BRANDSTOfTANK
(vervolg)
Tanken van brandstof
Druk met het vulpistool de klep 1 open en
steek het zo ver mogelijk naar binnen voor-
dat u met tanken begint (spatgevaar).
Houd tijdens het tanken het vulpistool in
deze stand tot u klaar bent met tanken.
Als het vulpistool automatisch is afgeslagen,
mag u het nog maximaal twee keer gebrui-
ken, om voldoende ruimte in de tank over te
houden voor het uitzetten van de brandstof.
Let op dat bij het tanken geen water bij de
brandstof komt. De klep 1 en zijn omgeving
moeten schoon blijven.
Benzinemotor
Schade die ontstaan is als gevolg van het
tanken van loodhoudende benzine wordt
niet door de fabrieksgarantie gedekt.
Om te voorkomen dat er abusievelijk lood-
houdende benzine wordt getankt, heeft de
vulhals een nauwe doorlaat met een veilig-
heidssysteem waarin alleen een vulpistool
met ongelode benzine past.
1.74
2
Bijzondere gevallen
Als de RENAULT card niet goed werkt, kan
het klepje A worden geopend door met de
hand aan de ontgrendelstang te trekken (in
de bagageruimte).
Deze is bereikbaar na het weghalen van het
afdekrooster van de lampen van het achter-
licht aan de kant van de tankdopklep, hierna
trekt u de ontgrendelstang 2 naar u toe.
Aanhoudende stank
van
brandstof
In geval van een aanhoudende stank
van brandstof, moet u:
– onmiddellijk stoppen, rekening hou-
dend met het overige verkeer en het
contact afzetten;
– de alarmknipperlichten aanzetten en
alle passagiers uit laten stappen en
ze ver van het verkeer houden;
– roep de hulp in van een merkdealer.
Wijzig of repareer niet zelf het
brandstofsysteem (rekeneen-
heden, bedrading, brandstofcir-
cuit, inspuitstukken of verstui-
vers, beschermkappen, enz.) vanwege
de grote gevaren voor de veiligheid die
hierdoor kunnen ontstaan. Laat deze
werkzaamheden uitsluitend door uw
merkdealer uitvoeren.