SECTIE 4 - BEDIENINGSORGANEN/INSTRUMENTEN/ACCESSOIRES
Hendel voor het omkeren van de rijrichting vooruit /
achteruit
Om de voorwaartse rijrichting te selecteren: naar de
gewenste versnelling schakelen met de versnellingshen-
del; vervolgens, wanneer de motor stationair draait, de
hendel voor de powershuttle vanuit de neutrale vergren-
delingsstand (1) naar de stand vooruit (2) verplaatsen.
Gebruik het gaspedaal om het toerental van de motor en
de snelheid van de machine te regelen.
Om de rijrichting om te keren, het toerental van de
motor verlagen, de hendel voor het omkeren van de rij-
richting naar de vergrendelde stand op het neutrale punt
(1) verplaatsen en vervolgens naar achter (3) om de
motor in achteruit te zetten een alarmzoemer aan.
BELANGRIJK: De hendel voor het omkeren van de
rijrichting is uitgerust met een blokkeerinrichting op het
neutrale punt om te vermijden dat de transmissie door
onachtzaamheid wordt gekoppeld. In dit ontwerp wordt
de hendel voor het omkeren van de rijrichting in een "T"-
gleuf verplaatst naar de vooruit- en achteruitstand.
BELANGRIJK: Wanneer bij lage temperaturen
gewerkt wordt en de olie van de overbrenging koud
is, de olie eerste laten opwarmen alvorens de hen-
del voor het omkeren van de rijrichting te gebruiken.
De transmissie kan normaal gebruikt worden wan-
neer de olie is opgewarmd.
OPMERKING: De zoemer weerklinkt als de hendel
voor het omkeren van de rijrichting wordt ingescha-
keld wanneer de parkeerrem is opgetrokken.
OPMERKING: De hendel voor het omkeren van de
rijrichting kan aan om het even welk toerental wor-
den verplaatst; om veiligheidsredenen en terwille
van een schokloze werking moet de motor echter
aan een toerental draaien van ongeveer 1200 tpm.
Dat toerental kan makkelijk worden bereikt door het
gaspedaal te gebruiken om het toerental en de snel-
heid van de machine te regelen.
Ontkoppeling van de transmissie
Dankzij de 4x4-transmissie kan tijdens het rijden mak-
kelijk worden geschakeld naar een hogere of lagere
versnelling. Doordat er geen koppeling aanwezig is tus-
sen de thermische motor en de transmissie, moet het
vermogen, dat door de motor op de transmissie wordt
overgebracht, worden onderbroken bij het schakelen
naar een andere versnelling. Dit gebeurt middels een
ontkoppelingsknop (ontlasting) van de transmissie.
De knop (2) wordt makkelijk met de vinger bediend en
bevindt zich op de versnellingshendel (1).
!
LET OP
Om lichamelijke letsels te vermijden, de ontkoppe-
lingsknop niet gebruiken in afdalingen. Een te hoge
snelheid kan het verlies van de controle over het
stuur veroorzaken, lichamelijke letsels aan perso-
nen die zich in de buurt bevinden of nog een defect
of storing van de transmissie.
!
14
15
4-11