Gebruikte fles met afdichtmiddel
vervangen. Afvoeren volgens de
desbetreffende wettelijke voorschrif‐
ten.
De compressor en het afdichtmiddel
zijn vanaf ca. -30 °C te gebruiken.
Wiel verwisselen
De onderstaande voorbereidingen
treffen en de instructies opvolgen:
● Auto op een vlakke en stevige
ondergrond parkeren die niet
glad is. Voorwielen in de rechtuit‐
stand draaien.
● Trek de handrem aan en schakel
de eerste versnelling of de
achteruitversnelling (handge‐
schakelde versnellingsbak) of N
(geautomatiseerde versnellings‐
bak) in.
● Schakel de luchtvering uit 3 244.
● Reservewiel verwijderen 3 317.
● Nooit meer dan één wiel tegelij‐
kertijd verwisselen.
● Gebruik de krik alleen om een
wiel te verwisselen bij banden‐
pech en niet voor de jaarlijkse
montage van winter- of zomer‐
banden.
● De krik is onderhoudsvrij.
● Bij een zachte ondergrond, een
stevige plank (max. 1 cm dik)
onder de krik leggen.
● In de op te krikken auto mogen
zich geen personen of dieren
bevinden.
● Nooit onder een opgekrikte auto
kruipen.
● Bij een opgekrikte auto de motor
niet starten.
● Wielbouten / -moeren en de
schroefdraden ervan vooraf‐
gaand aan montage van wiel
reinigen.
9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wieldop met bijgeleverde haak
loshalen.
Verzorging van de auto
Boordgereedschap 3 305.
Verwijder afhankelijk van de auto
eerst de bout- / moerdoppen met
de hand en dan de wieldop of druk
op de met pijlen aangegeven
punten op de wieldop en draai
deze los.
Achterwielaandrijving, met
dubbele achterbanden: Haal de
ventielverlenger van het binnen‐
ste achterwiel.
2. Breng de wielsleutel aan (zet
afhankelijk van de auto de wiel‐
sleutel op de adapters), contro‐
leer of deze goed zit en draai elke
wielbout / -moer een halve slag
los.
315