VERVANGEN
VAN
OLIEFILTER
1. Zich ervan vergewissen dat de uitrustingen zich
in de stand voor rijden op de weg bevinden, de
parkeerrem optrekken, de motor stilleggen en
de sleutel uit het contact nemen.
2. De plek rond de filter schoonmaken (onder de
linkerkant van de machine).
3. Plaats een bak met een geschikte inhoud onder
het filter, maak het filter los met behulp van de
filter sleutel en draai hem met de hand los.
4. Breng een dunne laag olie op de nieuwe filter
afdichtings ring aan.
5. Monteer het nieuwe filter. Draai het filter tot de
afdichtingsring in contact komt met het filter-
hoofd en draai het filter vervolgens met de hand
nog driekwart slag vast.
BELANGRIJK: Gebruik niet de filter sleutel om vast
te draaien. Overmatig aandraaien kan de afdich-
tings ring en het filter beschadigen.
6. Het nivo controleren (het moet in het midden
van het peilglas staan). Zo nodig bijvullen.
BELANGRIJK: Zelfs wanneer het nivo onvoldoende
is, is er nog steeds een kleine hoeveelheid vloeistof
in het onderste gedeelte van het peilglas. Dit bete-
kent niet dat het nivo voldoende is.
OPMERKING: Na het bedrijf van de machine, con-
troleren op de eventuele aanwezigheid van lekken.
SECTIE 8 - SMERING/FILTERS/VLOEISTOFFEN
DE
HYDRAULISCHE
53
54
8-23