Inhoudsopgave
Advertenties
AFSTELLEN VAN DE VOORWIELEN
SERVICE VOORSCHRIFTEN
Controle en afstelling............................................................................................................................ Af en toe
CONTROLE VAN HET TOESPOOR
Het toespoor van de voorwielen is in de fabriek
afgesteld en behoeft normaal gesproken geen ver-
dere afstelling. Occasionele controles kunnen wor-
den uitgevoerd om zich ervan te vergewissen dat
het toespoor nog steeds correct is.
AFSTELLEN VAN HET TOESPOOR
1. De breedte van het spoor meten tussen de voor-
kant van de velg (1) en de achterkant van de
velg (2) ter hoogte van de wielnaaf. De waarde
van het toespoor moet 0 tot 6 mm bedragen.
2. De contramoer (1) op elke wielstang losdraaien
en de zeskantmoer (2) met een sleutel draaien
tot het juiste toespoor wordt bekomen. De con-
tramoer aandraaien en het toespoor opnieuw
meten.
STUURAANSLAGEN (4 wielaandrijving)
In de as zijn vier stuuraanslagen (1) ingebouwd,
twee aan elk uiteinde. De twee achterste wielaan-
slagen zijn instelbaar; zij bepalen de minimale draai-
cirkel.
De
twee
voorste
instelbaar; zij moeten correct worden afgesteld om
te vermijden dat de banden in aanraking komen met
de machine wanneer volledig naar links of naar
rechts wordt gedraaid, wanneer de as volledig vrij is.
De afstelprocedure is als volgt; de contramoer (2)
losdraaien en de aanslagbout (1) in tegenwijzerzin
draaien om de stuurhoek van de wielen te verklei-
nen, of in wijzerzin om de stuurhoek te vergroten.
De contramoer opnieuw aandraaien.
SECTIE 9 - ONDERHOUD/AFSTELLINGEN
wielaanslagen
zijn
23
24
25
9-17
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
