Toets [Origineel]
Als op de toets [Origineel] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Dit scherm wordt gebruikt om het formaat van het origineel de wijzigen en
de scaninstellingen voor 2-zijdige originelen te selecteren.
(1) Druk op de toets [Scanformaat].
Als het origineel een afwijkend formaat heeft dat niet kan worden herkend door de automatische formaatdetectie, druk dan op de toets [Scanformaat] en specificeer het formaat van
het origineel.
(2) Druk op de toets [Opslagformaat].
Als u het bestand wilt opslaan met een ander formaat dan dat van het origineel, druk dan op de toets [Opslagformaat] en wijzig het opslagformaat.
(3) Druk op de juiste toets voor de afdrukstand.
Wijst de bovenrand van het origineel naar boven, druk dan op de toets
Als het origineel 2-zijdig is, druk dan op de toets [2-Zijdig Boekje] of de toets [2-Zijdig Schr.Blok], welke van toepassing is.
(4) Tik op de toets [OK].
De instellingen worden opgeslagen en u keert terug naar het scherm voor Scannen naar schijf.
Toets [Belichting]
Als u de belichting wilt aanpassen, drukt u op de toets [Belichting].
Selecteer een geschikte belichtingsfunctie voor het origineel en druk op de toets
vervolgens op [OK].
(1) Selecteer het juiste origineeltypes voor het origineel dat moet worden gescand.
(2) Selecteer [Auto] of [Handmatig].
Als u [Handmatig] hebt geselecteerd, druk dan op de toets
toets
. Voor een lichtere afbeelding drukt u op de toets
Als de belichting staat ingesteld op [Auto], kunnen de toetsen
(A): Moirè-Reductie
Druk op het selectievakje [Moirè-Reductie] zodat er een vinkje
drukwerk.
(3) Tik op de toets [OK].
De instellingen worden opgeslagen en u keert terug naar het scherm voor Scannen naar schijf.
c a n n e n n a a r H D D / O r i g i n e e l
O r i g i n e e l
c a n n e n n a a r H D D / B e l i c h t i n g
B e l i c h t i n g
1
(1)
c a n f o r m a a t
1 0 0 %
O p s l a g g r o o t t e
A u t o
A 4
A u t o
2 - Z i j d i g
2 - Z i j d i g
B o e k j e
c h r i j f b l o k
(3)
. Wijst de bovenrand van het origineel naar links, druk dan op de toets
of
om het belichtingsniveau aan te passen. Druk
A u t o
O r i g i n e e l b e e l d t y p e
H a n d m a t i g
T e k s t
T e k s t / A f g e d . F o
A f g e d r u k t e
F o t o
F o t o
3
5
M o i r é - R e d u c t i e
(2)
(A)
(1)
of
om de belichting aan te passen. (Voor een donkerdere afbeelding drukt u op de
.)
niet worden gebruikt.
verschijnt om het optreden van het moiré-effect te verminderen bij het scannen van
6-19
DOCUMENTOPSLAG
(2)
(4)
O K
A f d r u k s t a n d
(3)
O K
T e k s t / F o t o
t o
M a p
Inhoudsopgave
.