162
Infotainmentsysteem
Streaming audio via
Bluetooth
Algemene informatie
Bluetooth-compatibele extra audio‐
bronnen (bijv. mobiele telefoons voor
muziek, mp3-spelers enz.) zijn draad‐
loos te verbinden met het Infotain‐
mentsysteem.
Opmerkingen
● Het Infotainmentsysteem werkt
alleen met Bluetooth-apparaten
die A2DP (Advanced Audio
Distribution Profile) ondersteu‐
nen. Met oudere versies kunnen
zich aansluitingsproblemen voor‐
doen.
● Het Bluetooth-apparaat moet
AVRCP (Audio Video Remote
Control Profile), versie 1.0 of
hoger ondersteunen. Als het
apparaat AVRCP niet onder‐
steunt, werkt alleen de volume‐
regeling via het Infotainmentsys‐
teem.
● Maak uzelf voorafgaand aan het
aansluiten van het Bluetooth-
apparaat op het Infotainmentsys‐
teem vertrouwd met de bedie‐
ningsinstructies voor Bluetooth-
functies.
Bediening
Voorwaarden
Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan om een Bluetooth-
compatibel audio-apparaat via het
Infotainmentsysteem te regelen:
● De Bluetooth-functie van het
Infotainmentsysteem moet geac‐
tiveerd zijn.
Raadpleeg "Bluetooth-verbin‐
ding" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 208.
● De Bluetooth-functie van de extra
Bluetooth-compatibele audio‐
bron moet geactiveerd zijn (zie
de bedieningsinstructies van het
audio-apparaat).
● Afhankelijk van de audiobron kan
het nodig zijn om dat apparaat op
"zichtbaar" in te stellen (zie de
bedieningsinstructies van het
audio-apparaat).
● De audiobron moet met het Info‐
tainmentsysteem gekoppeld en
verbonden zijn.
Radio 15 USB
Bluetooth-verbinding
Een verbinding moet tot stand
gebracht zijn tussen het audio-appa‐
raat en het Infotainmentsysteem via
Bluetooth, d.w.z. het apparaat moet
aan de auto gekoppeld zijn voordat
het wordt gebruikt.
Raadpleeg "Bluetooth-verbinding" in
het hoofdstuk "Telefoon" 3 208.
● Er kunnen maximaal vijf audio‐
apparaten worden gekoppeld en
in de apparatenlijst worden opge‐
slagen, maar er kan er maar één
tegelijkertijd verbonden zijn.