AANVULLENDE VEiLighEiDSVOORZiENiNgEN VOORiN
Krachtbegrenzer
Vanaf een bepaalde hevigheid van de schok
van de aanrijding komt dit mechanisme in
werking om de kracht die de gordel op het li-
chaam uitoefent te begrenzen tot een draag-
lijk niveau.
Airbag links en rechts
De auto kan zijn voorzien van een airbag bij
de linker en de rechter voorstoel.
Het opschrift "Airbag" op het stuurwiel en het
dashboard (zone van de airbag A)en een
pictogram aan de onderkant van de voor-
ruit herinneren aan de aanwezigheid van de
aanvullende veiligheidsvoorzieningen (air-
bags, gordelspanners, enz.) in het interieur.
De airbags hebben:
– een airbag en een gaspatroon in het
stuurwiel voor de bestuurder en in het
dashboard voor de passagier;
– een elektronische rekeneenheid, ge-
meenschappelijk voor beide airbags, met
een schokdetector die de aanrijding regi-
streert en de elektrische ontsteking van
het gaspatroon activeert;
– een gemeenschappelijk waarschu-
å
wingslampje
op het instrumen-
tenpaneel.
(vervolg)
A
Bij het afgaan van de airbag vindt een
explosie plaats waardoor warmte en
rook vrijkomen zonder enig brandgevaar
en er klinkt een luide knal. De airbag die
onmiddellijk naar buiten komt, kan onge-
vaarlijke, lichte schaafwonden of ander
ongemak veroorzaken.
1.29