SECTIE 4 - BEDIENINGSORGANEN/INSTRUMENTEN/ACCESSOIRES
SCHAKELAAR RICHTINGAANGAVE (voorzien
van ROPS)
Bevindt zich rechts van het stuur, deze hendel heeft
vijf standen:
Stand (0): Neutraal. Er zullen geen richtingaanwij-
zers knipperen.
Stand (1): De linker richtingaanwijzers zullen knip-
peren.
Stand (2): De rechter richtingaanwijzers zullen knip-
peren.
HENDEL VOOR DE RICHTINGAANWIJZERS,
GROTE
LICHTEN,
RUITENSPROEIER
cabine)
Bevindt zich rechts van het stuur, deze hendel heeft
vijf standen:
Stand (0): Neutraal.
Stand (1): De linker knipper richting aanwijzer en de
richting aanwijzer lamp onder het stuur knipperen op
dezelfde snelheid.
Stand (2): De rechter knipper richting aanwijzer en
de richting aanwijzer lamp onder het stuur knipperen
op dezelfde snelheid.
Stand (3): (Verlichtingsschakelaar in de stand dim-
lichten). Duw de hendel naar omlaag om de grote
lichten en het overeenstemmende lampje in te scha-
kelen.
Stand (4): Draai de hendel in tegenwijzerzin om de
ruitenwisser in te schakelen.
0 = Uit
I = Normale snelheid
Stand (5): (tijdelijke bedienings hendel) Deze druk-
knop bevindt zich in het midden van de hendelgreep
en schakelt de ruitensproeier vooraan in wanneer u
de drukknop ingedrukt houdt.
4-8
RUITENWISSER
VOORAAN
(Voorzien
EN
in
7
8
9
10