Macintosh
(2)
(3)
Automatisch alle opgeslagen gegevens afdrukken
Wanneer gebruikersauthenticatie in de systeeminstellingen (beheerder) is ingeschakeld, kunnen alle vastgehouden afdruktaken van een gebruiker
die inlogt op moment van inloggen automatisch worden afgedrukt.
Nadat alle opdrachten zijn afgedrukt, worden de bestanden gewist.
Om de functie alles afdrukken te gebruiken, zijn de volgende stappen vereist:
• "Opgeslagen taken automatisch afdrukken na login" moet in de systeeminstellingen (beheerder) van de machine zijn ingeschakeld.
• Op het moment van vasthouden van afdrukken moet, naast de informatie voor de gebruikersauthenticatie, de in de machine opgeslagen
gebruikersnaam worden ingevoerd bij "Gebruikersnaam" van de taak-id in de printerdriver.
☞
Windows:
AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIEFUNCTIE IS INGESCHAKELD
☞
Macintosh:
AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIEFUNCTIE IS INGESCHAKELD
(1) Log in op de machine.
Voer uw gebruikersnummer of loginnaam en wachtwoord in op het scherm gebruikersauthenticatie van de machine.
(2) Voer alles afdrukken uit.
Er wordt een bevestigingsvraag weergegeven. Tik op de toets [OK]. De afdrukbestanden die zijn opgeslagen in de snelmap, hoofdmap en aangepaste map
worden automatisch afgedrukt en gewist.
Bestanden met een wachtwoord en bestanden die beveiligd zijn door de functie documentarchivering van de machine worden niet afgedrukt. Bestanden in
een map (met uitzondering van Mijn map) met een wachtwoord worden ook niet afgedrukt.
Als u niet "alles wilt afdrukken"...
Druk in stap 2 op de toets [Annuleren].
(1)
3-54
(1) Selecteer [Taakverwerking].
(2) Selecteer de instelling voor vasthouden.
Schakel het selectievakje [Vasthouden] in
van vasthouden in "Vasthouden instellingen". Om de handeling te
vereenvoudigen wanneer u de volgende keer hetzelfde wachtwoord
instelt, kunt u op de toets
wachtwoord hebt ingevoerd (5 tot 8 cijfers).
(3) Selecteer de instellingen voor documentarchivering.
Selecteer de map waarin u het bestand wilt opslaan onder "Instell.
Documentarchivering". Als u [Aangepaste map] selecteert, klikt u op de
knop [Opgeslagen in] om de map te selecteren.
• Als [Snelbestand] wordt geselecteerd, wordt "Vasthouden
instellingen" alleen ingesteld op [Vasthouden na afdr.].
• Wanneer u [Snelbestand] selecteert, wordt het wachtwoord dat
is opgegeven in "Vasthouden instellingen" gewist en kan het niet
worden gebruikt.
• Als u een bestand wilt opslaan in een aangepaste map, moet u
deze eerst maken met "Documentarch. Beheer" in de
systeeminstellingen (beheerder). Als een wachtwoord is
ingesteld voor een aangepaste map, geef dan het
"Mapwachtwoord" op in het mapselectiescherm.
• In Mac OS X v10.5 tot 10.5.8, 10.6 tot 10.6.8 en 10.7 tot 10.7.2
klikt u op de tab [Aangepaste map] als u de instellingen voor
documentarchivering in een aangepaste map wilt opslaan.
(pagina 3-8)
(pagina 3-21)
PRINTER
. Selecteer de methode
(vergrendelen) klikken nadat u het
Inhoudsopgave