Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Voordat u wegrijdt

Voor het wegrijden controleren
● Bandenspanning 3 306 en -staat
3 333.
● Motoroliepeil en vloeistofniveaus
3 286.
● Ruiten, spiegels, buitenverlich‐
ting en kentekenplaat: vrij van
vuil, sneeuw of ijs en gebruiks‐
klaar.
● Juiste positie van spiegels
3 41, stoelen 3 49 en veilig‐
heidsgordels 3 59.
● Werking van remsysteem (bij
lage snelheid), vooral bij vochtige
remmen.
Motor starten
● Draai de sleutel naar stand 1.
● Stuurwiel iets verdraaien om het
stuurslot te ontgrendelen.
● Trap de koppeling en rem in.
● Trap het gaspedaal niet in.
● Sleutel naar stand 2 draaien om
voor te verwarmen en wachten
totdat controlelampje ! op het
Driver Information Center dooft.
● Draai de sleutel naar stand 3 en
laat deze los.
Motor starten 3 240.
Kort en bondig
Stop/Start-systeem
Autostop wordt aangegeven door
branden van controlelamp Ï op het
Driver Information Center.
Handgeschakelde versnellingsbak
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en er bepaalde voorwaarden zijn
vervuld, activeer dan een Autostop
zoals hieronder beschreven:
● trap het koppelingspedaal in
● zet de keuzehendel in neutraal
● laat het koppelingspedaal los
Trap om de motor weer te starten,
met de keuzehendel op Neutraal, het
koppelingspedaal in.
Geautomatiseerde versnellingsbak
Als de auto stilstaat en er bepaalde
voorwaarden zijn vervuld, activeer
dan een Autostop zoals hieronder
beschreven:
● keuzehendel in stand N (of D/M)
● rempedaal krachtig intrappen
● gaspedaal niet intrappen
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave