(4WS)
De inrichting voor de "terugkeer naar de graafstand"
wordt elektrisch aangestuurd; met deze inrichting
kan de bestuurder de bak automatisch terug in de
graafstand plaatsen voor een bijkomende cyclus,
door eenvoudigweg de bedieningshendel van de
laderuitrusting te bewegen (3).
Wanneer de bak naar voren wordt omgekiept, wordt
het elektrische systeem voor de terugkeer naar de
graafstand ingeschakeld waardoor de solenoïde van
de bakschuif onder stroom komt te staan.
Wanneer de bedieningshendel van de laderbak (3)
diagonaal naar links wordt bewogen om naar de
graafstand (2) terug te keren, houdt de elektromag-
neet de schuif van de bak in de kiepstand tot de bak
zich in de graafstand bevindt; wanneer de bak in de
graafstand staat, passeert de markering, op de
stang voor de zelfnivellering van de bak, voor de
sensor en wordt de stroom naar de solenoïde van
de bakschuif onderbroken, waardoor deze laatste
automatisch naar de neutrale stand kan terugkeren.
AFSTELLEN VAN DE SENSOR VOOR HET
TERUGKEREN NAAR DE GRAAFSTAND
De inrichting voor de terugkeer naar de graafstand
bestaat uit een elektromagneet gemonteerd op de
schuif van het verdeelstuk van de laderbak, een
sensor (1) gemonteerd bovenaan de laderarm en
een markering bevestigd op de buis van de stuurin-
richting voor de zelfnivellering van de bak.
1. Plaats de bak op de grond in de graafstand.
2. Zorg ervoor dat de afmetingen 88,5 en 7,5 mm
worden gerespecteerd zoals aangegeven.
3. Vergewis u ervan dat de sensor (1) zich op 6
mm van de stang (2) bevindt.
Als visueel richtpunt voor de bestuurder, wanneer
deze op de bestuurderszetel zit, bevindt de marke-
ring die op de laderarm is gemonteerd zich in het
verlengde van de markering die op de bediening
van de zelfnivellering van de bak is gemonteerd,
wanneer de laderarmen neergelaten zijn en de bak
zich in de graafstand bevindt.
SECTIE 9 - ONDERHOUD/AFSTELLINGEN
7
8
9-5