PARKEERHULP
De werking van het systeem
Ultrasoon detectors die, afhankelijk van de
auto, in de bumpers voor en/of achter van
de auto ingebouwd zijn, "meten" de afstand
tussen de auto en een obstakel.
Als de achteruitversnelling is ingeschakeld,
klinkt er een geluidssignaal.
Deze meting vertaalt zich in geluidssignalen
waarvan de frequentie toeneemt naarmate
het obstakel dichterbij komt, totdat het een
continu geluid wordt als het obstakel onge-
veer 25 cm van de auto verwijderd is.
De geluidssignalen van het systeem achter
verschillen van de geluidssignalen van het
systeem voor.
N.B.: zorg ervoor dat de ultrasoondetec-
tors niet bedekt zijn (vuil, modder, sneeuw,
enz.).
2.36
Bij een storing
Als het systeem een storing ontdekt, klinkt
bij het inschakelen van de achteruitver-
snelling gedurende ongeveer 5 secondes
een geluidssignaal. Om u te waarschuwen,
wordt dit begeleid door de boodschap "par-
keerhulp controleren". Raadpleeg een merk-
dealer.
Deze functie is een extra hulp
die door middel van geluids-
signalen de afstand tussen de
auto en een obstakel aangeeft
tijdens het achteruitrijden.
Deze functie kan in geen enkel geval de
oplettendheid en verantwoordelijkheid
van de bestuurder vervangen bij het
achteruit manoeuvreren.
De bestuurder moet altijd op zijn hoede
blijven voor plotselinge gebeurtenissen
die tijdens het rijden zich kunnen voor-
doen: let dus altijd op of er een bewe-
gend obstakels is (zoals een kind, dier,
kinderwagen, fiets) of een te klein of
smal obstakel is (grote steen, dun paal-
tje) tijdens de manoeuvre.