SECTIE 4 - BEDIENINGSORGANEN/INSTRUMENTEN/ACCESSOIRES
BEDIENING VERWARMING (Optioneel) EN AIRCONDITIONING (Optioneel)
De controlehendels van de verwarming, de ventila-
tie en de air conditioning bevinden rechts van de
cabine (bedienerszetel in positie lader bijbehoren
Alle controlehendels worden op aanvraag geleverd.
OPMERKING: Om de verwarming te gebruiken,
dient men de desbetreffende toevoerkraan aan de
rechterkant van de motor te openen. Zie hoofdstuk
"Toevoerkraan verwarming".
VENTILATIE HENDEL
Deze vierstandenknop maakt het mogelijk om de
luchtstroom af te stellen in de bestuurderscabine.
Stand (0): Uit.
Stand (1): Laag.
Stand (2): Middel.
Stand (3): Hoog.
OPMERKING: De lucht zal heet of koud zijn afhan-
kelijk van de stand van de verwarmings hendel.
CONTROLE VERWARMING
Deze knop maakt het mogelijk de lucht temperatuur
af te stellen in de cabine.
Om de temperatuur te verhogen, draait men de con-
troleknop in de richting van de klok (warm).
Om de temperatuur te verminderen, draait men de
controleknop tegen de klok in (koud).
4-52
91
92
93