Inhoudsopgave
Advertenties
4
B
EDIENING VAN DE DIGITALE IMAGER
H o o f d s t u k V i e r
Bediening van de digitale imager
DEEL
OVERZICHT VAN HET HOOFDSTUK
A
Voor een juiste werking van het Genius Digital Diagnostics System moeten de digitale imager,
de beeldbeheerserver en het review station zijn aangesloten, en is een verbinding nodig
tussen de beeldbeheerserver en een laboratoriumarchiveringssysteem. De instructies in deze
gebruikershandleiding beschrijven de bediening van het digitale imager-gedeelte van het volledige
systeem. Raadpleeg de gebruikershandleiding van het review station en de gebruikershandleiding
van de beeldbeheerserver voor meer informatie over die componenten.
De normale werking van de Genius Digital Diagnostics digitale imager bestaat uit het inschakelen
van de digitale imager-computer en de digitale imager, het laden van geprepareerde objectglazen in
carriers en het starten van de functie voor verwerking van objectglazen. Nadat de verwerking van
objectglazen is voltooid, worden de carriers uit de digitale imager genomen. Tijdens verwerking van
de objectglazen toont de gebruikersinterface de status van elk objectglas en een indicatie van welk(e)
objectglas/-glazen nog aandacht van de gebruiker vereist/vereisen. Deze informatie wordt ook
gerapporteerd in het eventlog objectglas. Het rapport kan worden bekeken in de gebruikersinterface
of kan als tekstbestand worden opgeslagen op een USB-stick.
De gebruiker kan op elk gewenst moment tijdens het verwerken van de objectglazen de verwerking
onderbreken en hervatten of de verwerking onderbreken en annuleren.
Indien nodig kan het apparaat worden afgesloten door middel van een voorgeschreven reeks
stappen. Zie 'De digitale imager uitschakelen' op pagina 4.36.
Zie Afbeelding 4-1 voor een schema van een standaard scanproces voor objectglazen.
Gebruikershandleiding Genius™ digitale imager
4.1
Advertenties
Inhoudsopgave
