4.7.4
Montage aan draaiaan-
drijvingen
− Vereiste montageonderdelen en accessoi-
res: tabel 7, bladzijde 54
Beeld 18
1. Hefboom (1) aan de positiesensor in de
centrale positie zetten en vasthouden.
Moer (1.1) losdraaien en hefboom met
schotelveer (1.2) van de sensoras afne-
men.
2. Positiesensor (20) aan de montageplaat
(21) schroeven.
3. De standaard in de hefboom (1) ge-
schroefde sensorstift (2) vervangen door
de blanke sensorstift (Ø5 mm) en op stift-
positie 90° vastschroeven.
Beeld 18: Montage aan draaiaandrijvingen
EB 8384-2 NL
Aanbouw aan regelventiel – montagedelen en accessoires
2
1
1.1, 1.2
4. Hefboom (1) en schotelveer (1.2) op de
sensoras steken. Hefboom in de centrale
positie zetten en vasthouden, moer (1.1)
erop schroeven.
De verdere montage komt overeen met de
beschrijving voor het monteren van het stan-
daardapparaat volgens hoofdstuk 4.5.
In plaats van de positioner moet de positie-
sensor (20) aan de montageplaat (21) be-
vestigd worden.
20
21
1
Hefboom
1.1
Moer
1.2
Schotelveer
2
Sensorstift
20
Positiesensor
21
Montageplaat
47