De belangrijkste bedieningselemen‐
ten zijn:
● FM/AM/DAB (afhankelijk van de
versie): wissel tussen FM- en
AM-frequentiebereiken.
● */': automatisch de
volgende/vorige radiozender
zoeken.
● ;/:: frequentie in stappen van
0,5 verlagen of verhogen.
● R/S: door de zenderlijst blade‐
ren.
Radio activeren
Om te allen tijde de radio in te scha‐
kelen, raakt u 7 gevolgd door
ñRadioaan. De voorheen geselec‐
teerde zender wordt nu ontvangen.
De volgende submenu's verschijnen
onderaan het scherm:
● Hoofdmenu: De radiozender/-
frequentie verschijnt.
● Lijst: Er verschijnt een alfabeti‐
sche lijst met beschikbare radio‐
zenders (maximaal 50 zenders).
Let op
Radiozenders zonder RDS: alleen
de frequentie wordt weergegeven.
Deze zenders verschijnen onderaan
in de lijst.
● Voorkeuren: De opgeslagen
favoriete radiozenders verschij‐
nen.
● Opties:
De volgende instellingen kunnen
worden gewijzigd, afhankelijk
van het geselecteerde frequen‐
tiebereik:
●
RDS (Aan/Uit)
●
TA (Aan/Uit)
●
Regio (Aan/Uit)
●
Nieuws (Aan/Uit)
●
AM (Aan/Uit)
●
Lijst bijwerken (start)
Voor meer informatie kunt u
(NAVI 50 IntelliLink) "Radio Data
System (RDS)" raadplegen 3 153.
Infotainmentsysteem
Frequentiebereik selecteren
Raak = naast FM/AM/DAB (indien
beschikbaar) in de linkerbovenhoek
van het display aan en selecteer het
FM-, AM- of DAB-frequentiebereik.
De voorheen geselecteerde zender in
dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Let op
U kunt de AM-frequentieband
uitschakelen met behulp van het
menu Opties.
Raadpleeg "Digital Audio Broadcas‐
ting" 3 156.
NAVI 80 IntelliLink -
Bedieningsorganen
Gebruik het aanraakscherm om de
radio te bedienen.
De belangrijkste bedieningselemen‐
ten zijn:
● FM/AM/DR: schakelen tussen
frequentiebereiken FM, AM en
DR (digitale radio).
● Y/Z: automatisch de volgende/
vorige radiozender zoeken.
149