RUiTENWiSSER/-SPROEiER VOOR
n
Ruitenwisser van
de voorruit met
automatische wisfunctie
Contact aan, beweeg schakelaar 1 van A
naar D.
1.70
A uit.
B automatisch wissen
In deze stand signaleert het systeem
water op de voorruit en schakelt het
wissen in met een aangepaste wissnel-
heid.
1
Met de centrale ring van de schakelaar 1
kan de gevoeligheid variëren van – tot ■:
– lage gevoeligheid
■ hoge gevoeligheid.
A
C langzaam continu wissen.
B
D snel continu wissen.
C
D
Afhankelijk van de auto, is het na het
uitzetten van het contact noodzakelijk
om terug te gaan naar de ruststand A
voordat de automatische werking weer
actief kan worden.
Automatische aanpassing van
de wissnelheid
Als u tijdens het rijden een wissnelheid ge-
selecteerd heeft, gaat deze elke keer als de
auto stil staat over tot een lagere wissnel-
heid:
– van snel continu wissen naar langzaam
continu wissen;
– van langzaam continu wissen naar
wissen met intervallen.
Zodra de auto weer gaat rijden, beginnen
de wissers weer met de oorspronkelijk inge-
stelde snelheid te werken.
Als u bij stilstaande auto de schakelaar 1
in een andere stand zet, schakelt u hiermee
bovengenoemd automatisme uit.
N.B.: als het mechanisme is geblokkeerd
(bijvoorbeeld doordat de wisserbladen zijn
vastgevroren aan de voorruit) wordt de voe-
ding van de ruitenwissermotor automatisch
uitgeschakeld.
Controleer bij werkzaamheden
onder de motorkap, of de scha-
kelaar van de ruitenwisser in
stand A (uit) staat.
Risico van verwonding.