Controlelampjes in de
dakconsole
Overzicht
Richtingaanwijzers 3 99
O
Gordelverklikker 3 100
X
Airbags en gordelspanners
v
3 100
Airbag deactiveren 3 100
W
Laadsysteem 3 101
p
Storingsindicatielampje
Z
3 101
j Laat auto spoedig nakijken
3 101
Instrumenten en bedieningsorganen
Schakel motor uit 3 102
C
Remsysteem 3 102
R
Handrem3 102
j
Antiblokkeersysteem (ABS)
u
3 102
Schakelen 3 102
b
a
Variabele stuurbekrachtiging
§
3 102
Lane Departure Warning
Q
3 103
Elektronische stabiliteitsrege‐
R
ling 3 103
Koelvloeistoftemperatuur
W
3 103
Voorverwarmen 3 103
!
AdBlue 3 103
ú
Bandenspanningscontrole‐
w
systeem 3 104
Motoroliedruk 3 104
I
Te laag brandstofpeil 3 104
Y
Autostop (Stop/Start-
D
systeem) 3 105
Autostop geblokkeerd (Stop/
\
Start-systeem) 3 105
F Buitenverlichting 3 105
Dimlicht 3 105
9
C
Groot licht 3 105
Grootlichtassistentie 3 105
f
Mistlampen voor 3 105
>
Mistachterlicht 3 105
ø
Cruisecontrol 3 105
m
Actief noodstopsysteem
l
3 105
Snelheidswaarschuwing
$
3 106
U
Cruise control 3 105, snel‐
heidsbegrenzer 3 106
&
Tachograaf 3 106
y
Deur open 3 106
Richtingaanwijzers
O knippert groen.
Knippert bij ingeschakelde richting‐
aanwijzer of alarmknipperlichten.
99