RESERVEWIEL
1
Reservewiel 3
Het reservewiel bevindt zich in de bagage-
ruimte.
Om erbij te kunnen komen:
– zet u de achterklep open;
– trekt u de klep omhoog aan de hand-
greep 1;
– houdt u deze omhoog met de haak 2
onder de hoedenplank;
5.2
2
– verwijdert u de krik;
– draait u de centrale bevestiging los;
– verwijdert u het gereedschap;
– verwijdert u het reservewiel.
Laat het reservewiel regelma-
tig door uw dealer controle-
ren. Na verloop van tijd kan het
door veroudering onbruikbaar
worden.
Gebruik van het reservewiel
Het controlesysteem van de bandenspan-
ning controleert niet de spanning van de re-
serveband (het door het reservewiel vervan-
gen wiel verdwijnt van het infoscherm).
Raadpleeg de paragraaf "Controlesysteem
bandenspanning" in hoofdstuk 2.
3
N.B. De wielbouten van aluminium wielen
kunnen gebruikt worden voor een stalen re-
servewiel.
Auto met een reservewiel dat
kleiner is dan de andere vier
wielen.
Bij gebruik van het reservewiel,
mag de auto niet sneller rijden dan
130 km/u.
Vervang zo snel mogelijk het reservewiel
door een wiel van dezelfde maat als het
originele wiel.