Aanbouw aan regelventiel – montagedelen en accessoires
4.1 Directe montage
4.1.1
Aandrijving type 3277-5
− Vereiste montagedelen en accessoires:
tabel 1, bladzijde 50
− Klepslagtabel bladzijde 21 in acht nemen!
Aandrijving met 120 cm² (zie Beeld 3)
op grond van de montage van de positioner
wordt de regeldruk links of rechts aan het juk
langs een dienovereenkomstige boring naar
de aandrijvingsmembraan geleid. Op grond
van de functie van de veilige positie van de
aandrijving 'Aandrijfstang uitgaand' of
'Aandrijfstang ingaand' (ventiel bij luchtuit-
val sluitend of openend) moet eerst de om-
schakelplaat (9) aan het aandrijvingsjuk ge-
monteerd worden. Hierbij moet de plaat met
het dienovereenkomstige symbool voor de
montage volgens de markering aan de lin-
ker- of rechterzijde georiënteerd worden (kij-
kend naar de omschakelplaat).
1. Aansluitplaat (6) of manometerhouder (7)
met manometers aan de positioner monte-
ren; erop letten dat de beide afdichtings-
ringen (6.1) correct op hun plaats zitten.
2. Sluitschroef (4) aan de achterkant van de
positioner verwijderen en de regeldruk-
uitgang 'Output 38' aan de aansluitplaat
(6) of aan de manometerhouder (7) af-
sluitenmet de stop (5) uit de accessoires.
3. Meenemer (3) tegen de aandrijfstang
plaatsen, oriënteren en dusdanig vast-
schroeven dat de bevestigingsschroef in
de groef van de aandrijfstang zit.
4. Afdekplaat (10) met de smalle zijde van
de uitsparing (Beeld 3 links) in de rich-
ting van de regeldrukaansluiting bevesti-
gen; de erop gelijmde vlakke afdichting
22
(14) moet naar het aandrijvingsjuk wij-
zen.
5. Klepslag 15 mm: aan de hefboom M (1)
aan de achterkant van de positioner blijft
de sensorstift (2) op de stiftpositie 35
(toestand bij levering).
Klepslag 7,5 mm: sensorstift (2) uit de stift-
positie 35 losmaken en in de boring voor
stiftpositie 25 steken en vastschroeven.
6. Vormafdichting (15) in de groef van de
positionerbehuizing en afdichtingsring
(10.1) op de achterkant van de behui-
zing plaatsen.
7. Positioner aan de afdekplaat (10) er dus-
danig op zetten dat de sensorstift (2) aan
de bovenkant van de meenemer (3) komt
te liggen. Hefboom (1) dienovereenkom-
stig verstellen en de positioneras aan de
draai-/drukknop of de kap vasthouden,
terwijl het deksel geopend is. De hefboom
(1) moet met veerkracht op de meenemer
liggen. De positioner met zijn beide beves-
tigingsschroeven aan de afdekplaat (10)
vastschroeven.
Informatie
Voor alle montagemogelijkheden behalve di-
recte montage aan type 3277-5 geldt:
De regeldrukuitgang aan de achterkant moet
afgesloten zijn met de sluitschroef (4, bestel-
nr. 0180-1254) en de bijbehorende ronde
afdichtingsring (bestelnr. 0520-0412).
8. Deksel (11) aan de tegenoverliggende
zijde monteren. Er hierbij absoluut op
letten dat in de ingebouwde toestand
van het regelventiel de ontluchtingsstop
naar beneden wijst, opdat evt. opge-
hoopt condenswater kan wegstromen.
EB 8384-2 NL