Wijzigingen van de positionerfirmware ten opzichte van de vorige versie
oud
nieuw
1.01
1.10
Via de seriële interface (Serial Interface) en de seriële interface-adapter kan de positioner
door middel van TROVIS-VIEW ingesteld en bediend worden.
Er zijn aanvullende algemene statusmeldingen geïmplementeerd:
• Code 76 – geen noodloopeigenschap
• Code 77 – programmalaadfout
Weergave van het aantal nulpuntinstellingen sedert de laatste initialisatie.
Bij een initialisatie met aandrijving 'AIR TO CLOSE' wordt de werkingsrichting (code 7)
automatisch op stijgend/dalend ingesteld.
Code 3, de tijdsduur voor het resetten van de configuratieactivering, is verlengd tot
120 s.
1.10
1.20
Gewijzigde elektronica, geen nieuwe functies
1.20
1.30
Nieuwe EXPERT-diagnosefuncties (code 48 erbij gekomen)
Apparaten in uitvoering EXPERTplus met uitgebreide diagnosemogelijkheden.
Een lopende initialisatie kan geannuleerd worden door op de draai-/drukknop te druk-
ken.
De opties klepstandmelder (code 37) en magneetventiel (code 45) worden automatisch
herkend.
1.30
1.40
Vanaf deze firmware kunnen alle EXPERTplus-functies gebruikt worden.
Het storingsmeldingscontact wordt via de algemene status van het apparaat geactiveerd.
Het wordt steeds actief bij algemene status = uitval.
• Indien code 32 = YES: ook actief bij algemene status = functiecontrole
• Indien code 33 = YES: ook actief bij algemene status = benodigd onderhoud en onder-
houdsaanvraag
De algemene status functiecontrole wordt aanvullend eveneens geplaatst bij test A1, A2,
storingsmeldingsuitgang en positioner.
De min/max-waarden van de temperatuurbewaking kunnen gereset worden.
1.40
1.41
Interne wijzigingen
1.41
1.42
Interne wijzigingen
6
EB 8384-2 NL