84
Opbergen
Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐
ding van dakschade wordt geadvi‐
seerd de voor uw auto goedgekeurde
dakdrager te gebruiken.
Gebruiksaanwijzing van de dakdra‐
ger in acht nemen en dakdrager
verwijderen wanneer het niet wordt
gebruikt.
Beladingsinformatie
● Zware voorwerpen zo ver moge‐
lijk vooraan en gelijkmatig
verdeeld in de laadruimte plaat‐
sen. Bij stapelbare voorwerpen
de zwaarste voorwerpen onder‐
aan leggen.
● Voorwerpen met spanbanden
aan de sjorogen vastzetten 3 79.
● Objecten vastzetten of voorko‐
men dat ladingen te veel gaan
schuiven door delen van de opti‐
onele FlexOrganizer met behulp
van verwijderbare sjorogen aan
de laadrails vast te zetten.
FlexOrganizer 3 80.
● Losse voorwerpen in de bagage‐
ruimte vastzetten om schuiven
tegen te gaan.
● De bagage mag de bediening
van pedalen, handrem, schakel‐
hefboom en de bewegingsvrij‐
heid van de bestuurder niet
belemmeren. Geen losse voor‐
werpen in het interieur leggen.
● Niet met een geopende achter‐
klep rijden. Bovendien is de
kentekenplaat alleen goed zicht‐
baar en verlicht met gesloten
deuren.
9 Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als dat
niet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd
worden en letsel of schade aan de
lading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het
verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 332) en
het EU- leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttig draagver‐
mogen door de gegevens van uw
auto in de tabel Gewichten voorin
deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle
vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).