THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING
1
2
Automatische werking
De regeling van de verwarming en de air-
conditioning zorgt ervoor dat de temperatuur
in het interieur en de ventilatie van de ruiten
(extreme gebruiksomstandigheden daarge-
laten) optimaal gehandhaafd worden bij een
zo optimaal mogelijk brandstofverbruik.
Deze werking wordt aangeraden.
Druk op de toets 1, het controlelampje
brandt.
De airconditioning regelt, onafhankelijk van
elkaar, de gewenste temperatuur aan de lin-
kerkant (de knop 2) en aan de rechterkant
(de knop 4).
(vervolg)
4
– om de temperatuur te verhogen, draai de
knop 2 of 4 naar rechts;
– om de temperatuur te verlagen, draai de
knop 2 of 4 naar links;
De gewenste temperatuur kan ingesteld
worden tussen 16 en 26 °C.
Door de toets Auto 1 in te drukken wordt ook
de functie automatische kringloop ingescha-
keld (het controlelampje 5b brandt).
Bijzonderheid
Voor sommige auto's slaat de RENAULT
card een aantal door de gebruiker ingestelde
afstellingen op, waaronder de afstelling van
de gewenste temperatuur. Het is dus raad-
5b
zaam altijd dezelfde RENAULT card te ge-
bruiken om altijd uw persoonlijke instellingen
te krijgen.
Werking
Om de ingestelde temperatuur te bereiken
en een goed zicht te handhaven, gebruikt
het systeem de volgende elementen:
– de ventilateursnelheid;
– de verdeling van de lucht;
– de kringloopfunctie;
– het aan- en uitzetten van de airconditio-
ning;
– de temperatuur van de lucht links of
rechts;
– het automatisch inschakelen van de ach-
terruit- en/of voorruitverwarming voor de
auto's die hiermee uitgerust zijn.
3.5