Inhoudsopgave
Advertenties
VOORBEREIDING VOOR OPSLAG
Wanneer de machine meer dan 30 dagen moet stil-
staan, sla hem onder een afdak op of dek hem af
met een waterdicht zeil.
1. De machine grondig reinigen. Alle delen van de
machine waar de verflaag beschadigd is, bij-
schilderen om roestvorming te voorkomen.
2. De machine inspecteren voor beschadigde of
door slijtage aangetaste onderdelen en zo nodig
vervangen.
3. De machine smeren en de olie van de transmis-
sie, het hydraulisch systeem, de achterbrug en
de motor aflaten; opnieuw vullen met de voorge-
schreven olie.
4. Het peil van de koelvloeistof controleren. Als de
machine minder dan 100 uren verwijderd is van
de onderhoudsbeurt na 2000 uren of minder
dan 2 maanden van de tweejaarlijkse service-
beurt, deze onderhoudsbeurt nu uitvoeren.
5. De laderuitrusting bewegen zodat alle cilinders
volledig ingetrokken zijn; de laderbak op een
blok hout laten rusten.
6. De graafuitrusting de stand voor rijden op de
weg zetten.
7. De motor stilleggen en alle hydraulische bedie-
ningen bewegen om de druk af te laten van alle
circuits.
8. Bedek de onbedekte onderdelen van de cilinder
stangen en de bedienings ventiel spoelen met
een vet.
9. Laad de accu op. Verwijder deze van de plaats
en plaats hem op een houten pallet op een
droge koele plaats. Indien mogelijk, de accu
opbergen in een ruimte waar de temperatuur
hoger is dan 0 °C.
Zorg ervoor dat de accu proper is. Kontroleer
het accuzuur nivo regelmatig en wees ervan
overtuigd dat het juist is.
10. Houten blokken onder de wielassen plaatsen
om minder gewicht op de banden te laten rus-
ten.
11. De uitlaatpijp dichtstoppen.
SECTIE 11
OPSLAG
STARTEN NA OPSLAG
Start de motor niet voordat u de volgende handelin-
gen heeft uitgevoerd:
1. Kontroleer de konditie en de druk van de ban-
den.
2. Vul de brandstof tank bij.
3. Controleer het peil van de koelvloeistof.
4. Controleer het peil in alle olie- en vloeistofcir-
cuits.
5. Een volledig opgeladen accu monteren.
6. De afscherming van de uitlaatklep wegnemen.
7. Al het beschermende vet van de betreffende
delen verwijderen, bijvoorbeeld de stuurcilin-
ders, verdelerschuiven, enz.
Kontroleer de machine op lekkages en op gebro-
ken, defecte of ontbrekende onderdelen.
Voordat de motor wordt gestart, overtuig u ervan
dat alle hendels in de neutrale stand staan. Dit
voorkomt elke onverwachte beweging van de
machine en van elk elektrisch onderdeel.
Vermijd de motor te laten lopen in een kleine afge-
sloten ruimte. Zorg ten alle tijden voor goede venti-
latie.
!
!
LET OP
!
!
LET OP
!
!
LET OP
11-1
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
