ELEKTRISCH SYSTEEM
PROBLEMEN
Elektrisch systeem werkt niet.
Te lage snelheid van de starter
en de motor komt langzaam op
gang.
Starter werkt niet.
Controlelamp van laadstroom
brandt als motor loopt.
De accu's zullen niet opgeladen
worden.
Controlelampje van laadstroom
knippert, te hoog laadvoltage
Het waarschuwingslichtje van
de roosterverwarming knippert
(optioneel).
9-22
SECTIE 9 - ONDERHOUD/AFSTELLINGEN
MOGELIJKE OORZAKEN
Losse of gecorrodeerde accuaansluitingen
Gesulfateerde accu
Accuschakelaar in stand "OFF"
Hoofdsmeltzekering van machine defect
Losse of gecorrodeerde accuaansluitingen
Te lage accuspanning
Onjuiste viscositeit motorolie
Transmissie in versnelling geschakeld
Losse of gecorrodeerde accuaansluitingen
Laagstationair toerental
Slecht werkende accu
Slecht werkende alternator
Losse of gecorrodeerde accuaansluitingen
Gesulfateerde accu
Losse of versleten riem
Slecht werkende alternator
Koude starthulp niet actief
Dode accu
Losse riem
OPLOSSINGEN
Aansluitingen reinigen en
vastzetten
Controleer accu open
circuitvoltage voor 12,6 V
minimum. Controleer het
elektrolytpeil en soortelijk gewicht
Zet de accuschakelaar opnieuw op
"ON"
Oorzaak opsporen en
hoofdsmeltzekering vervangen
Aansluitingen reinigen en
vastzetten
Controleer accu open
circuitvoltage voor 12,6 V
minimum. Controleer het
elektrolytpeil en soortelijk gewicht
Gebruik juiste olieviscositeit voor
omgevingstemperatuur
Plaats versnellingshendel in
neutraal
Aansluitingen reinigen en
vastzetten
Accu laden of vervangen
Verhoog stationair toerental
Controleer riemspanning.
Controleer accu open
circuitvoltage voor 12,6 V
minimum. Controleer het
elektrolytpeil en soortelijk gewicht
Laat de alternator nazien door uw
Dealer
Aansluitingen reinigen en
vastzetten
Controleer accu open
circuitvoltage voor 12,6 V
minimum. Controleer het
elektrolytpeil en soortelijk gewicht
Controleer de automatische
riemspanner. Vervang indien nodig
de riem
Laat de alternator nazien door uw
Dealer
Neem contact op met uw Dealer