STARTEN/STOPPEN VAN DE MOTOR MET CARD MET AFSTANDSBEDIENING
1
Stoppen van de motor
Bij stilstaande auto, drukt u kort op de
knop 1: het contact wordt uitgezet en het
signaal "motor draait" A dooft.
Voor sommige auto's met automatische
transmissie, zet u de hendel in de stand par-
keren P.
Haal de card uit de lezer 2.
2.4
A
Als u de card verwijdert gaat het binnenlicht
branden (als dit in stand "automatisch bran-
den" staat), wordt de stuurkolom geblok-
keerd en gaan de accessoires uit (controleer
voor de zekerheid of de stuurkolom vergren-
deld is)..
N.B.: als u de card in de lezer laat zitten,
klinkt er een geluidssignaal dat u waar-
schuwt zodra u het bestuurdersportier opent
en de verlichting van de lezer knippert.
2
(vervolg)
Controleer, als u de auto ver-
laat, in het bijzonder met de
RENAULT card bij u, dat de
motor inderdaad gestopt is.
Laat nooit de RENAULT card in
de auto als u een kind of een
dier in de auto achterlaat. Met
contact aan kan het kind de
ruiten bedienen en zich ernstig verwon-
den aan hals, arm of hand als deze uit
de auto steken. Gevaar voor ernstige
verwondingen.
Zet het contact niet uit, voordat de auto
geheel tot stilstand is gekomen. Als de
motor niet meer draait, is er geen stuur-
bekrachtiging en rembekrachtiging
meer. Ook werken veiligheidsvoorzie-
ningen zoals airbags en gordelspanners
niet meer.
Als u de RENAULT card uit de kaartlezer
haalt, wordt de stuurinrichting geblok-
keerd.