vereist is. Trap om de automatische
remfunctie te negeren het gaspedaal
stevig in als de situatie en de omge‐
ving dat toelaten.
In de volgende situaties zijn de pres‐
taties van het actieve noodstopsys‐
teem beperkt:
● bij ritten op bochtige of heuvel‐
achtige wegen
● bij detectie van alle voertuigen, in
het bijzonder voertuigen met een
aanhanger, trekkers, modderige
voertuigen, enz.
● bij detectie van een voertuig,
wanneer het zicht door weersom‐
standigheden beperkt is, zoals bij
mist, regen of sneeuw
● bij nachtelijke ritten
● de sensor in de voorruit of de
radarmodule achter de voorbum‐
per is afgedekt door sneeuw, ijs,
sneeuwbrij, modder, vuil enz.
● de voorruit is beschadigd of
bedekt met vreemde voorwer‐
pen, bijv. stickers
Houd onderweg altijd uw aandacht bij
het verkeer en wees altijd paraat om
handelend op te treden door bij drei‐
gende botsingen op de rem te trap‐
pen en / of de auto weg te sturen.
Storing
Als het systeem moet worden nage‐
keken, verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center.
Daarbij branden tegelijkertijd de
waarschuwingslampjes l en j.
Wanneer het systeem een storing in
de werking detecteert, gaat waar‐
schuwingslampje l of j branden
en blijft het aan. Bovendien verschijnt
er een bericht op het Driver Informa‐
tion Center. Het systeem is mogelijk
tijdelijk verstoord (bijvoorbeeld: radar
of camera onder het vuil, de modder,
sneeuw enz.). Parkeer in dit geval de
auto en zet de motor af. Reinig het
voorruitgedeelte rondom de camera
en de detectiezone van de radar in de
voorbumper. Roep wanneer de waar‐
schuwingslampjes en de berichten na
het starten van de auto toch weer
verschijnen de hulp van een werk‐
plaats in.
Rijden en bediening
Parkeerhulp
9 Waarschuwing
De bestuurder is geheel verant‐
woordelijk voor het inparkeren.
Controleer bij het achteruitrijden
en het gebruik van de parkeerhulp
achter de zone rondom de auto.
De parkeerhulp meet de afstand
tussen de auto en obstakels erachter
en, mits aanwezig, vóór de auto.
Deze informeert en waarschuwt de
bestuurder met geluidssignalen.
Het systeem bestaat uit vier ultrasone
parkeersensoren in de achterbumper
en, mits aanwezig, vier ultrasone
parkeersensoren in de voorbumper.
269