Druk op de toets [START] om de eerste set originelen te scannen.
Het scannen begint.
3
Om het scannen te annuleren...
Druk op de toets [STOP] (
Plaats de volgende set originelen en druk op de toets [START].
Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand.
4
De kopieerinstellingen (alleen Belichting, Papierformaat en Kopieerfactor) kunnen voor iedere set originelen worden gewijzigd. Als u het
kopieformaat wilt aanpassen, volg dan de stappen bij "De kopieerinstellingen wijzigen voor elke set originelen".
Om het scannen te annuleren...
Druk op de toets [STOP] (
P l a a t s v o l g e n d o r i g i n e e l e n d r u k o p [ S t a r t ] . D r u k o p [ W i j z i g e n ]
o m k o p i e e r i n s t e l l i n g e n t e w i j z i g e n .
5
Als u het kopiëren wilt annuleren...
Druk op de toets [STOP] (
Indien de Snelmap van de modus documentarchivering vol is, wordt de functie opdracht samenstellen belemmerd. Verwijder onnodige bestanden uit de
Snelmap.
Als u de functie opdracht samenstel. wilt annuleren...
Druk op [Opdracht Samenstel.] in het scherm van stap 2 zodat de toets wordt gemarkeerd.
).
). Alle gescande data wordt gewist.
W i j z i g e n
i n d e l e z e n
).
2-51
Druk op de toets [Lezen Klaar].
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave