108
Instrumenten en bedieningsorganen
te kunnen vergelijken. Raadpleeg
voor meer informatie de Handleiding
Infotainment.
Boordinformatie
Meldingen worden weergegeven op
het Driver Information Center, in
sommige gevallen samen met een
geluidssignaal. De boordinformatie
verschijnt in de vorm van teksten.
Volg de instructies van deze teksten.
Storingsmeldingen
Verschijnen in combinatie met contro‐
lelampje j. Rijd voorzichtig door en
raadpleeg een werkplaats.
Druk op een knop aan het uiteinde
van de wisserhendel om de storings‐
melding te wissen. Na enkele secon‐
den verdwijnt de melding automatisch
en blijft j in beeld. De storing wordt
daarna opgeslagen in het on board-
systeem.
Waarschuwingsmeldingen
Deze kunnen verschijnen bij contro‐
lelampje C of in combinatie met
andere waarschuwingsmeldingen,
controlelampjes of een akoestisch
signaal. Schakel de motor onmiddel‐
lijk uit en raadpleeg een werkplaats.
Geluidssignalen
Als er diverse waarschuwingen tege‐
lijkertijd verschijnen, klinkt er slechts
één waarschuwingssignaal.
Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden
Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de prio‐
riteit boven alle andere geluidssigna‐
len.
● Als de veiligheidsgordel niet
omgedaan is 3 59.
● Als u met aangetrokken handrem
een bepaalde snelheid over‐
schrijdt 3 259.
● Als de parkeerhulp een obstakel
detecteert of als er een storing is
3 269.
● Als de auto een geautomati‐
seerde versnellingsbak heeft en
de koppelingstemperatuur te
hoog is 3 255.
● Als de snelheid korte tijd een
ingestelde limiet overschrijdt
3 93.