Inhoudsopgave
Advertenties
SECTIE 4 - BEDIENINGSORGANEN/INSTRUMENTEN/ACCESSOIRES
Richtingveranderingen
Het veranderen van de rijrichting gebeurt eenvou-
digweg door de versnellingshendel om te keren van
de vooruitrijdstand naar de achteruitrijdstand en
omgekeerd, hetgeen steeds mogelijk is.
De respons van het systeem is echter afhankelijk
van de snelheid van de machine en van de versnel-
ling die op dat ogenblik is ingeschakeld. Tijdens het
rijden in de 1ste of 2de versnelling, zijn de verande-
ringen van rijrichting niet beperkt en worden deze
onmiddellijk uitgevoerd.
F1 - R1
R1 - F1
Tijdens het rijden in de 3de of 4de versnelling zijn er
twee responsen mogelijk, afhankelijk van de snel-
heid van de machine.
REPONS 1: Als de snelheid van de machine in de
vooruitrijdstand hoger is dan 15 km/h en de achter-
uitrijdstand wordt geselecteerd, wordt omgescha-
keld naar een lagere versnelling maar blijft de
machine tijdelijk in de vooruitrijdstand staan, tot de
snelheid voldoende verlaagd is om over te schake-
len naar de 2de versnelling in de achteruitrijdstand.
REPONS 2: Als de snelheid van de machine in de
vooruitrijdstand lager is dan 15 km/h, schakelt de
machine onmiddellijk over naar de 2de versnelling in
de achteruitrijdstand.
Als een panne van de snelheidssensor in F3 of F4
wordt gedetecteerd, wordt een terugschakelsequen-
tie naar de 2de versnelling ingezet, hetgeen wordt
aangegeven door de snelle knippering van LED "T"
en de trage knippering van LED "N".
R2 - F2
R2 - F2
31
32
4-21
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
