228
Klimaatregeling
Bus
Luchtdebiet
Pas de luchtstroom aan om de
gewenste snelheid te selecteren.
naar rechts
: luchtstroom
draaien
verhogen
naar links
: luchtstroom verla‐
draaien
gen
Let op
Tijdens een Autostop werkt de airco
achter niet.
Stop-startsysteem 3 241.
Combi
Er wordt extra airco geleverd aan de
passagiersruimte achteraan via de
luchtroosters boven de bestuurder en
de passagiersruimte vooraan.
Pas de luchtstroom aan om de
gewenste snelheid te selecteren met
ingeschakeld aircosysteem van de
passagiersruimte vooraan.
Zorg er bij gebruik voor dat de lucht‐
roosters open zijn ter voorkoming van
ijsvorming door het ontbreken van
een luchtstroom.
Hulpverwarming
Koelvloeistofverwarming
De motor-onafhankelijke koelvloei‐
stofverwarming op brandstof zorgt
voor snelle verwarming van de koel‐
vloeistof om zo het auto-interieur te
verwarmen zonder dat de motor
draait.
Let op
Afhankelijk van de versie wordt er
mogelijk automatisch een extra koel‐
vloeistofverwarming ingeschakeld
om sneller te verwarmen wanneer
het contact aan is en de buitentem‐
peratuur lager dan 5 ℃ is.
9 Waarschuwing
Werk niet met het systeem
wanneer u bijtankt, wanneer er
stof of brandbare dampen aanwe‐
zig zijn of in gesloten ruimten (v.b.
garage).
Zet voordat u het systeem start of het
programmeert om te starten de
klimaatregeling van de auto en de
luchtcirculatie op V en zet de venti‐
lator aan.
Uitschakelen indien niet noodzakelijk.
De verwarming stopt meteen na de
geprogrammeerde werktijd. Deze
werkt ook niet meer als er te weinig
brandstof in de tank zit.
Tijdens de werking wordt vermogen
van de voertuigaccu gebruikt. Rijd
daarom minimaal net zo lang als de
verwarming werkt. Bij korte ritten
dient u de accu regelmatig te contro‐
leren en indien nodig op te laden.