Code
Parameters – weergaven,
nr.
waarden [fabrieksinstelling]
9*
x-bereik einde (slag-/
draaihoekbereik einde)
20,0 tot [100,0 %] van het
nominale bereik, ESC
Informatie: weergave in
mm of hoekgraad, indien
code 4 is ingesteld.
10* x-grens onderaan (slag-/
draaihoekbegrenzing on-
deraan)
0,0 tot 49,9 % van het
werkbereik, [No], ESC
11* x-grens bovenaan (slag-/
draaihoekbegrenzing bo-
venaan)
50,0 tot 120,0 %, [100 %]
van het werkbereik, No,
ESC
12* w-begin
[0,0] tot 75,0 % van het
bereik van de gewenste
waarde, ESC
EB 8384-2 NL
Beschrijving
Eindwaarde voor de slag/draaihoek in het nominale of werkbereik
Waarde wordt weergegeven of moet ingevoerd worden.
De karakteristieke curve wordt aangepast.
Voorbeeld: als toepassing voor een gewijzigd werkbereik geldt bv.
het ingeperkte bereik voor een te groot bemeten regelventiel. Bij de-
ze functie wordt het gehele resolutiebereik van de gewenste waarde
omgerekend naar de nieuwe grenzen.
0 % op de weergave komt overeen met de ingestelde onderste grens
en 100 % van de ingestelde bovenste grens.
Begrenzing van de slag/draaihoek naar onderen tot de ingevoerde
waarde; de karakteristieke curve wordt niet aangepast.
Er vindt geen aanpassing van de karakteristieke curve aan het gere-
duceerde bereik plaats. Vergelijk vb. code 11.
Begrenzing van de slag/draaihoek naar boven tot de ingevoerde
waarde; de karakteristieke curve wordt niet aangepast.
Voorbeeld: in sommige toepassingen is het zinvol de klepslag te be-
grenzen, bv. indien er een bepaalde minimale flow aanwezig moet
zijn of indien een maximale niet bereikt mag worden.
De onderste begrenzing dient met code 10 en de bovenste met co-
de 11 ingesteld te worden.
Indien een functie voor nauw afsluiten is ingericht, heeft deze voor-
rang op de slagbegrenzing.
Bij No kan het ventiel verder dan de nominale slag uitgeschoven
worden, met een gewenste waarde buiten het bereik 0 tot 100 %.
Beginwaarde van het geldige bereik van de gewenste waarde; deze
moet kleiner zijn dan de eindwaarde w-einde, 0 % = 4 mA.
Het bereik van de gewenste waarde is het verschil tussen w-einde en
w-begin en moet als Δw ≥ 25 % = 4 mA zijn.
Bij een ingesteld bereik van de gewenste waarde van 0 tot 100 % =
4 tot 20 mA moet het regelventiel zijn gehele werkbereik van 0 tot
100 % slag/draaihoek doorlopen.
In het split-range-bereik werken de ventielen met kleinere gewenste
waarden. Hierbij wordt het controlesignaal voor het aansturen van
twee ventielen dusdanig onderverdeeld dat deze, bv. met telkens een
half controlesignaal, hun volledige slag/draaihoek doorlopen (eerste
ventiel ingesteld op 0 tot 50 % = 4 tot 12 mA en tweede ventiel inge-
steld op 50 tot 100 % = 12 tot 20 mA gewenste waarde).
Codelijst
87