Inleiding
Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem levert state-
of-the-art informatie en vermaak in de
auto.
De radio is uitgerust met kanaalvoor‐
keuren die kunnen worden toegewe‐
zen voor het FM-, AM- en ook DAB-
frequentiebereik (afhankelijk van
versie).
Externe gegevensopslagapparaten,
bijv. iPod, mp3-speler of USB-stick of
een draagbare speler kunnen op het
Infotainmentsysteem worden aange‐
sloten. Externe geluidsbronnen
kunnen ook via Bluetooth worden
aangesloten.
De digitale soundprocessor biedt
diverse vooraf ingestelde klankinstel‐
lingen, waarmee u het geluid kunt
optimaliseren.
De dynamische routeplanning van
het navigatiesysteem begeleidt op
betrouwbare wijze naar de gekozen
bestemming en kan helpen files en
andere knelpunten te vermijden.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op de stuurkolom, of
via het stemherkenningssysteem.
Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een handsfree-
telefoonsysteem.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de duide‐
lijke displays is het systeem gemak‐
kelijk en intuïtief te bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Infotainmentsysteem
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid
9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het info‐
tainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u
het infotainment-systeem bedient.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de
zender
● ontvangst van meerdere signa‐
len tegelijk door reflecties
● obstakels
Bij een slechte radio-ontvangst daalt
het volume automatisch voor een
minimaal storend effect.
121