EEN BESTAND OPSLAAN MET "Bestand"
Bij het kopiëren, afdrukken of verzenden van een document in de kopieermodus, afdrukmodus of afbeeldingverzendmodus (met uitzondering van de
modus USB-geheugenscan) kunt u "Bestand" selecteren om een afbeelding van het document op te slaan in de Hoofdmap of een eerder gemaakte
aangepaste map. De afbeelding kan op een later tijdstip worden opgehaald, zodat u het document kunt afdrukken of verzenden zonder dat u het
origineel hoeft te zoeken.
Als voorbeeld wordt hieronder de procedure voor het gebruik van "Bestand" tijdens het kopiëren uitgelegd.
1
Belichting
2
Auto
Kopieerfactor
Origineel
100%
Bestandsinformatie
Vertrouwelijk
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Gebruiker onbekend
3
Bestandsnaam
Kopie_04042012_112030
Opgeslagen in
Hoofdmap
Speciale Functies
2-zijdige kopie
Normaal
A4
Uitvoer
1.
A4
A4R
2.
Bestand
B4
3.
A3
4.
Snelbestand
Papierformaat
Auto
Auto A4 Normaal
A4
Voorbeeldweergave
(1)
(2)
Annuleren
OK
Plaats het origineel.
Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de
bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Druk op de toets [Bestand].
Selecteer de "Bestand"-instellingen.
(1) Selecteer de instellingen voor bestandsinformatie.
Raadpleeg voor het selecteren van de gebruikersnaam, bestandsnaam,
map en de vertrouwelijkheidsstatus de paragraaf
"BESTANDSINFORMATIE" (pagina 6-15).
•
Een gebruikersnaam
•
Een bestandsnaam
•
De map
specificeren: pagina 6-16
•
Een bestand opslaan als
Hebt u bovenstaande instellingen geconfigureerd, dan keert u terug
naar dit scherm. Ga door met de volgende stap.
Als u geen gebruikersnaam of andere informatie wilt toekennen aan het
bestand, gaat u verder met de volgende stap.
(2) Tik op de toets [OK].
U keert terug naar het basisscherm van de kopieermodus en de toets
[Bestand] wordt gemarkeerd.
6-13
DOCUMENTOPSLAG
specificeren: pagina 6-15
toewijzen: pagina 6-16
vertrouwelijk: pagina 6-17
Inhoudsopgave