SECTIE 4 - BEDIENINGSORGANEN/INSTRUMENTEN/ACCESSOIRES
Om naar een hogere versnelling te schakelen,
gewoon op de knop (2) drukken op de versnel-
lingshendel (1), en tegelijkertijd de versnellingshen-
del verplaatsen om naar de gewenste versnelling te
gaan. Wanneer de juiste versnelling is gekozen, de
knop loslaten en het toerental van de motor en de
snelheid van de machine opdrijven. Herhaal deze
procedure om naar een nog hogere versnelling te
schakelen.
BELANGRIJK: Om mogelijke schade aan de
hydraulische koppelingen van de transmissie te ver-
mijden, de ontkoppelingsknop nooit gebruiken om
de machine stapvoets te laten rijden. Als dit
manœuvre met de ontkoppelingsknop wordt uitge-
voerd, kan de koppelomvormer overmatig doorslip-
pen en kunnen de koppelingen oververhit raken.
Om naar een lagere versnelling te schakelen of om
de snelheid te verminderen, gewoon het toerental
van de motor verlagen; druk hiertoe op de knop op
de versnellingshendel en houd die ingedrukt terwijl u
naar een lagere versnelling schakelt.
Wanneer de juiste versnelling is gekozen, de knop
loslaten en het toerental van de motor opdrijven om
de gewenste snelheid te bereiken.
De werking van de machine aan een te hoge trans-
missieverhouding of een te grote belasting kan het
overmatige doorslippen en dus een oververhitting
van de koppelomvormer veroorzaken. Als de
machine overbelast is, zal de thermische motor niet
meer dan 1800-2000 tpm halen wanneer het gaspe-
daal volledig wordt ingedrukt; de koppelomvormer
"blokkeert" waardoor de machine volledig tot stil-
stand komt.
In geval van "blokkering" is nog voldoende vermo-
gen van de thermische motor beschikbaar om de
laderuitrusting te bedienen; teneinde de oververhit-
ting van de transmissie te vermijden, moet de belas-
ting op de machine echter verlaagd worden of moet
een lagere versnelling worden gekozen.
BELANGRIJK: Als meer dan 20 seconden wordt
doorgewerkt wanneer de koppelomvormer "geblok-
keerd" is, kan de transmissie abnormaal heet wor-
den en beschadigd raken. Als de transmissie
oververhit raakt, gaat het verklikkerlampje (1) bran-
den. Verplaats de 2 hendels, namelijk de omkeerder
van de rijrichting en de versnellingshendel, naar de
neutrale punt. Laat de thermische motor stationair
draaien aan 1000 tpm tot de olie van de overbren-
ging voldoende is afgekoeld en het verklikkerlampje
(1) uitgaat. Zodre het verklikkerlampje is gedoofd,
kunnen de werkzaamheden hervat worden.
4-12
16
17