SECTIE 4 - BEDIENINGSORGANEN/INSTRUMENTEN/ACCESSOIRES
Weergave van de versnellingshendel middels LED's
LED's - Genummerd van 1 tot 4:
Aanduiding van de rijrichting door de kleur van de
LED
Vooruit = Groen
Neutraal = Rood
Achteruit = Oranje
anduiding in plus van de middels de pook geselec-
teerde versnelling.
3
LED BLIJFT PERMANENT BRANDEN: Geeft de
middels de pook geselecteerde versnelling aan.
LED KNIPPERT: Geeft de werkelijk op het niveau
van de transmissie ingeschakelde versnelling aan
(als deze verschilt van de versnelling van de ver-
snellingshendel).
LED's - Genummerd van 1 tot 8: Gebruikt in de
testmodi
1
2
3
4
5
LED's - Nummer 8: licht groen op wanneer de
machine stilstaat (in normale modus).
1
2
3
4
5
LED - Letter T = Autodiagnostiek modus:
Gebruikt tijdens de autodiagnostiek testmodus,
deze LED brandt tijdens de zelftest.
OPMERKING: Wanneer er een storing optreedt,
(het lampje zal knipperen), dient u contact op te
nemen met uw Officiële Dealer voor assistentie.
LED - Letter N, geeft de Neutrale stand aan:
Deze LED licht rood op wanneer de transmissie op
het neutrale punt is geplaatst.
Functies van de versnellingshendel en van de
microprocessor
De microprocessor controleert de transmissie en
voert een permanente zelftest uit van zijn eigen
geheugen om te verzekeren dat de keuze van de
versnelling en het overschakelen naar een andere
versnelling steeds zonder risico verlopen.
Als er een defect optreedt in de transmissie of in de
microprocessor, schakelt deze laatste bij verstek
over naar de resetmodus.
6
7
8
6
7
8
T
N
22
23
24
4-17