Bedieningselementen en weergaven
Weergaven
Aan codes, parameters en functies toegewe-
zen symbolen worden op het display weer-
gegeven.
Bedrijfsmodi:
−
handmatige modus
De positioner volgt de handmatige ge-
wenste waarde (code 1), niet het mA-si-
gnaal.
knippert: de positioner is niet geïnitia-
liseerd. Werking alleen via handmatige
gewenste waarde (code 1) mogelijk.
automatische modus
−
De positioner bevindt zich in de regel-
modus en volgt het mA-signaal.
− S SAFE
De positioner ontlucht de uitgang. Het
ventiel gaat naar de mechanische veilige
positie.
Staafdiagram:
In de
handmatige en
dus toont het staafdiagram het regelverschil,
afhankelijk van het voorafgaande teken en
het bedrag. Per 1% regelverschil verschijnt
een weergave-element.
Is de positioner niet geïnitialiseerd (weergave
knippert), dan toont het staafdiagram de
hefboompositie in hoekgraden ten opzichte
van de centrale as. Eén staafdiagramelement
komt met een draaihoek van ongeveer 5°
overeen. Indien de toegestane draaihoek
overschreden is, knippert het vijfde element
(getoonde waarde >30°). Hefboom- en stift-
positie moeten gecontroleerd worden.
62
automatische mo-
Statusberichten
Uitval
−
−
Benodigd onderhoud/onderhoudsa-
anvraag
−
knippert: buiten de specificatie
Deze pictogrammen geven aan dat er een
storing is opgetreden.
Via de statusclassificatie kan aan iedere fout
de status 'Geen melding', 'Benodigd onder-
houd', 'Onderhoudsaanvraag' of 'Uitval' toe-
gewezen worden (zie u EB 8389 'Klepdiag-
nose EXPERTplus').
Configuratieactivering
Geeft aan dat de in de codelijst met een ster
(*) gemarkeerde codes voor de configuratie
geactiveerd zijn; zie hoofdstuk 14.
6.1 Seriële interface
De positioner moet met ten minste 4 mA ge-
voed worden.
Via de lokale interface SERIËLE INTERFACE
en de seriële interface-adapter kan de positi-
oner rechtstreeks met de pc verbonden wor-
den.
De bedieningssoftware is TROVIS-VIEW met
geïnstalleerde apparaatmodule 3730-2.
EB 8384-2 NL