R : achteruitversnelling
N : neutrale stand
D : automatische modus
kg : beladingsmodus
T : rem intrappen
W : versnellingsbakelektronica
Geautomatiseerde versnellingsbak
3 255.
Controlelampen
De beschreven controlelampjes zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze
beschrijving geldt voor alle instru‐
mentuitvoeringen. Afhankelijk van de
uitrusting kan de positie van de
controlelampjes verschillen. Bij het
inschakelen van het contact lichten
de meeste controlelampjes korte tijd
op bij wijze van functietest.
Betekenis kleuren controlelampjes:
Rood : gevaar, belangrijke herinne‐
ring
Geel
: waarschuwing, aanwijzing,
storing
Groen : inschakelbevestiging
Blauw : inschakelbevestiging
Wit
: inschakelbevestiging
Instrumenten en bedieningsorganen
97