Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zware Uitvoering - Samson 3730 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor 3730:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanbouw aan regelventiel – montagedelen en accessoires
2. Koppelingswiel (4) met de vlakke zijde
naar de aandrijving op de meenemer (3)
steken. Hierbij de spleet dusdanig oriën-
teren dat die bij een gesloten stand van
het ventiel overeenstemt met de draairich-
ting volgens Beeld 11.
3. Koppelingswiel en meenemer met schroef
(4.1) en schotelveer (4.2) vast aan de
aandrijfas schroeven.
4. De beide onderste hoeken (10.1) op
grond van de aandrijvingsgrootte vast-
schroeven met een knik naar beneden, of
buiten aan de aandrijvingsbehuizing. Bo-
venste hoeken (10) er tegenaan zetten en
vastschroeven.
5. Aansluitplaat (6) of manometerhouder (7)
met manometers aan de positioner monte-
ren; erop letten dat de beide ronde afdich-
tingsringen goed vastzitten. Bij dubbel-
werkende, veerloze draaiaandrijvingen is
een omkeerversterker nodig voor montage
aan de aandrijving; vgl. hoofdstuk 4.6.
1
2
3
Beeld 10: Montage van het koppelingswiel bij
type 3278
36
6. Aan de hefboom M (1) van de positioner
de standaard sensorstift (2) eruit draaien.
De blanke sensorstift (Ø5 mm) uit de
montageset gebruiken en stevig in de bo-
ring voor stiftpositie 90° schroeven.
7. Positioner op de bovenste hoeken (10)
plaatsen en vastschroeven. Hierbij de hef-
boom (1) dusdanig oriënteren dat hij met
inachtneming van de draairichting van de
aandrijving met zijn sensorstift in de
spleet van het koppelingswiel (4) grijpt
(Beeld 11). Er moet in elk geval gegaran-
deerd zijn dat bij een halve draaihoek
van de draaiaandrijving de hefboom (1)
parallel ten opzichte van de lange zijde
van de positioner staat.
8. Schaalverdelingsplaatje (4.3) dusdanig
op het koppelingswiel lijmen dat de pijl-
punt de gesloten stand aangeeft en in ge-
monteerde toestand van het ventiel goed
zichtbaar is.
4.5.1
Beeld 13
− Vereiste montageonderdelen en accessoi-
1.2
res: tabel 5, bladzijde 53
1.1
De beide montagesets bevatten alle monta-
4.1
geonderdelen, waaruit de benodigde onder-
4.2
delen voor de desbetreffende aandrijvings-
grootte gekozen moeten worden.
5
Aandrijving voorbereiden, eventueel beno-
digde adapters van de aandrijvingsfabrikant
monteren.
1. Behuizing (10) aan de draaiaandrijving
monteren. Bij VDI/VDE-montage evt. de
afstandsstukken (11) eronder leggen.

Zware uitvoering

EB 8384-2 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3730-2

Inhoudsopgave