Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Samson 3766 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Samson 3766 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Pneumatische klepstandsteller

Advertenties

Pneumatische klepstandsteller
Type 3766
Fig. 1 ⋅ Type 3766
Inbouw- en
bedieningsvoorschrift
EB 8355-1 NL
Uitgave maart 2002

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Samson 3766

  • Pagina 1 Pneumatische klepstandsteller Type 3766 Fig. 1 ⋅ Type 3766 Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 8355-1 NL Uitgave maart 2002...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoud Blz. Constructie en werking ......4 Uitvoeringen ....... . . 7 Technische gegevens .
  • Pagina 3 Deskundig transport en correcte opslag van het apparaat is een absolute voor- waarde. Revisie-index! Instrumenten vanaf modelindex 3766-x...x. 03 hebben een opklapbaar deksel zonder eigen ventilatie-opening.De noodzakelijke aansluiting voor de uitlaatlucht bevindt zich hierbij op de montagetoebehoren. Wanneer deze klepstandstellers op oudere aandrijvingen worden gemonteerd dan moet ab- soluut worden gelet op de aanwezigheid van een be- en ontluchtingsaansluiting.
  • Pagina 4: Constructie En Werking

    (vaan) en versterker. bereik van de gewenste waarde worden ge- De klepstandsteller is uitgevoerd voor direc- kozen. te aanbouw aan SAMSON aandrijvingen type 3277 of met behulp van een adapter- Klepstandsteller met inductieve eindschake- huis voor aanbouw aan aandrijvingen con- laars form NAMUR (DIN/IEC 534).
  • Pagina 5 Constructie en werking Slag Supply Aftasthefboom 6.1 Bereikinstelling 1.1 Stift 6.2 Nulpuntsinstelling 1.2 Klembeugel Omkeerplaat 2.1 Tuit >> -smoring 2.2 Tuit <> Drukregelaar Membraanhefboom 10 Versterker Meetveer 11 Volumesmoring Meetmembraan 12 Magneetventiel (optie) Fig. 2 ⋅ Werking en binnenaanzicht EB 8355-1 NL...
  • Pagina 6 Constructie en werking Klepstandsteller met standmelder Door plaatsgebrek kan deze uitvoering niet worden gecombineerd met geïntegreerde eindcontacten of een geïntegreerd magneet- ventiel. De standmelder dient voor de toekenning van de ventielstand, d.w.z. de slag van het ventiel aan een uitgangsstroom van 4...20 mA.
  • Pagina 7: Uitvoeringen

    Uitvoeringen 1.1 Uitvoeringen klepstandsteller type 3766- Ex-veiligheid Zonder EEx ia IIC T6 CSA/FM Toebehoren Inductieve eindschakelaar Zonder Met twee type SJ 2-SN Magneetventiel Zonder 6 V DC 12 V DC 24 V DC Analoge standmelder Pneumatische aansluiting 1/4-NPT ISO 288/1-G 1/4...
  • Pagina 8: Technische Gegevens

    Technische gegevens 1.2 Technische gegevens Klepstandsteller Directe aanbouw 7,5 ... 30mm, Slagbereik, instelbaar Aanbouw conform DIN IEC 534 7,5 ... 120 mm of afhankelijk van curveschijf 30 ... 120° Draaihoek Gewenste waarde 0,2 ... 1bar (3 ... 15 psi) Signaalbereik: 0,4 ...
  • Pagina 9 Technische gegevens Magneetventiel Binair gelijkspanningssignaal Ingang 6 V DC 12 V DC 24 V DC Nom. signaal ≤1,2 V ≤2,4 V ≤4,7 V Signaal 0 (niet aantrekken), DC-signaal bij –25 °C ≥5,4 V ≥9,6 V ≥18 V Signaal 1 (aantrekken), DC-signaal bij +80 °C 28 V 25 V 32 V...
  • Pagina 10: Aanbouw Op Regelventiel

    De aanbouw van de klepstandsteller volgt de bijbehorende markering zichtbaar. ofwel via directe aanbouw op de SAMSON- Wanneer de gewenste werkingsrichting niet aandrijving type 3277 of conform Namur overeenkomt met de zichtbare markering of...
  • Pagina 11 Directe aanbouw aan aandrijving type 3277 Membraanstang uitgaand Steldrukverbinding intern Verbindingsblok met schakelplaat Werkingsrichting >> Werkingsrichting <> aanbouw links aanbouw rechts Steldrukverbinding via leiding Membraanstang ingaand Werkingsrichting < Werkingsrichting >> aanbouw links aanbouw rechts Symbool membraanstang ingaand Symbool membraan- stang uitgaand Zijaanzicht verbindingsblok met schakelplaat Markering...
  • Pagina 12 Directe aanbouw aan aandrijving type 3277 1. Klembeugel (1.2) op de aandrijfstang Aandrijving met 120 cm zodanig vastschroeven dat de bevesti- De steldruk wordt via de omschakelplaat gingsschroef in de groep van de aan- (fig. 3 en 4, onder) naar de membraanka- drijfstang valt.
  • Pagina 13 Directe aanbouw aan aandrijving type 3277 drijving is de beluchting van de veerruimte Belangrijk! via een intern gat zonder verdere maatrege- In ingebouwde toestand van het regelventiel len gewaarborgd. moet het deksel aan de zijkant van de aan- drijving zodanig zijn gemonteerd, dat de ont- en beluchtingsplug naar beneden wijst.
  • Pagina 14 Directe aanbouw aan aandrijving type 3277 Aandrijving Aanbouwset Tabel 1 Bestelnr. Benodigde hefboom met bijbeh. klembeugel en tussenplaat 1400-7116 D1 (33 mm lang met klembeugel 17 mm hoog) 240 en 350 1400-6370 D1 (33 mm lang met klembeugel 17 mm hoog) 1400-6371 D2 (44 mm lang met klembeugel 13 mm hoog) Bestelnr.
  • Pagina 15: Aanbouw Conform Din Iec 534

    Aanbouw conform DIN IEC 534 2.2 Aanbouw conform DIN IEC 534 Voor de aanbouw van de klepstandsteller zijn de in tabel 5 genoemde toebehoren nodig; de nom. slag van het regelventiel bepaalt de bijbehorende hefboom en de benodigde meetveer (tabel 6). De aanbouw conform NAMUR volgt via een adapter (fig.
  • Pagina 16: Montagevolgorde

    Aanbouw conform DIN IEC 534 open zijde naar beneden gericht op de 2.2.1 Montagevolgorde hefboom (18) worden geklemd. Benodigde toebehoren en meetveer con- 6. Hefboom (18) met klemplaat (22) op as form tabel 4 resp. 5 uitzoeken en conform (25) plaatsen. Daarbij moet de beugel fig.
  • Pagina 17 Aanbouw conform DIN IEC 534 Inbouwpositie Aanbouw aan NAMUR-rib 24 25 21 20 Aanbouw aan stangen Hefboom N1, N2 Stift Plaat Beugel Klemplaat Schroef Wijzer Hefboom klepstandsteller Overdrachtsstift Contramoer Hoekstuk Tapeinden Plaat Moer Montagehoekstuk Fig. 7 ⋅ Aanbouw conform DIN IEC 534 (NAMUR) EB 8355-1 NL...
  • Pagina 18 Aanbouw conform DIN IEC 534 Regelventiel Slag mm Met hefboom Bestelnr. Tabel 5 7,5 ... 60 N1 (125mm) 1400-6787 Gietjukventiel NAMUR-aanbouwset 22,5 ... 120 N2 (212 mm) 1400-6789 20 ... 25 1400-6436 Onderdelen zie fig. 7 Stangenventiel 20 ... 25 1400-6437 30 ...
  • Pagina 19: Belangrijk

    Tabel 7 Aanbouwdelen volledig, met meetveer 2, echter zonder curveschijf 160 cm 320 cm Aandr. conf. VDI/VDE 3845 SAMSON aandrijving type 3278 1400-7103 1400-7104 1400-7105 Bestelnr. Camflex I Camflex I Camflex II Aanbouw Masoneilan DN 25...100...
  • Pagina 20: Montage Van De Aftastrolhefboom

    2.3.2 Montage van het tussenstuk 3. De aandrijfkamers moeten afhankelijk SAMSON aandrijving type 3278 (fig. 8.1) van de draairichting worden verbonden met de uitgangen A1 en A2. 1. Adapter (36) op het vrije asuiteinde van de draaiaandrijving vastschroeven.
  • Pagina 21 Aanbouw op draaiaandrijving Fig. 8.1 SAMSON Type 3278 Fig. 8.2 VDI/VDE 3845 Ontluchting 0˚ 33 Klepstandsteller 40 Curveschijf 34 Tussenstuk 41 Aandrijfas 42 Ring 35 Hefboom met aftastrol 36 Adapter 43 Aanbouwconsole (90° gedraaid) 37 Overdrachtshefboom behoort bij aandrijving 44 Koppeling...
  • Pagina 22: Basisinstelling Van De Curveschijf

    Aanbouw op draaiaandrijving 2.3.3 Basisinstelling van de curve- Belangrijk! schijf Het beginpunt (gat) van de gekozen curve moet zodanig worden uitgericht, dat het De basisinstelling van de curveschijf is af- draaipunt van de curveschijf, de 0-positie hankelijk van de uitvoering van het regel- van de schaalverdeling en de pijlmarke- ventiel.
  • Pagina 23 Aanbouw op draaiaandrijving Enkelvoudig werkende draaiaandrijving met veerretour Curveschijf lineair (curveschijf equiprocentueel gestippeld weergegeven) Regelventiel opent linksdraaiend (bij regelventielen, die rechtsdraaiend openen, moet de curveschijf worden omgekeerd zodat dezelfde curvesegmen- ten als in de figuren hieronder worden doorlopen echter bij naar rechts draaien van de curveschijf). Veiligheidspositie: regelventiel zonder hulpenergie dicht Werkingsrichting direct >>...
  • Pagina 24 Aanbouw op draaiaandrijving Dubbelwerkende veerloze draaiaandrijving met omkeerversterker Curveschijf lineair (curveschijf equiprocentueel gestippeld weergegeven) Op aandrijfas vanuit klepstandsteller gezien Regelventiel opent linksdraaiend – Uitgangspositie regelventiel dicht Werkingsrichting direct >> Werkingsrichting invers <> Gew. waarde Steldruk Ventiel Karakt. Gew. waarde Steldruk Ventiel Karakt.
  • Pagina 25: Aansluitingen

    Ontluchting: kingsrichting is gemarkeerd met FA of FE resp. met een symbool. Vanaf modelindex 3766-x...x. 03 hebben de klepstandstellers een opklapbaar deksel Membraanstang door veerkracht uit- zonder ontluchtingsopening. De ontluch- gaand FA: tingsaansluitingen bevinden zich bij de mon- Veiligheidspositie "ventiel dicht"...
  • Pagina 26: Elektrische Aansluitingen

    Elektrische aansluitingen Membraanstang door veerkracht in- 3.2 Elektrische aansluitingen gaand FE: Veiligheidspositie "ventiel open" Bij de elektrische installatie moeten (bij doorgangs- en hoekventielen) de geldende elektrotechnische voor- schriften en de nationale veiligheids- De benodigde voedingsdruk bij dichtsluiten- voorschriften worden aangehouden. de ventielen wordt door schatting uit de maximale steldruk pst bepaald:...
  • Pagina 27: Scheidingsschakelversterker

    Elektrische aansluitingen Toebehoren: Instructies voor keuze van de bekabeling: Kabelwartel M20 x 1,5 Voor het leggen van meerdere intrinsiekveili- Zwart: bestelnr. 1400-6985 ge circuits in een meeraderige kabel, moet Blauw: bestelnr. 1400-6986 par. 12 van de EN 60079-14; VDE Adapter M20 x 1,5 naar 1/2" NPT: 0165/8.98 worden aangehouden.
  • Pagina 28: Bediening

    Instellen van de klepstandsteller op het regelventiel Het aanvangsbereik (nulpunt) wordt met de 4. Bediening schroef (6.2) ingesteld, het bereik en daar- mee de eindwaarde met de schroef (6.1). 4.1 Instellen van de klepstandstel- ler op het regelventiel Voor het instellen moet op de stelsignaalin- gang een geschikte drukinsteller worden Aanvangsbereik en gewenste waarde aangesloten en de voedingsluchtingang...
  • Pagina 29: Instellen Van De Proportionele Band Xp En De Luchtaanvoer Q

    Instellen van de klepstandsteller op het regelventiel 4.1.1 Instelling van de proportione- 4.1.2 Instelling bij aandrijving le band Xp en de luchtaanvoer Q "membraanstang uitgaand" 1. Volumesmoring Q (11) zover sluiten, Belangrijk! als toegestaan door de gewenste Om te waarborgen dat op het regelventiel stelsnelheid.
  • Pagina 30: Instelling Bij Aandrijving: "Membraanstang Ingaand

    Instellen van de klepstandsteller op het regelventiel overeen met een slagverandering van 10% 3. Ingangssignaal verhogen en langzaam bij de standaard instelling, bij split-range weer doen afnemen tot 1 bar, controle- bedrijf wordt deze waarde gehalveerd). ren of het regelventiel bij exact 1 bar Door naar rechts te draaien wordt de slag begint met bewegen.
  • Pagina 31: Wijzigen Van De Werkingsrichting

    Wijzigen van de werkingsrichting Belangrijk! Na montage en instelling van de klepstand- steller moet erop worden gelet dat wanneer het ventiel is ingebouwd de ont- en beluch- tingsplug op het huisdeksel naar beneden wijst. 4.2 Wijzigen van de werkingsrich- ting Wanneer na een al vastgelegde toekenning de werkingsrichting moet worden gewij- zigd, dan moet bij directe aanbouw (fig.
  • Pagina 32: Instelling Van De Eindschakelaars

    Instelling van de eindschakelaars aan de eindstand van het regelventiel (ven- 4.3 Instelling van de eindschake- tiel open resp. dicht) conform tabel 8 en 9 laars worden vastgelegd. De toekenning van de klemmenparen 41/42 en 51/52 aan de Bij de uitvoering met inductieve eindschake- schakelaars A en B volgt indien gewenst laars bevinden zich op de draaias twee in- door het omkeren van de identificatieplaat...
  • Pagina 33 Instelling van de eindschakelaars Schakelpuntinstelling: Regelventiel in de schakelpositie brengen en de stuurkam door het verdraaien van de in- stelschroef (53) zodanig instellen dat het schakelpunt wordt bereikt en wordt gesigna- leerd door de lichtdiode op het transistorre- lais. Om onder alle omgevingscondities een be- trouwbaar schakelen te waarborgen moet het schakelpunt ca.
  • Pagina 34: Instelling Van De Standmelder

    Instelling van de standmelder Nulpunt (ZERO) 4.4 Instelling van de standmelder Het nulpunt wordt met de schakelaars 1 en Belangrijk! 2 vooringesteld en met de potentiometer Voor het instellen van de standmelder moe- ZERO fijn-nageregeld. Deze heeft altijd be- ten het aanvangsbereik (nulpunt) en de eind- trekking op de 4 mA-waarde.
  • Pagina 35 Instelling van de standmelder Nulpuntsinstelling Instructie voor het instellen van de stand- melder bij een klepstandsteller met adapt- 1. Regelventiel met ingangssignaal van de er voor NAMUR-aanbouw: klepstandsteller in de gesloten stand Afhankelijk van de extra verplaatsing via brengen (ventiel DICHT – slag 0 %). het hoekstuk (28) van de adapter kan het 2.
  • Pagina 36: Ombouwen Van De Klepstandsteller

    Ombouwen klepstandsteller 5. Ombouwen klepstandsteller De pneumatische klepstandsteller kan wor- den omgebouwd naar een elektropneumati- sche klepstandsteller type 3767 . Belangrijk! Ombouw van Ex-gecertificeerde apparaten alleen op aanvraag. Bij de telkens benodigde i/p-bouwsteen type type 6112 (zie tabel 11) moeten de aansluitingen, de bevestigingsschroeven, de klemmen en de kabel als ombouwset wor- den geleverd.
  • Pagina 37: Afmetingen In Mm

    Afmetingen in mm 6. Afmetingen in mm Pneumatische aansluitingen Directe aanbouw: G 1/4 of NPT 1/4 M20 x 1,5 19,5 Output (36) Input signal Supply (9) Omkeerrelais (naar keuze) Ø110 Aanbouw met tussenstuk voor draaiaandrijving Aanbouw DIN IEC 534 (NAMUR) met adapterbehuizing pneum.
  • Pagina 38: Certificaten

    EB 8355-1 NL...
  • Pagina 39 EB 8355-1 NL...
  • Pagina 40 EB 8355-1 NL...
  • Pagina 41 EB 8355-1 NL...
  • Pagina 42 EB 8355-1 NL...
  • Pagina 43 EB 8355-1 NL...
  • Pagina 44 Technische wijzigingen, zonder voorafgaande aankondiging, voorbehouden. SAMSON REGELTECHNIEK B.V. Postbus 290 (Signaalrood 10) NL - 2700 AG ZOETERMEER EB 8355-1 NL Tel. 079 - 3610501 Telefax 079 - 3615930...

Inhoudsopgave