Zoek op het audioapparaat naar
Bluetooth-apparatuur in de buurt van
het apparaat.
Selecteer de naam van het Infotain‐
mentsysteem (bijv.
Media Nav Evolution) uit de lijst op het
audioapparaat en voer dan (zo nodig)
op het toetsenblok van het audioap‐
paraat de koppelingscode in die op
het displayscherm van het Infotain‐
mentsysteem staat weergegeven.
De standaard koppelingscode is
0000. Selecteer Wachtwoord
wijzigen om deze koppelingscode te
wijzigen voordat de koppelingsproce‐
dure wordt gestart.
Let op
Als het audioapparaat geen scherm
heeft, voer dan de standaard koppe‐
lingscode op het apparaat en daarna
op het Infotainmentsysteem in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
voor deze standaard koppelings‐
code van het audioapparaat,
meestal 0000. Afhankelijk van het
apparaat moet de koppelingscode
wellicht in omgekeerde volgorde
worden ingevoerd, d.w.z. eerst op
het Infotainmentsysteem.
Herhaal zo nodig de procedure als
het koppelen mislukt.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt de batterij van het
audio-apparaat sneller ontladen
wanneer het audio-apparaat via het
infotainment-systeem wordt
bediend.
Audio-apparaat aansluiten
Na afloop van de koppelingsproce‐
dure worden audioapparaten auto‐
matisch op het Infotainmentsysteem
aangesloten.
Om het verbonden audioapparaat te
wijzigen, raakt u 7 aan, gevolgd door
ÿInstellingen.
Selecteer vervolgens Connectiviteit
en Bluetooth-apparatenlijst bekijken.
De apparatenlijst toont de audio-
apparaten die al gekoppeld zijn.
Selecteer het gewenste audio-appa‐
raat uit de lijst en bevestig door OK
aan te tikken.
Infotainmentsysteem
Koppeling audio-apparaat verbreken
Als het audioapparaat of de Blue‐
tooth-functie op het audioapparaat
wordt uitgeschakeld, wordt de koppe‐
ling van het apparaat met het Info‐
tainmentsysteem verbroken.
Koppeling van extra audio-apparaat
met Infotainmentsysteem verbreken
Wanneer de lijst met gekoppelde
audio-apparaten vol is, kan een
nieuw apparaat alleen gekoppeld
worden wanneer de koppeling van
een bestaand apparaat wordt verbro‐
ken.
Voor het verbreken van de koppeling,
d.w.z. een audio-apparaat uit het
geheugen van het systeem te verwij‐
deren, raakt u 7 aan, gevolgd door
ÿInstellingen.
Selecteer Connectiviteit en
Bluetooth-apparatenlijst bekijken.
Selecteer het gewenste audio-appa‐
raat uit de lijst en tik ë aan om het
apparaat te verwijderen. Verwijder zo
nodig alle apparaten door Opties te
selecteren, gevolgd door Alles
verwijderen. Bevestig met OK.
165