Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Samson 3730 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 92

Verberg thumbnails Zie ook voor 3730:
Inhoudsopgave

Advertenties

Codelijst
Code
Parameters – weergaven,
nr.
waarden [fabrieksinstelling]
31* Standmeldertest
–10,0 tot 110,0 % van het
werkbereik, [standaard-
waarde is de als laatste
weergegeven waarde van
de standmelder], ESC
Analoge klepstandmelder: codes 29/30/31 zijn selecteerbaar indien de klepstandmelder (optie) ingebouwd is.
3) 
32* Storingsmelding bij alge-
mene status functiecontro-
le
[YES], No, ESC
33* Storingsmelding bij alge-
mene status benodigd on-
derhoud
[YES], No, ESC
34* Sluitrichting
CL, [CCL], ESC
35* Blokkeerpositie
[0.0] mm/° /%, ESC
36* Reset
[No], Std, diAG, ESC
92
Beschrijving
Test van de standmelder; waarden kunnen in functie van het werkbe-
 3)
reik ingevoerd worden.
Lokaal wordt bij een geïnitialiseerde positioner de actuele reële
waarde als startwaarde gebruikt (stootvrije wissel naar de testmo-
dus). Bij een test via de software wordt de ingevoerde simulatiewaar-
de gedurende 30 s als standmeldingssignaal aangegeven.
YES:
Storingsmelding bij algemene status 'Functiecontrole'
No:
Algemene status 'Functiecontrole' brengt geen storingsmel-
ding teweeg
Informatie
Ongeacht de algemene status schakelt de storingsmeldingsuitgang
steeds bij de foutcodes 57, 58, 60, 62 en 64 tot 70, 76
YES:
Storingsmelding alleen bij algemene status 'Uitval' en bij
algemene status 'Benodigd onderhoud'
No:
Storingsmelding alleen bij algemene status 'Uitval'
Informatie
Ongeacht de algemene status schakelt de storingsmeldingsuitgang
steeds bij de foutcodes 57, 58, 60, 62 en 64 tot 70, 76
CL:
'clockwise', in de richting van de klok
CCL:
'counterclockwise', tegen de klok in
Draairichting waarmee de gesloten stand van het regelventiel bereikt
wordt (kijkend naar de beweging van de hefboomknop bij geopend
regelventieldeksel).
Invoer alleen bij initialisatiemodus SUb (code 6) vereist.
Invoer van de blokkeerpositie (afstand tot de gesloten stand)
Alleen bij initialisatiemodus SUb vereist.
Std:
Reset alle parameters en de diagnosedata naar de
standaardwaarden (fabrieksinstelling). Na het resetten van
de parameters moet het apparaat opnieuw geïnitialiseerd
worden.
diAG: Alleen resetten van de diagnosedata. Opgenomen referentie-
curves en de protocollering blijven behouden.
Geen nieuwe initialisatie vereist.
EB 8384-2 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3730-2

Inhoudsopgave