Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

MOTOR STARTEN

OPMERKING: In koud weer, zie "Starten van de
motor in koud weer".
OPMERKING: Nadat de machine lange tijd heeft
stilgestaan, zie sectie 11, "Opstarten na opslag".
OPMERKING: Als u de motor met behulp van een
hulpaccu moet opstarten, zie sectie 10, hoofdstuk
"Aansluiten van een hulpaccu".
1. Controleer dat de zetel (1) goed vastzit in de
positie voor het gebruik van de laderuitrusting.
2. Verstel de stoel en maak de stoel riem vast.
3. Controleer dat de parkeerremhendel (2) in de
opgeheven stand staat.
4. Controleer dat de gashendel van de motor in de
stand van het stationaire toerental staat.
5. Controleer dat de rijrichtingshendel (3) in de
neutrale stand staat.
OPMERKING: (Powershuttle) Indien dit niet gedaan
is zal de alarm zoemer afgaan en is het onmogelijk
de machine te starten.
6. Controleer dat de versnellingshendel (4) zich op
het neutrale punt bevindt (Powershuttle).
7. Als de machine is uitgerust met het antistartsys-
teem met code, zie hoofdstuk "Anti-startsysteem
met code".
8. Zet de contactsleutel in de "AAN" stand. Waar-
schuwingslampjes (1), (2), (3), (4) en moeten
aan gaan. Indien nodig, vervang de kapotte lam-
pen. Zie sectie 10, hoofdstuk "Vervangen van
een lamp".
9. Trap het koppelings pedaal voor een kwart in.
10. Draai de sleutel naar de start stand. Laat de
sleutel los van zodra de motor begint te draaien.
Als de motor stopt, wacht ongeveer een minuut
en begin opnieuw met opstarten.
BELANGRIJK: Bedien het contact niet langer dan
20 sekonden per keer. Bedien het contact niet wan-
neer de motor loopt.
5-4
SECTIE 5 - BEDIENINGSINSTRUKTIES
1
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lb95.bLb110.bLb115.b

Inhoudsopgave