Inhoudsopgave
Advertenties
INLOOP-PERIODE
Uw machine zal langer meegaan en beter en meer
economisch resultaat geven, als u bijzondere aan-
dacht schenkt aan de motor gedurende de eerste
20 werkuren.
Gedurende deze periode:
Houd het instrumenten paneel goed in de gaten.
Gebruik de machine aan normale toerentallen. Rij
niet te hard met de machine als u hem opbergt (wie-
len langzaam draaien of stoppen en de motor op
volle snelheid).
Om een goede smering te verzekeren, de motor
gedurende één minuut aan 1000 tpm laten draaien
alvorens deze te belasten.
Houd de motor op normale bedienings temperatuur.
Laat de motor niet lopen op stationaire snelheid
voor lange perioden.
SECTIE 5 - BEDIENINGSINSTRUKTIES
Gedurende de inloop periode, de volgende kontro-
les en onderhoud beurten uitvoeren, buiten de han-
delingen in het Service Schema:
Dagelijks of om de 10 uur
Controleer geregeld het peil van de olie en de koel-
vloeistof.
Controleer het oliepeil van de transmissie en van de
achteraandrijfas.
Controleer het oliepeil van de vooraandrijfas (4-wie-
laandrijving).
Controleer de smering van de lader- en graafuitrus-
tingen.
Na de eerste 10 werkuren.
Kontroleer de spanning van de wiel schroeven. Zie
sectie 9 hoofdstuk "Wielen en banden".
Na de eerste 50 werkuren.
Wend u na 50 werkuren tot uw Dealer voor de door
de fabriek aanbevolen servicebeurt na 50 werkuren.
De formulieren van het serviceboekje moeten wor-
den ingevuld. Zie paragraaf 13.
5-3
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
