SECTIE 4 - BEDIENINGSORGANEN/INSTRUMENTEN/ACCESSOIRES
2. De veiligheidsstang opnieuw op de laderarm
plaatsen en vastmaken met behulp van de borg-
pennen.
3. De motor starten en de laderuitrusting laten zak-
ken.
BRANDSTOFTANK
Bevindt zich aan de linkerkant van de machine; de
tank heeft een capaciteit van 135 liter.
OPMERKING: Maak de plek rond de dop schoon
voordat u gaat tanken.
OPMERKING: Bij koud weer, brandstof op kamer-
temperatuur gebruiken, zie sectie 8, hoofdstuk
"Vloeistoffen en smeermiddelen".
BELANGRIJK: In koud weer, tank bij na iedere
werk dag, om de vorming van condens tegen te
gaan.
Bij het terugplaatsen van de dop u ervan vergewis-
sen dat deze correct geplaatst is en vervolgens ver-
grendelen met de contactsleutel.
!
LET OP
Tank nooit indien de motor loopt.
Rook nooit tijdens het tanken.
HYDRAULISCHE OLIETANK
Bevindt zich aan de rechterkant van de machine; de
capaciteit van de tank bedraagt 75 liter.
Voor het vullen van het reservoir, zie sectie 8, hoofd-
stuk "Hydraulisch systeem".
OPMERKING: Maak het gebied rond de dop
schoon voordat u gaat tanken.
BELANGRIJK: Gebruik de geschikte hydraulische
vloeistof. Zie sectie 8, hoofdstuk "Vloeistoffen en
smeermiddelen".
Om de dop (1) af te nemen, gebruik maken van de
speciale meegeleverde sleutel. Zie hoofdstuk "Uit-
rustingen van de machine".
Het kijkglas (2) geeft het vloeistofpeil in het reservoir
aan. Zie sectie 8, hoofdstuk "Hydraulisch systeem".
4-60
!
113
114
115