Handmatige (beheerder)? ontvangst", zal de machine niet automatisch faxen ontvangen.
Pagina 773
HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN IN VERBAND MET AFZONDERLIJKE ONE-TOUCH-TOETSEN / GROEPTOETSEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een afzonderlijke Is het maximaal aantal toetsen al opgeslagen? Wis de one-touch-toetsen en groeptoetsen die niet worden one-touch-toets of een gebruikt. groeptoets kan niet worden opgeslagen.
Pagina 774
HET OPSPOREN VAN FOUTEN SCANNEN / INTERNETFAX PROBLEMEN MET BETREKKING TOT SCANNEN / INTERNETFAXWERKING • Er vindt geen verzending plaats............... 8-28 •...
Pagina 775
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet verzonden. Overschrijdt het beeldbestand de limiet voor Controleer bij uw systeembeheerder. e-mailbijlagen in de systeeminstellingen Als de beheerder een limiet heeft ingesteld voor de grootte van te (systeembeheerder)? verzenden bestanden, kunt u een bestand groter dan de limiet niet verzenden.
Pagina 776
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het ontvangen Ondersteunt het viewerprogramma van de Gebruik een programma dat in staat is het geselecteerde beeldbestand kan niet bestandstype en de compressiemodus te openen. ontvanger de bestandsindeling van de ontvangen worden geopend.
Pagina 777
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De kwaliteit van het Komt het origineel uit drukwerk zoals een boek of Gebruik de volgende methode om verticale patronen (moiré) te gescande beeld is slecht. tijdschrift? beperken. Als het origineel drukwerk is, dan is het mogelijk dat verticale patronen (moiré) verschijnen.
Pagina 778
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het beeld is te licht of te Is de drempelwaarde wel geschikt? Controleer de instelling "Zwart/Wit drempel". donker. Wanneer scannen van de TWAIN driver met [Mono 2 gradatie] is (Bij gebruik van een geselecteerd vanuit de [Kleurmodus] van het venster "Professioneel", pc-scan.) selecteert u de instelling "Zwart/Wit drempel".
Pagina 779
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een individuele sneltoets of Maakt de toets deel uit van een programma Verwijder de toets uit het progamma en doe dan de aanpassing groepstoets kan niet toets? of annuleer de toets. worden gecorrigeerd of (Als de toets in meerdere programma's is opgenomen, moet hij uit gewist.
Pagina 780
HET OPSPOREN VAN FOUTEN DOCUMENTOPSLAG PROBLEMEN M.B.T. ARCHIVEREN • Er vindt geen documentopslag plaats..............8-34 •...
Pagina 781
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een opdracht kan niet wordt Verschijnen er aangepaste mappen in Klik op de [Mapnaam opvragen] knop in het opgeslagen in een "Mapinformatie"? documentopslagscherm van de printerdriver om de aangepaste aangepaste map. (Tijdens het printen) mappen op te halen die op het apparaat zijn aangemaakt.
Pagina 782
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een bestandsnaam word Is de bestandnaam opgeslagen in de Indien de naam werd opgeslagen in de geavanceerde afgekort. geavanceerde verzendinstellingen bij het verzendinstellingen voordat het Snelbestand of Bestand werden verzenden van een scan of Internet fax? geconfigureerd zal die naam worden gebruikt voor het opgeslagen bestand.
Pagina 783
HET OPSPOREN VAN FOUTEN ALGEMENE PROBLEMEN PROBLEMEN M.B.T. DE BEDIENING VAN DE MACHINE • Gespecificeerde apparaatfuncties kunt u niet gebruiken........... . 8-39 •...
Pagina 784
HET OPSPOREN VAN FOUTEN OVERIGE PROBLEMEN • Voorvertoningen of miniatuurafbeeldingen worden niet weergegeven......... . 8-47 •...
Pagina 785
HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. DE BEDIENING VAN DE MACHINE Probleem Wat u moet controleren Oplossing Gespecificeerde Zijn er functies die door de beheerder Controleer bij uw systeembeheerder. Sommige functies kunnen gedeactiveerd zijn in de apparaatfuncties kunt u niet gedeactiveerd zijn? systeeminstellingen (beheerder).
Pagina 786
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Printen is niet mogelijk of Zit er nog papier in de lade? Voeg papier toe volgens de aanwijzingen in het bericht op het het printen stopt tijdens een toetsenpaneel. opdracht. Is de toner in het apparaat op? Vervang de tonercartridge.
Pagina 787
Worden er meerdere vellen papier tegelijk Waaier het papier goed uit voordat u het plaatst. ingevoerd? Gebruikt u papier dat niet aan de specificaties Gebruik door SHARP aanbevolen papier. voldoet? Het gebruik van papier dat niet wordt aanbevolen kan leiden tot vastlopen, kreukelen of vlekken.
Pagina 788
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het papier loopt vast. Is er A5 (5-1/2" x 8-1/2") papier geladen? Als u papier van A5-formaat (5-1/2" x 8-1/2") in de machine laadt, leg het dan in horizontale richting (A5R (5-1/2" x 8-1/2"R)). Staat het juiste papierformaat ingesteld? Als u een speciaal papierformaat gebruikt zorg dan dat u het formaat instelt.
Pagina 789
(pagina 1-48) Vlekken op de print. Gebruikt u papier dat niet aan de specificaties Gebruik door SHARP aanbevolen papier. voldoet? Het gebruik van papier voor andere modellen of speciaal papier dat niet wordt aanbevolen kan leiden tot vastlopen, kreuken of vlekken.
Pagina 790
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Deel van de afbeelding Staat het juiste papierformaat ingesteld? Als u een speciaal papierformaat gebruikt zorg dan dat u het wordt afgesneden. formaat instelt. Als er een ander formaat papier in de lade is gedaan controleer dan de papierformaat instelling.
Pagina 791
HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. RANDAPPARATUUR Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het aangesloten USB Is het USB apparaat compatibel met het Vraag aan uw dealer of het apparaat compatibel is met de apparaat kan niet worden apparaat? machine. gebruikt.
Pagina 792
HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet geniet. Is de papiersoort instelling voor de geselecteerde Controleer de papiersoortinstellingen en selecteer een lade met lade in de printerdriver ingesteld op een papier dat u kunt nieten*. Klik op de knop [Ladestatus] in papiersoort dat niet kan worden geniet? "Papierkeuze"...
Pagina 793
HET OPSPOREN VAN FOUTEN OVERIGE PROBLEMEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Voorvertoningen of Wachten er een aantal opdrachten op uitvoering? Wacht tot enkele van de opdrachten zijn uitgevoerd. miniatuurafbeeldingen worden niet weergegeven. Toetsenpaneelscherm is Staat het displaycontrast juist afgesteld? Druk op de toets helderheid aanpassen ( ) of de moeilijk af te lezen.
Pagina 794
Bedieningshandleiding MODEL : MX-M264N MX-M314N MX-M354N MXM354N-NL-ZZ...