STORINGEN
(vervolg)
Tijdens het rijden
Trillingen.
Abnormale witte rook uit de uitlaat of bor-
relende vloeistof in het koelvloeistofreser-
voir.
Rook onder de motorkap.
Het waarschuwingslampje voor de oliedruk
gaat branden:
in een bocht of tijdens het remmen
bij stationair draaien
dooft langzaam of blijft branden bij gas
geven
5.30
OORZAKEN
Banden te zacht, beschadigd of uit
balans.
Mechanische storing: koppakking opge-
blazen of waterpomp defect.
Kortsluiting of lekkage van het koelcircuit.
Het peil is te laag.
Lage oliedruk.
Te lage oliedruk.
WAT TE dOEN
Controleer de bandenspanning, als deze goed is
laat dan de banden door een RENAULT-dealer
nakijken.
Zet de motor stil.
Roep de hulp in van een RENAULT-dealer.
Zet de motor af en maak een van de accuka-
bels los. Raadpleeg uw RENAULT-dealer.
Voeg motorolie toe (raadpleeg de paragraaf
"Motorolie (bij)vullen" in hoofdstuk 4).
Ga direct naar de dichtstbijzijnde RENAULT-
dealer.
Stop en roep de hulp in van een RENAULT-
dealer.